ECLI:NL:OGEAA:2025:299

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
AUA202404375
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding en terugbetaling van geleende bedragen in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft Imperial Holdings LLC, eiseres, een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een lening die is verstrekt door de directeur van Imperial aan de gedaagde, waarbij gebruik is gemaakt van een creditcard en contante gelden. De gedaagde heeft de creditcard misbruikt door aanzienlijke bedragen uit te geven in een casino en heeft de geleende gelden niet terugbetaald. Na het leggen van conservatoir beslag op het loon van de gedaagde, heeft Imperial een vordering ingesteld voor de terugbetaling van USD 39.091,66, die later is verminderd tot USD 32.030,44. De gedaagde heeft zich verweerd door te stellen dat er geen overeenstemming was over de extra kosten en rente, maar het gerecht oordeelde dat de gedaagde toerekenbaar heeft geschoten door de creditcard voor andere doeleinden te gebruiken. Het gerecht heeft geoordeeld dat de gedaagde de geleende bedragen, inclusief rente en kosten, moet terugbetalen. De gedaagde werd in het ongelijk gesteld en veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, plus proceskosten.

Uitspraak

Vonnis van 8 oktober 2025
Behorend bij A.R. AUA202404375 AR
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
IMPERIAL HOLDINGS LLC,
te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: Imperial,
gemachtigde: mr. D.G. KOCK,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
procederend in persoon.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de conclusie van repliek.
1.2.
Nadat [gedaagde] een uitstel had gevraagd om een advocaat te zoeken vernam het Gerecht niet meer van hem. Daarom is zijn recht een conclusie van dupliek in te dienen vervallen verklaard.
1.3
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1
Tussen [directeur], directeur van Imperial, en [gedaagde] heeft een vriendschappelijke relatie bestaan. [Gedaagde] had financiering nodig voor een bouwproject. [Directeur] gaf hem de creditcard van Imperial en contant geld. Dat alles in het kader van een lening.
2.2
Toen bleek dat [gedaagde] de creditcard misbruikte ([gedaagde] deed uitgaven tot circa USD 10.000,00 in een casino) en de geleende gelden niet terugbetaalde kwam er een einde aan de vriendschap.
2.3
Imperial eiste de uitgeleende bedragen op maar [gedaagde] betaalde deze niet terug.
2.4.
Door Imperial is conservatoir beslag gelegd op het loon van [gedaagde].

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
Imperial vordert dat [gedaagde] wordt veroordeeld tot betaling van USD 39.091,66, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 december 2024 tot aan de dag van algehele betaling, met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure (waaronder de beslagkosten).
3.2
Het gerecht zal op de standpunten van partijen hierna waar nodig nader ingaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
Naar aanleiding van het verweer van [gedaagde] verminderde Imperial haar vordering tot USD 32.030,44. Dat bedrag bestaat uit opnames van totaal USD 23.885,62 plus door de creditcardmaatschappij in rekening gebrachte rente en kosten.
4.2 [
Gedaagde] verweert zich met het argument dat hij geen overeenstemming met Imperial heeft over de extra financieringskosten en rente die, zoals het Gerecht hem begrijpt, door de creditcardmaatschappij in rekening zijn gebracht. Dat wordt door Imperial bestreden. Het Gerecht overweegt dat [gedaagde] door de creditcard als financieringsmiddel te accepteren hij redelijkerwijs kon weten dat als hij op de creditcard niet zou aflossen er hoge boeterente in rekening wordt gebracht. Daarbij komt, zoals Imperial terecht stelt, dat door de creditcard in het casino te gebruiken [gedaagde] de kaart voor een ander doel heeft aangewend, dus toerekenbaar is geschoten, en dat de als gevolg daarvan bij Imperial in rekening gebrachte kosten door hem als schade moeten worden vergoed. Daarbij komt dat [gedaagde] de juistheid van de aan hem doorberekende bedragen rekenkundig niet betwist omdat hij heeft afgezien van het indienen van de conclusie van dupliek.
4.3 [
Gedaagde] voert ook nog aan dat hij in financiële problemen verkeert. Het Gerecht overweegt dat dit niet af kan doen aan het oordeel dat hij de geleende gelden, plus rente en kosten, moet terugbetalen. [Gedaagde] kan proberen een betalingsregeling met Imperial te treffen. Het Gerecht heeft daarin geen rol.
4.4 [
Gedaagde] wordt in het ongelijk gesteld. Daarom moet hij de proces- en beslagkosten van Imperial betalen. Het Gerecht zal iets af

5.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Imperial van een bedrag van USD 32.030,44, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 10 december 2024, tot de dag waarop volledig zal zijn betaald;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van Imperial worden begroot op Afl. 750,00 aan griffierecht, Afl. 225,00 aan oproepingskosten, Afl. 715,00 aan explootkosten wegens het beslag en Afl. 5.500,00 aan salaris van de gemachtigde;
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af;
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 8 oktober 2025 in aanwezigheid van de griffier.