ECLI:NL:OGEAA:2025:303

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
8 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
AUA202503044 KG
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Executiegeschil tussen Tierra del Sol Golf Course N.V. en TM Development & Construction VBA met betrekking tot dwangsommen en geurhinder

In deze zaak, die op 8 oktober 2025 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba is behandeld, gaat het om een executiegeschil tussen Tierra del Sol Golf Course N.V. (TDS) en TM Development & Construction VBA (TM) met betrekking tot verbeurde dwangsommen en geurhinder veroorzaakt door de irrigatie van de golfbaan. TDS had eerder een vonnis gekregen waarin het verboden werd om met ander water dan water van WEB te irrigeren. TM en de andere gedaagden in conventie, die in de nabijheid van de golfbaan wonen, hebben geklaagd over stankoverlast van het gebruikte water. TDS heeft in een eerdere procedure al dwangsommen verbeurd, maar betwist nu de verbeurdverklaring van nieuwe dwangsommen. Het Gerecht heeft vastgesteld dat TDS zich niet aan de eerdere veroordeling heeft gehouden en dat de dwangsommen zijn verbeurd. De vorderingen van TDS om de executie van de dwangsommen te staken zijn afgewezen, terwijl de tegenvordering van TM om TDS te verbieden om met ander water te irrigeren ook is afgewezen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de belangen van TM zwaarder wegen dan die van TDS, en dat er geen reden is om de executie van de dwangsommen te staken. TDS is veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 8 oktober 2025
Behorend bij AUA202503044 KG
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
TIERRA DEL SOL GOLF COURSE N.V.
te Aruba,
eiseres in conventie,
verwerende partij in reconventie,
hierna ook te noemen: TDS,
gemachtigde: de advocaten mr. A.A. Ruiz en mr. Th. Aardenburg,
tegen:

1.TM DEVELOPMENT & CONSTRUCTION VBA,

te Aruba,
2.
[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1],
3.
[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2],
beiden te Nederland,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
hierna ook te noemen: TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en/of [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2],
gemachtigde: de advocaten mr. D.W. Ormel en mr. M.K. van Haren.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift met producties,
- de producties en eis in reconventie van TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2],
- de pleitnota namens TDS,
- de pleitnota namens TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2],
- producties 6 en 7 van TDS,
- de mondelinge behandeling op 26 september 2025 waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt en waaruit blijkt wie er op de zitting zijn verschenen.
1.2
Aan partijen is meegedeeld dat vandaag vonnis zal worden gewezen.
2.DE VASTSTAANDE FEITEN
2.1
Tussen partijen is een eerder kort geding gevoerd. Daarin is op 14 mei 2025 door dit Gerecht uitspraak gedaan. Het vonnis is gepubliceerd op www.rechtspraak.nl onder ECLI:NL:OGEAA:2025:119. TDS is veroordeeld als volgt:
“5.1. verbiedt TDS om vanaf de datum van dit vonnis het rood gearceerde deel van de golfbaan, overeenkomstig de hieronder weergegeven plattegrond, te irrigeren met ander water dan water van WEB;
5.2
bepaalt dat TDS ten behoeve van [eisers] een dwangsom verbeurt vanAfl. 5.000,- voor iedere afzonderlijke inbreuk op het in 5.1 genoemde verbod tot een maximum van Afl. 500.000,- is bereikt; (…)”
2.2
TDS heeft hoger beroep van dit vonnis ingesteld. Daarin is nog geen uitspraak gedaan.
2.3
In het eerdere kort geding vonnis zijn de feiten als volgt vastgesteld:
“2.1
TM is eigenaar van een vrijstaande villa met zwembad gelegen aan de [adres 1] in het Tierra del Sol resort (hierna: de woning). [Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] (de dga van TM) woont samen met [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] een aantal maanden per jaar in de woning. De zoon van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] is de vaste bewoner van de woning. De woning grenst aan de noordzijde aan een golfbaan die in eigendom en in beheer is van TDS.
2.2
Zowel TDS als TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] is lid van de Tierra del Sol Master Association, het overkoepelende orgaan dat rekening houdt met de belangen van de betrokken partijen op het Tierra del Sol resort. De Master Association, haar leden en TDS zijn aan algemene voorwaarden gebonden, de zogenoemde Master Declaration.
[Gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] ervaren in de afgelopen maanden in en rondom de woning stankoverlast van het water dat wordt gebruikt voor de irrigatie van de golfbaan. Dit water is afkomstig van de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) in Bubali.
2.4
Op 27 december 2024 en op 31 december 2024 heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] namens TM eene-mail aan TDS verzonden waarin hij klaagt over de stankoverlast.
2.5
Op 6 januari 2025 heeft TDS aan de huiseigenaren het volgende bericht toegezonden:
“We wanted to address an issue that some of you may have noticed: the unpleasant odor from the irrigation system on the golf course. We understand that this may be concerning, and we would like to provide some information to explain the situation and assure you that it is being closely monitored. We are currently in a refurbishment phase and, therefore, need to irrigate certain areas during the daytime hours, whereas usually this would happen in the late evening or early morning hours. We use greywater for this, which comes from the [adres 2] [plaats]. While it is treated for use, it does create odors.
For this reason, we have contacted Utilities and AWSS (..) several times in order to find prompt solutions. Please be aware that Utilities and AWSS are working on a project aimed at avoiding the current and unfortunate situation. However, the completion of this project will require some time. Therefore, in our best efforts, we have contracted a local company to further treat the water that enters our tanks, and they began this process in December. They assure us that we will start seeing result within 6 to 8 weeks.
We understand that odors can be unpleasant, but please know that this is temporary and linked to the natural processes of maintaining the golf course (..)”
2.6
In verband met aanhoudende stankoverlast heeft [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] op 9 januari 2025 een brief aan TDS toegezonden waarin hij sommeert de irrigatie van de golfbaan onmiddellijk te beëindigen voor wat betreft het gebied dat is gelegen ten noorden/noordoosten van de woning.
2.7
Sinds 21 januari 2025 zijn partijen enkele keren met elkaar in overleg gegaan over de overlast die [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] ondervinden. Naar aanleiding van deze gesprekken heeft TDS de golfbaan nabij de woning enige tijd niet gesproeid en later (na de aanleg van nieuwe grasmatten) overdag handmatig in plaats van met sprinklers. Deze maatregelen hebben echter niet het door [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] gewenste gevolg gehad.
2.8
Op 25 februari 2025 heeft deurwaarder [deurwaarder] bij de woning van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] een proces-verbaal van bevindingen opgemaakt. In het proces-verbaal staat het volgende vermeld:
“In alle ruimtes was de vieze geur duidelijk aanwezig.
Om 09:35 uur kwam ik in de woning van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1]/[gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] aan. Er hing toen aldaar een vieze geur. Ik vernam dat het sprinklersysteem op de golfbaan om 08:45 uur voor ongeveer vijf minuten aan was en dat de geur is blijven hangen.
Om 09:45 uur bevonden wij ons, mijn getuige en ik, in de patio en ging het sprinklersysteem weer aan. Meteen merkten mijn getuige en ik dat er een ondraaglijke geur in de lucht hing vergezeld van druppels.
Direct daarna, om 09:47 uur, zijn wij naar de slaapkamer en het balkon van de slaapkamer op de tweede verdieping gegaan, ook daar was de ondraaglijke geur te bespeuren. Zowel in de slaapkamer als op het balkon hing de ondraaglijke geur in de lucht, samen met druppels op het balkon. Het sprinklersysteem ging om 09:50 uur uit maar de slechte geur bleef in de gehele woning hangen.”
(…)"
2.4.
Deze feitenvaststelling neemt het Gerecht in dit vonnis over. TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] hebben het kort geding vonnis betekend aan TDS en aanspraak gemaakt op dwangsommen van in totaal Afl. 80.000,00 (hierna: de Dwangsommen). Daarna is tot twee keer toe executoriaal derdenbeslag gelegd op een bankrekening van TDS waarop circa
Afl. 747.000,00 stond (hierna: de Beslagen) naar zeggen van TDS. Een derdenverklaring was nog niet voorhanden.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
TDS vordert dat het Gerecht, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, het volgende beslist:
“Primair: [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te veroordelen de executie van de Dwangsommen te staken en gestaakt te houden en, voor zover de Beslagen niet nietig zijn, de Beslagen op te heffen;
Subsidiair: [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te veroordelen de executie van de Dwangsommen te staken en gestaakt te houden en, voor zover de beslagen niet nietig zijn, de Beslagen op te heffen en de zaak te verwijzen naar de gewone terechtzitting voor een oordeel van de bodemrechter over de verschuldigdheid van de Dwangsommen;
Meer subsidiair: de Beslagen op te heffen tegen afdoende door TDS aan [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] te stellen zekerheid, totdat de bodemrechter in kracht van gewijsde over de verschuldigdheid van de Dwangsommen heeft beslist, na verwijzing van Uw Gerecht naar de gewone terechtzitting, althans in een door TDS binnen een (1) maand na het te dezen te wijzen vonnis te entameren bodemprocedure;
Primair, subsidiair en meer subsidiair: met veroordeling van [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] in de kosten van dit geding.”
3.2
De tegenvordering van TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] luidt als volgt:
“TDS te verbieden om het gedeelte van de golfbaan overeenkomstig het op de overzichtskaart blauw gearceerde deel (productie 19) te irrigeren met ander water dan water van WEB en te bepalen dat TDS ten behoeve van TM een dwangsom verbeurt van Afl. 25.000,-- voor iedere afzonderlijke inbreuk op dat verbod;
TDS te veroordelen in de kosten van deze procedure in conventie en reconventie, onder de bepaling dat indien de gedingkosten niet binnen veertien dagen na betekening van het vonnis zijn voldaan, daarover vanaf de vijftiende dag wettelijke rente is verschuldigd tot de dag der algehele voldoening.”
3.3
Partijen voeren gemotiveerd verweer tegen elkaars vorderingen.
3.4
Het Gerecht zal hierna, waar nodig, nader op de standpunten van partijen ingaan.

4.DE BEOORDELING

Inleiding
4.1
De vordering van TDS is gebaseerd op artikel 438 Rv en het gaat dus om een executiegeschil. TDS wil namelijk voorkomen dat de Dwangsommen op haar rekening bij de Arubabank worden geëxecuteerd. De tegenvordering van TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] is gebaseerd op artikel 226 Rv en is dus een “gewone” vordering in kort geding. Zij wil daarmee een einde aan de stankoverlast als gevolg van de irrigatie van de golfbaan bereiken. Een dergelijke reconventionele vordering is toegestaan. Eerst gaat het Gerecht in op het executiegeschil. Anders dan TDS aanvoert, hoeft daarvoor geen spoedeisend belang, vergelijkbaar met een “gewoon” kort geding, te worden gesteld. Die eis stelt artikel 434 Rv namelijk niet.
Het executie kort geding
4.2
TDS voert een formeel verweer. De beslagexploten zijn nietig en daarom moeten de Beslagen volgens haar worden opgeheven. TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] betwisten dat de beslagen nietig zijn en het Gerecht geeft hen daarin gelijk. Op grond van artikel 475 lid 1 onder c Rv moet het beslagexploot ook
“een opgave van hetgeen de geëxecuteerde krachtens deze titel aan de executant verschuldigd is”bevatten. TDS stelt dat het alleen noemen van de bedragen aan verschuldigde dwangsommen (Afl. 35.000,00 respectievelijk Afl 45.000,00) niet voldoende is. Het Gerecht overweegt dat het beslagexploot is gericht tot de geëxecuteerde; hij moet begrijpen op grond waarvan en tot welk bedrag beslag is gelegd en wat er moet worden betaald. Aan die eis voldoet het exploot. Daarom zijn de beslagexploten niet nietig. Redelijkerwijs kan ook niet worden gezegd dat TDS enig nadeel heeft ondervonden want TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] wijzen er terecht op dat uit de confraternele correspondentie (die onderdeel is van de processtukken) precies blijkt om welke overtredingen van het vonnis het gaat. Daarbij komt ook nog eens dat uit de pleitnota en het besprokene op de zitting blijkt dat TDS zich inhoudelijk weet te verweren zodat zij ook geen nadeel heeft ondervonden van het alleen weergeven van het totale verbeurde bedrag aan dwangsommen in de exploten.
4.3
Gelet op de primaire en subsidiaire vorderingen moet het Gerecht beoordelen of er redenen zijn te beslissen dat de executie moet worden gestaakt. In dit kort geding moet het Gerecht daarom een voorlopig oordeel geven of de bodemrechter zou beslissen dat de dwangsommen zijn verbeurd. Het criterium voor de bodemrechter komt neer op beantwoording van de vraag of wat door de geëxecuteerde ter uitvoering van het veroordelend vonnis is verricht, overeenstemt met de inhoud van de veroordeling zoals die door uitleg moet worden vastgesteld. Bij die uitleg moet het doel en de strekking van de veroordeling tot richtsnoer worden genomen, in die zin dat de veroordeling niet verder strekt dan tot het bereiken van het daarmee beoogde doel. [1] TDS geeft in het verzoekschrift ruiterlijk toe dat zij voor overtredingen op 24, 26 en 28 mei 2025 vrijwillig
Afl. 15.000,00 aan dwangsommen aan TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] heeft betaald. Door een misverstand is er op die dagen in strijd met het kortgedingvonnis namelijk niet met WEB-water gesproeid. Maar voor alle overige data, te weten 27 en 31 mei, 5 juni, 6/7, 13, 14, 15 juli, 10, 13, 14, 26 t/m 31 augustus 2025, geldt dat zij geen stankoverlast heeft veroorzaakt omdat zij met WEB-water heeft gesproeid of helemaal niet heeft geïrrigeerd. Zij verwijst naar foto’s en een door haar directeur en irrigatietechnicus ondertekende verklaring maar ook naar een overzicht van de resultaten van geurtesten (op een schaal van 1 tot 10) door een aantal van haar medewerkers.
4.4
Het Gerecht stelt voorop dat in het eerdere vonnis de verplichting is opgelegd dat uitsluitend met WEB-water mag worden geïrrigeerd om te voorkomen dat geurhinder ontstaat. Daarom moet naar voorlopig oordeel komen vast te staan dat dit inderdaad het geval is geweest. Maar dat is niet komen vast te staan, zoals het Gerecht hierna uiteen zet. In de pleitnota namens TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] wordt gedetailleerd ingegaan op elke voormelde datum. Daarin wordt uitgelegd dat het verweer van TDS wat betreft de onderscheiden data ziet op het verkeerde dagdeel en dat er niet met WEB-water is gesproeid. Deze gedetailleerde uitleg gaat gepaard met filmpjes en WhatsApp-berichten. Deze uitleg heeft TDS op de zitting niet weten te weerleggen. De verklaring van haar directeur en technicus vindt het Gerecht, naar voorlopig oordeel, te weinig specifiek. Voorstelbaar zou zijn geweest dat TDS een extern deskundige zou hebben gevraagd (of een proces-verbaal van bevindingen door een deurwaarder zou hebben laten opmaken) om te bevestigen dat zij daadwerkelijk WEB-water (waarmee wordt bedoeld gezuiverd water dat dus niet stinkt) heeft gebruikt, zoals overigens TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] ook op 19 mei 2025 (dus kort na het eerdere kort geding vonnis) aan TDS hebben voorgesteld maar waarop zij niet is ingegaan. Ook het overzicht van het “geurpanel”, bestaande uit een aantal werknemers van TDS, gaat mank aan hetzelfde; het is niet overtuigend genoeg en enig onderliggend protocol of technische (lees: olfactometrische) onderbouwing ontbreekt. Bovendien zou een geurpanel niet nodig zijn als TDS aannemelijk zou hebben gemaakt uitsluitend WEB-water te gebruiken. Daarbij komt ook nog eens dat TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] rond 11 september 2025 een handgeschreven briefje van een andere bewoner in de brievenbus vonden. Die buurman schrijft dat hij de irrigatieproblematiek niet acceptabel vindt en dat hij graag met hen wil samenwerken tegen TDS. Dit alles, dus ook rekening houdende met de vrijwillige betalingen van verbeurde dwangsommen, leidt het Gerecht tot de conclusie dat, naar voorlopig oordeel, de dwangsommen wel degelijk zijn verbeurd en dat de bodemrechter dat ook zou beslissen. De primaire en subsidiaire vorderingen kunnen daarom niet worden toegewezen, tenzij een belangenafweging, waarop het Gerecht hierna ingaat, anders uitwijst.
4.5
Eerst staat het Gerecht nog stil bij de meer subsidiaire vordering. Gelet op wat hiervoor is overwogen, is het uitgangspunt dat TDS zich niet heeft gehouden aan de veroordeling. Daarom is er geen ruimte voor niet betaling van de dwangsommen tegen stellen van zekerheid door TDS. Een ander oordeel zou bovendien tot gevolg hebben dat de prikkel die van de dwangsommen moet uitgaan feitelijk wordt ontkracht. TDS is een zeer kapitaalkrachtige partij die dan feitelijk geen last zou hebben van de veroordeling, omdat zij bij elke overtreding zekerheid kan stellen tot het maximum van Afl. 500.000,00 is bereikt. Dat is onwenselijk; het kan niet zo zijn dat een kapitaalkrachtige partij achterover kan leunen om te wachten tot de bodemrechter bij einduitspraak een beslissing neemt over de vraag of dwangsommen al dan niet zijn verbeurd en zich intussen niet hoeft te houden aan de veroordeling. Omgekeerd wijzen TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] erop dat er geen sprake is van een restitutierisico; hun kapitale villa biedt genoeg verhaal en bovendien hebben zij bedrijven op Aruba. Dat is door TDS niet dan wel onvoldoende weersproken.
4.6
Blijft dus nog over de belangenafweging. De belangen van TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] wegen zwaarder dan die van TDS. De buurman mag immers aan de andere buurman op grond van artikel 5:37 BW geen (geur)hinder toebrengen. En duidelijk is dat daarvan hier wel sprake is waarmee TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] in hun woon- en eigenaarsbelangen worden getroffen. TDS heeft geen last, dan wel veel minder last van de irrigatie met ander dan WEB-water vanwege de aard van haar bedrijfsvoering; de exploitatie van een groot golfresort waar geen mensen wonen die ’s ochtends wakker worden en met de stank worden geconfronteerd. Een en ander geldt temeer omdat TDS als enige de stankoverlast kan voorkomen door met WEB-water te irrigeren. TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] kunnen niets doen om de geurhinder te voorkomen; van hen kan niet worden gevergd dat zij de ramen sluiten of geen of minder gebruik maken van de woning.
4.7
Daarom wordt de vordering van TDS afgewezen. Als in het ongelijk gestelde partij wordt zij in de proceskosten veroordeeld, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de vijftiende dag na de uitspraak van dit vonnis.
De tegenvordering van TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2]
4.8
TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] stellen de tegenvordering in omdat in het verzoekschrift van TDS onder 18 wordt geschreven:
“Bovendien geldt, zoals ook uit de door TDS ingebrachte verklaring blijkt, dat eventuele geuremissie die afkomstig is van Bubali water waarmee andere delen van de golfbaan worden geïrrigeerd ook de Woning van [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1]
c.s. kan bereiken vanwege fluctuaties in windrichting. Het is dus helemaal niet gezegd dat als [gedaagden in conventie, eisers in reconventie] al geuroverlast zouden ondervinden dat die afkomstig is van het water waarmee het Terrein wordt geïrrigeerd.”
4.9
Het spoedeisend belang (voorkomen van geurhinder) is met de aard van de vordering gegeven. Het Gerecht zal deze vordering echter afwijzen vanwege het volgende. Alinea 18 in het verzoekschrift beschrijft een situatie die ziet op fluctuaties in windrichting. Omdat in het vorige kort geding uitgebreid is nagedacht over het perceel waarvoor de dwangsommen gelden, voert het nu te ver om enkel vanwege fluctuaties in windrichting een extra perceel hieraan toe te voegen. Bovendien geldt dat er geen rechtsregel is die meebrengt dat TDS elke vorm van geurhinder door een fluctuatie in windrichting dient te voorkomen, rekening houdende met het feit dat de dominante wind uit het Oosten waait. Daarom wordt ook de tegenvordering van TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] afgewezen en worden zij als in het ongelijk gestelde partijen in de proceskosten veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
rechtdoende in conventie:
5.1
wijst de vorderingen van TDS af,
5.2
veroordeelt TDS in de proceskosten, aan de zijde van TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] begroot op Afl. 1.000,00 aan salaris gemachtigde, te vermeerderen met wettelijke rente gerekend vanaf de vijftiende dag na de uitspraak van dit vonnis,
rechtdoende in reconventie:
5.3
wijst de vorderingen van TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] af,
5.4
veroordeelt TM, [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 1] en [gedaagde in conventie, eiser in reconventie 2] in de proceskosten, aan de zijde van TDS begroot op Afl. 1.000,00 aan salaris gemachtigde,
rechtdoende in conventie en in reconventie:
5.5
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 8 oktober 2025 in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.HR 20 mei 1994, ECLI:NL:HR:1994:ZC1367