ECLI:NL:OGEAA:2025:272
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Burengeschil over onrechtmatige hinder door ophoging van grond en afwatering
In deze zaak, die op 17 september 2025 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, hebben eiseressen [Eiseres 1] en [Eiseres 2] een kort geding aangespannen tegen gedaagde [Gedaagde] vanwege onrechtmatige hinder. De eiseressen zijn eigenaars van percelen die grenzen aan het perceel van gedaagde, die bezig is met het ontwikkelen van zijn grond. Eiseressen stellen dat gedaagde grote hoeveelheden zand heeft gestort en het maaiveld heeft opgehoogd, wat leidt tot ernstige hinder en schade aan hun eigendommen. Ze vorderen onder andere dat gedaagde wordt verboden om verder materiaal te storten en dat hij de afwateringssituatie herstelt.
Tijdens de mondelinge behandeling op 28 augustus 2025 hebben partijen hun standpunten toegelicht. Eiseressen hebben een rapport van een deskundige overgelegd, waaruit blijkt dat de ophoging door gedaagde een gevaarlijke en onveilige situatie heeft gecreëerd. Het Gerecht heeft geoordeeld dat eiseressen voldoende aannemelijk hebben gemaakt dat gedaagde onrechtmatig handelt door hinder te veroorzaken. Het Gerecht heeft de vorderingen van eiseressen toegewezen, met uitzondering van de vordering om een derdenbeding op te nemen in toekomstige koopovereenkomsten, wat werd afgewezen op basis van contractsvrijheid.
Het vonnis bevat verschillende bevelen aan gedaagde, waaronder het verbod om verder materiaal te storten en het herstel van de afwateringssituatie. Tevens is er een dwangsom opgelegd voor het geval gedaagde in gebreke blijft. Gedaagde is ook veroordeeld in de proceskosten van eiseressen. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.