ECLI:NL:OGEAA:2025:283

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
10 september 2025
Publicatiedatum
15 oktober 2025
Zaaknummer
A.R. AUA2024I00013
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid notaris in vrijwaringsprocedure afgewezen wegens vaststaande hoofdzaak

In deze zaak heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba op 10 september 2025 uitspraak gedaan in een vrijwaringsprocedure. Eiseres in vrijwaring, vertegenwoordigd door mr. G.A. Maldonado, verwijt de notaris onzorgvuldig te hebben gehandeld bij het verlijden van een schuldbekentenis. De eiseres is hoofdelijk aansprakelijk voor een schuld aan Saveneta Health & Beauty Spa N.V. (SHBS), die voortvloeit uit een eerdere veroordeling in de hoofdzaak. De eiseres vordert schadevergoeding van de notaris, maar het Gerecht oordeelt dat de aansprakelijkheid van de eiseres al vaststaat in de hoofdzaak en losstaat van het handelen van de notaris. De vordering tot schadevergoeding wordt afgewezen, omdat de eiseres niet heeft aangetoond dat zij door het handelen van de notaris schade heeft geleden. Het Gerecht concludeert dat de argumenten van de eiseres meer op hun plaats zouden zijn in een tuchtrechtelijke procedure tegen de notaris. De eiseres wordt als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Vonnis van 10 september 2025
Behorend bij A.R. AUA2024I00013 AR
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
[Eiseres in vrijwaring],
te Aruba,
eiseres in vrijwaring, hierna ook te noemen: [eiseres in vrijwaring],
gemachtigde: mr. G.A. MALDONADO,
tegen:
[Gedaagde in vrijwaring],
te Aruba,
gedaagde in vrijwaring, hierna ook te noemen: de notaris,
gemachtigde: [notaris].

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van deze vrijwaringsprocedure blijkt uit:
- het oproepingsexploot van 9 april 2024,
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek;
- de conclusie van dupliek.
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis. In de hoofdzaak (AUA202301861) tussen SHBS en [eiseres in vrijwaring] wordt vandaag ook vonnis gewezen.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Saveneta Health & Beauty Spa N.V. (hierna: SHBS) exploiteert een schoonheidscentrum.
2.2
Bij het handelsregister staat ingeschreven de eensmanszaak Administratie & Adviezen “X-AKT” met als “bestuurder(s) – gevolmachtigde(n)” sinds 9 januari 2008 [eiseres in vrijwaring]. Voorheen werd de eenmanszaak gedreven door haar in 2007 overleden echtgenoot. Hun dochter [de dochter] (hierna: [de dochter]) heeft namens X-AKT feitelijk werkzaamheden uitgevoerd.
2.3
X-AKT heeft in opdracht en voor rekening van SHBS haar financiële administratie verzorgd. SHBS maakte gelden naar haar over die door X-AKT moesten worden doorbetaald aan onder andere de belastingdienst en de Sociale Verzekeringsbank. Deze gelden zijn echter niet volledig aan de schuldeisers van SHBS doorbetaald door X-AKT.
2.4
Op 1 juni 2022 heeft [de dochter]
“handelende voor zich in persoon, en als vertegenwoordiger van de eenmanszaak Administraties & Adviezen X-Akt ([KvK-nummer])”een schuldbekentenis ondertekend waarin staat dat zij de voorlopig begrote vordering van SHBS op haar erkent. Verder staat in deze schuldbekentenis ook nog:
“Schuldenaar handelende als vertegenwoordiger van de eenmanszaak Administraties & Adviezen X-Akt van [eiseres in vrijwaring] (moeder schuldenaar) en neemt in deze hoedanigheid mede de verantwoordelijkheid van deze schuld op zich. Echter, ook mevrouw [eiseres in vrijwaring] voornoemd is hoofdelijk aansprakelijk voor deze schuld.”
2.5
In een notariële akte van 18 juli 2022, verleden ten overstaan van de notaris, met als titel “Schuldbekentenis” hebben [eiseres in vrijwaring] en [de dochter] (in de akte gezamenlijk aangeduid als “Debiteur”) verklaard aan SHBS (“Crediteur”) Afl. 3.036.473,95, te vermeerderen met rente van 15% per jaar, schuldig te zijn. In de considerans van de schuldbekentenis staat onder andere:
“In tegenstelling tot de gemaakte afspraken, heeft Debiteur opzettelijk nagelaten de door Crediteur aan Debiteur betaalde gelden in de loop der jaren af te dragen aan de SVB en DIMP waardoor Crediteur deze gelden alsnog moet betalen aan voormelde instanties.”
2.6
De uit de schuldbekentenis blijkende betalingsafspraken zijn door [eiseres in vrijwaring] en [de dochter] niet nagekomen. Bij verstekvonnis van 18 januari 2023 is [de dochter] veroordeeld tot betaling van Afl. 3.000.000,00.
2.7
SHBS heeft het Gerecht conservatoir beslag te leggen op een onroerende zaak die in eigendom aan [eiseres in vrijwaring] toebehoort. Dat verzoek heeft het Gerecht afgewezen omdat de vrees voor verduistering niet aannemelijk is gemaakt.
2.8
Bij vonnis van dit Gerecht van heden in de hoofdzaak is [eiseres in vrijwaring] overeenkomstig de vordering van SHBS als volgt veroordeeld:
“veroordeelt [eiseres in vrijwaring] tot betaling aan SHBS van een bedrag van Afl. 3.036.473,95, te vermeerderen met de rente van 15% per jaar, vanaf 18 juli 2022 tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt [eiseres in vrijwaring] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van SHBS worden begroot op Afl. 7.050,00 aan griffierecht, Afl. 197,00 aan explootkosten en Afl. 12.000,00 aan salaris van de gemachtigde;”.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1 [
Eiseres in vrijwaring] vordert dat de notaris wordt veroordeeld tot betaling van de bedragen waartoe het Gerecht in voormeld vonnis haar heeft veroordeeld om aan SHBS te betalen, met veroordeling van de notaris in de kosten van de procedure.
3.2
De conclusie van de notaris luidt dat de vorderingen van [eiseres in vrijwaring], bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, moeten worden afgewezen, met haar veroordeling in de proceskosten en de nakosten en ook de wettelijke rente daarover.
3.3
Het gerecht zal op de standpunten van partijen hierna waar nodig nader ingaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Blijkens de incidentele vordering tot vrijwaring, zoals door [eiseres in vrijwaring] ingediend in de hoofdzaak en die aan de notaris met het oproepingsexploot is ondertekend, en de conclusie van repliek verwijt [eiseres in vrijwaring] de notaris dat hij heeft gehandeld in strijd met zijn zorg- en informatieplicht. Hij zou hebben gehandeld in strijd met de zorgvuldigheidsnormen die gelden voor een onafhankelijke en onpartijdige functionaris. Uit de stellingen van [eiseres in vrijwaring] volgt dat zij niet de opdrachtgeefster van de notaris is geweest. Het Gerecht stelt daarom vast dat haar vordering is gebaseerd op onrechtmatige daad. Het door haar gevorderde bedrag kan daarom niet anders dan schadevergoeding zijn. Dat betekent dat het Gerecht moet onderzoeken of [eiseres in vrijwaring] door handelen dan wel nalaten van de notaris schade heeft ondervonden die door hem aan haar moet worden vergoed.
4.2
De verwijten aan de notaris komen er overwegend op neer dat hij zijn zogenaamde Belehrungspflicht heeft verzaakt. [Eiseres in vrijwaring] voert namelijk aan dat zij 80 jaar oud was ten tijde van het verlijden van de akte, voorafgaande aan de afspraak bij de notaris met hem zelf geen direct contact heeft gehad, zij de oorspronkelijke onderhandse schuldbekentenis tussen SHBS en [de dochter] niet mede had ondertekend, zij gepensioneerd was met een laag maandelijks inkomen en zij geen redelijke reden had om een schuld van Afl. 3.036.473,95 op zich te nemen. Ook heeft zij geen concept van de akte ontvangen terwijl dat via whatsapp zonder problemen aan haar toegestuurd had kunnen worden. De notaris heeft zich er niet van vergewist of [eiseres in vrijwaring] daadwerkelijk bekwaam was en volledig begreep wat zij ondertekende. Daarbij komt dat in de notariële akte [eiseres in vrijwaring] en [de dochter] tezamen worden aangeduid in enkelvoud als “Debiteur” terwijl [eiseres in vrijwaring] de onderhandse schuldbekentenis niet heeft ondertekend. Dat maakt de notariële akte misleidend, temeer nu deze slechts beperkt is voorgelezen door de notaris. Dat alles tegen de achtergrond dat haar dochter [de dochter] de gelden heeft verduisterd en dat [eiseres in vrijwaring] daar niets mee te maken heeft gehad. De notaris weerspreekt deze argumenten op inhoudelijke gronden.
4.3
Het volgende wordt overwogen. Uit het vonnis in de hoofdzaak blijkt dat [eiseres in vrijwaring] wordt veroordeeld tot betaling van Afl. 3.036.473,95. Hetzelfde bedrag dus als is vermeld in de notariële akte. Daarmee staat vast dat [eiseres in vrijwaring] dit bedrag, feitelijk hoofdelijk met [de dochter] vanwege het hiervoor genoemde verstekvonnis tegen [de dochter] en de door haar ondertekende onderhandse én notarieel verleden schuldbekentenis, is verschuldigd aan SHBS. Die veroordeling in de hoofdzaak is er gekomen omdat [eiseres in vrijwaring] het Gerecht niet heeft gevraagd de schuldbekentenis te vernietigen wegens een wilsgebrek en nauwelijks andere juridisch waardeerbare verweren heeft gevoerd. Het Gerecht tekent daarbij aan dat de argumenten die [eiseres in vrijwaring] in deze procedure tegen de notaris aanvoert door haar niet zijn gebruikt of “omgebouwd” tot een argumentatie in de hoofdzaak die kan leiden tot vernietigbaarheid van de notarieel verleden schuldbekentenis. Nu de aansprakelijkheid van [eiseres in vrijwaring] op grond van het vonnis in de hoofdzaak vaststaat begrijpt het Gerecht niet waarom de notaris schadevergoeding, gelijk aan de hoofdsom van de verduisterde gelden, aan [eiseres in vrijwaring] verschuldigd zou zijn. Door het vonnis in de hoofdzaak is duidelijk dat [eiseres in vrijwaring] dit bedrag, los van de door de notaris verleden schuldbekentenis, sowieso is verschuldigd dus dan maken de gestelde handelingen of het nalaten van de notaris toch niet meer uit? De schuldbekentenis doet, nu het vonnis er is, niet af aan haar aansprakelijkheid jegens SBHS. Er is dus geen reden om een vrijwaringsverplichting van de notaris jegens [eiseres in vrijwaring] aan te nemen omdat de gedragingen of handelingen van de notaris geen verandering hebben gebracht in de aansprakelijkheid van [eiseres in vrijwaring] jegens SBHS. Veeleer lijken de argumenten die [eiseres in vrijwaring] in de vrijwaringsprocedure aanvoert meer op hun plaats in een tuchtrechtelijke procedure tegen de notaris.
4.4
Dit oordeel betekent dat de vorderingen van [eiseres in vrijwaring] reeds hierom moeten worden afgewezen. Als in het ongelijk gestelde partij wordt zij in de proceskosten veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt [eiseres in vrijwaring] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van de notaris worden begroot op nihil aan griffierecht en explootkosten en op Afl. 12.000,00 aan salaris van de gemachtigde, alsmede in de nakosten en bepaalt dat hierover wettelijke rente is verschuldigd nadat 14 dagen na dit vonnis zijn verstreken respectievelijk 14 dagen nadat het vonnis is betekend tot aan de dag van volledige betaling,
verklaart de veroordeling in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 10 september 2025 in aanwezigheid van de griffier.