ECLI:NL:OGEAA:2025:313

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
15 oktober 2025
Publicatiedatum
30 oktober 2025
Zaaknummer
AUA202503172 KG
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstek en toewijzing van vorderingen tot ontruiming en betaling van achterstallige huur in kort geding

In deze zaak, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba, heeft eiser, vertegenwoordigd door mr. R.L.F. Dijkhoff, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die niet is verschenen. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 30 september 2025 is ingediend, gevolgd door een mondelinge behandeling op 10 oktober 2025. Eiser vordert ontruiming van een woning en betaling van achterstallige huur, omdat gedaagde al meer dan twee jaar geen huur heeft betaald, met een totale achterstand van Afl. 12.500,--. Eiser heeft gedaagde meerdere keren gesommeerd om de huur te betalen of de woning te ontruimen, maar gedaagde heeft hieraan geen gehoor gegeven. Bij aangetekende brief van 16 juni 2025 heeft de gemachtigde van gedaagde eiser gesommeerd om de woning te ontruimen, maar ook dit verzoek is genegeerd.

Het Gerecht heeft vastgesteld dat gedaagde niet op de zitting is verschenen, ondanks dat de oproeping correct is betekend. Daarom is verstek verleend. De vorderingen van eiser zijn door het Gerecht als niet onrechtmatig of ongegrond beoordeeld en zijn toegewezen. Gedaagde is veroordeeld om de woning binnen vijftien dagen na betekening van het vonnis te ontruimen en om Afl. 12.500,-- aan achterstallige huur te betalen. Daarnaast is gedaagde veroordeeld in de proceskosten van eiser, die zijn begroot op Afl. 750,-- aan griffierecht, Afl. 484,-- aan explootkosten en Afl. 1.000,-- aan salaris van de gemachtigde. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

Vonnis in kort geding van 15 oktober 2025
Behorend bij AUA202503172 KG
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van:
[Eiser],
te Aruba,
eiser, hierna te noemen: [eiser],
gemachtigde: de advocaat mr. R.L.F. Dijkhoff,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
niet verschenen.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen op 30 september 2025, met producties 1 t/m 3;
- de mondelinge behandeling van de zaak op de zitting van 10 oktober 2025, waarvan de griffier aantekeningen heeft gemaakt en waaruit blijkt wie er op de zitting zijn verschenen.
1.2
Vonnis is bepaald op vandaag.

2.DE FEITEN

2.1
Partijen hebben vijf jaar geleden een huurovereenkomst gesloten voor het woonhuis/appartement te [adres 1] te Aruba (hierna: de woning).
2.2 [
Gedaagde] heeft ruim twee jaar geen huur meer betaald. De huurachterstand bedraagt op het moment van indiening van het verzoekschrift Afl. 12.500,--.
2.3 [
Eiser] heeft [gedaagde] meermaals gesommeerd de achterstallige huur te betalen dan wel de woning te ontruimen. [Gedaagde] heeft aan die verzoeken geen gehoor gegeven.
2.4
Bij aangetekende brief van 16 juni 2025 heeft de gemachtigde van [gedaagde] [eiser] gesommeerd om de woning te ontruimen. [Gedaagde] heeft aan dit verzoek geen gehoor gegeven.

3.DE VORDERING

3.1 [
Eiser] verzoekt het Gerecht – zakelijk weergegeven – om bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
I. [Gedaagde] te bevelen om het woonhuis/appartement gelegen te [adres 1], binnen vijftien dagen na de door het Gerecht te geven beslissing te ontruimen, met medeneming van alle zich daarin van (het Gerecht begrijpt:) zijnentwege bevindende personen en goederen;
II. [Gedaagde] te machtigen om, via een deurwaarder de ontruiming te doen bewerkstelligen;
III. [Gedaagde] te veroordelen tot betaling van de achterstallige huur van Afl. 12.500,--;
een en ander met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2
Aan deze vordering legt [eiser] ten grondslag dat [gedaagde] een huurachterstand heeft laten ontstaan, hij [gedaagde] in gebreke heeft gesteld maar [gedaagde] desondanks weigert te betalen. [Gedaagde] maakt nu al geruime tijd gebruik van de woning zonder dat hij daarvoor een vergoeding betaalt en aan die situatie moet een einde komen. [Gedaagde] maakt zonder recht of titel gebruik van de woning.

4.DE BEOORDELING

4.1
Het Gerecht stelt vast dat [gedaagde] niet op de zitting is verschenen, hoewel het oproepingsexploot is betekend aan het adres van het gehuurde ([adres 1] te Aruba) als aan het adres waarop [gedaagde] staat ingeschreven ([adres 2] te Aruba). Het Gerecht zal daarom verstek verlenen tegen [gedaagde].
4.2
De vorderingen van [eiser] komen het Gerecht onrechtmatig noch ongegrond voor en worden daarom – op de wijze zoals hierna vermeld – toegewezen.
4.3
Het Gerecht zal de door [eiser] gevorderde ontruiming toewijzen en bepalen dat [gedaagde] de woning binnen vijftien dagen na betekening van het vonnis moet ontruimen. De vordering van [eiser] tot machtiging om de woning zelf door de deurwaarder te laten effectueren, wordt afgewezen. Op grond van de artikelen 555 e.v. Rv in verbinding met artikel 444 Rv is de deurwaarder bevoegd tot executie van de veroordeling tot ontruiming. Een afzonderlijke machtiging is daarvoor niet vereist.
4.4
Tot slot zal het Gerecht [gedaagde] veroordelen om een bedrag van Afl. 12.500,-- aan achterstallige huurpenningen te betalen. Op de zitting heeft de gemachtigde van [eiser] nog verklaard dat de huurachterstand inmiddels verder is opgelopen, maar de vordering biedt geen ruimte voor toewijzing van een hoger bedrag.
4.5 [
Gedaagde] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, worden veroordeeld in de proceskosten van [eiser], tot aan deze uitspraak begroot op Afl. 750,-- aan griffierecht,
Afl. 484,-- aan explootkosten en Afl. 1.000,-- aan salaris van de gemachtigde.

5.DE UITSPRAAK

Het Gerecht:
5.1
verleent verstek tegen [gedaagde];
5.2
veroordeelt [gedaagde] om binnen vijftien dagen na betekening van het vonnis het woonhuis/appartement gelegen aan de [adres 1] te Aruba te ontruimen, met medeneming van alle zich daarin van zijnentwege bevindende personen en goederen;
5.3
veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser] een bedrag van Afl. 12.500,-- aan achterstallige huur te betalen;
5.4
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure, die tot de datum van uitspraak aan de kant van [eiser] worden begroot op Afl. 750,-- aan griffierecht, Afl. 484,-- aan explootkosten en Afl. 1.000,-- aan salaris van de gemachtigde
5.5
verklaart de veroordelingen in dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
5.6
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag, 15 oktober 2025 in aanwezigheid van de griffier.