ECLI:NL:OGEAA:2025:328

Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba

Datum uitspraak
29 oktober 2025
Publicatiedatum
12 november 2025
Zaaknummer
AUA202404107 AR
Instantie
Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele procedure over de rechtsgeldigheid van parkeerregels en opgelegde boetes aan appartementseigenaar

In deze civiele procedure, aangespannen door de Vereniging van Eigenaren Las Rocas 6 (hierna: de VVE) tegen een appartementseigenaar, staat de rechtsgeldigheid van de parkeerregels en de opgelegde boetes centraal. De VVE heeft de gedaagde, die van rechtswege lid is van de vereniging, twee boetes opgelegd van Afl. 250,00 per overtreding wegens foutief parkeren. De gedaagde heeft namelijk twee parkeerplaatsen gebruikt, terwijl hij er slechts recht op heeft voor één. De VVE vordert dat het Gerecht verklaart dat de parkeerregels bindend zijn voor alle leden, inclusief de gedaagde, en dat de gedaagde de boetes met wettelijke rente dient te betalen.

Tijdens de procedure heeft de gedaagde verweer gevoerd, stellende dat hij op basis van de leveringsakte recht had op drie parkeerplaatsen. Het Gerecht overweegt echter dat de VVE geen partij is bij de leveringsakte en dus niet verplicht is om de gedaagde drie parkeerplaatsen te bieden. De gedaagde heeft niet betwist dat de boetemogelijkheid rechtsgeldig is opgenomen in het Reglement van de VVE. Het Gerecht concludeert dat de opgelegde boetes rechtmatig zijn, aangezien de gedaagde in strijd met de regels heeft gehandeld en de VVE hem eerst een waarschuwing heeft gegeven.

Het Gerecht heeft de vorderingen van de VVE toegewezen en de gedaagde veroordeeld tot betaling van Afl. 500,00 wegens overtreding van de parkeerregels, alsook in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.J.J. van Rijen op 29 oktober 2025, en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

Vonnis van 29 oktober 2025
Behorend bij AUA202404107 AR
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN ARUBA
VONNIS
in de zaak van:
VERENIGING VAN EIGENAREN LAS ROCAS 6,
te Aruba,
eiseres, hierna ook te noemen: de VVE,
gemachtigde: mr. D.G. Illes,
tegen:
[Gedaagde],
te Aruba,
gedaagde, hierna ook te noemen: [gedaagde],
gemachtigde: mr. D.G. Kock.

1.DE PROCEDURE

1.1
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift;
- de conclusie van antwoord;
- de beslissing een comparitie van partijen te bepalen;
- de pleitnota namens de VVE;
- de aantekeningen van de griffier van de comparitie van partijen op 17 september 2025 waaruit blijkt wie er op de comparitie zijn verschenen.
1.2
De zaak is daarna verwezen naar de rol voor vonnis.

2.DE VASTSTAANDE FEITEN

2.1 [
Gedaagde] is appartementseigenaar en daarom van rechtswege lid van de VVE.
2.2
Op grond van het Reglement van de VVE heeft de VVE aan [gedaagde] een tweetal boetes opgelegd van Afl. 250,00 per overtreding wegens foutief parkeren van een van zijn drie auto’s. Hij mag namelijk maar gebruik maken van één parkeerplaats maar hij gebruikte er twee.

3.DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

3.1
De VVE vordert dat het Gerecht, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, de volgende beslissingen neemt:
“Voor recht te verklaren dat de vastgestelde parkeerregels rechtsgeldig en bindend zijn voor alle leden, inclusief de gedaagde, om toekomstige naleving te waarborgen;
Om gedaagde te veroordelen tot betaling van de opgelegde boetes met wettelijke rente, wegens herhaaldelijke overtredingen van de parkeerregels zoals vastgelegd en goedgekeurd door de ledenvergadering;
gedaagde te veroordelen In de kosten van deze procedure”.
3.2 [
Gedaagde] voert hiertegen gemotiveerd verweer.
3.3.
Het gerecht zal op de standpunten van partijen, hierna waar nodig nader ingaan.

4.DE BEOORDELING

4.1
In zijn conclusie van antwoord voert [gedaagde] aan dat hij op grond van de leveringsakte er vanuit mocht gaan dat hij de beschikking zou krijgen over drie parkeermogelijkheden. Het Gerecht overweegt dat de VVE geen partij is bij de leveringsakte. Zij is dan ook niet gehouden om hiervoor te zorgen en evenmin om zich hierdoor in haar gedragingen te laten leiden. [Gedaagde] voert geen verweer tegen de rechtsgeldigheid van het Reglement waarin de boetemogelijkheid van de VVE is voorzien. Daarom moet het gerecht er vanuit gaan dat deze mogelijkheid rechtsgeldig in het Reglement is opgenomen. Uit de stukken die door de VVE in het geding zijn gebracht blijkt dat overigens ook.
4.2
Wel voert [gedaagde] aan dat de boetes een ontoelaatbare inbreuk op zijn eigendomsrecht vormen. Daarin gaat het Gerecht echter niet in mee. Duidelijk is immers dat het Reglement rechtsgeldig is vastgesteld. [Gedaagde] betwist ook niet dat hij in strijd met de regels een van zijn auto's heeft geparkeerd. Dat betekent dat de twee boetes zijn verschuldigd, waarbij het gerecht aantekent dat de VVE aan hem eerst een waarschuwing heeft gegeven. Toen dat niet bleek te helpen is de VVE overgegaan tot het opleggen van de twee boetes.
4.3
Een en ander betekent dat de vorderingen van de VVE worden toegewezen zoals hieronder is beslist. Het Gerecht tekent aan dat de gevorderde verklaring voor recht alleen kan zien op [gedaagde] en niet op de andere appartementseigenaren. Zij zijn immers geen partij in deze procedure.
4.4
Als in het ongelijk gestelde partij wordt [gedaagde] In de proceskosten veroordeeld.

5.DE UITSPRAAK

Het gerecht:
verklaart voor recht dat de parkeerregels als vermeld in het Reglement bindend zijn voor [gedaagde],
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van Afl 500,00 wegens overtreding van de parkeerregels,
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van deze procedure, aan de zijde van de VVE begroot op Afl. 450,00 aan griffierecht, op Afl 475,00 aan oproepingskosten en op Afl. 100,00 aan salaris gemachtigde,
verklaart deze veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen rechter in dit gerecht, en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting van woensdag 29 oktober 2025 in aanwezigheid van de griffier.