4.Bewijsbeslissingen
4A. Vrijspraak ten aanzien van feit 1 primair (moord)
Met de officier van justitie en de raadsman is het Gerecht van oordeel dat de verdachte moet worden vrijgesproken van de tenlastegelegde moord. Het dossier bevat onvoldoende aanknopingspunten om te kunnen vaststellen dat sprake was van “voorbedachten rade”. De verdachte zal van het onder feit 1 primair tenlastegelegde dan ook, zonder nadere motivering, worden vrijgesproken.
4B. Bewijsmiddelen
Het Gerecht komt tot bewezenverklaring van de onder feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3 tenlastegelegde feiten op grond van de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
met betrekking tot feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3
1. De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting van 7 april 2016, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb in de nacht van 30 november op 1 december 2015 op Bonaire [slachtoffer] meermalen in zijn lichaam gestoken met een mes van ongeveer 30 cm lang. Toen hij niets meer deed, ben ik in de woonkamer gaan zitten totdat ik hem niet meer hoorde rochelen. Ik wist toen dat hij dood was. Ik heb zijn lijk in vuilniszakken gedaan en vervolgens heb ik hem in een kliko geduwd. Deze kliko heb ik in een busje gezet en daarmee ben ik naar Seru Largu gereden, waar ik het lichaam van [slachtoffer]heb gedumpt. De kliko heb ik daar ergens laten staan. Ik heb dat allemaal gedaan om mijn sporen uit te wissen voor de politie. Ik wilde niet dat ze erachter zouden komen dat ik [slachtoffer]had gedood. In de loop van de volgende dag, 1 december, heb ik, voordat ik naar Venezuela zou terugvliegen, een stapel bankbiljetten (US dollars) van [slachtoffer]meegenomen. Hij had dat geld die avond ervoor zitten tellen. Later die dag heb ik ook nog een halsketting van [slachtoffer]gepakt. Ik heb de ketting en het geld in mijn koffer gestopt.
2. Een proces-verbaal van bevinding plaatsaanwijzing met de verdachte J.J. Marco Solis, map 2, proces-verbaal 34, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant [verbalisant], hoofdagent bij het Korps Politie Caribisch Nederland, zakelijk weergegeven:
Op 2 december 2015 zijn wij op aanwijzing van de verdachte [vde] gereden richting Seru Largu gelegen te Bonaire. Aangekomen bij de weg naar Seru Largu heeft de verdachte ons verteld hoe wij moesten rijden. Wij volgden zijn aanwijzingen. Op een gegeven moment zagen wij een vuilcontainer langs de kant van de weg. De verdachte verklaarde spontaan dat hij het lijk van [slachtoffer] in die vuilcontainer had gedaan en het lijk verderop had gedumpt. We zijn op zijn aanwijzingen verder gereden en bij een zijpad aangekomen. Daar zijn wij uitgestapt en bergafwaarts gelopen. Bij een ravijntje aangekomen zagen wij dat er een lijk enkele meters verderop op de grond lag. Wij zagen dat er een zwarte zak over het bovenlichaam van het lijk zat en verder lagen er nog twee plastic zakken op de grond ter hoogte van het lijk.
3. Een proces-verbaal van bevinding lijkherkenning, map 2, proces-verbaal 28, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisant [verbalisant], brigadier bij het Korps Politie Caribisch Nederland, zakelijk weergegeven:
Op Seru Largu werd op aanwijzing van de verdachte [vde] een stoffelijk overschot aangetroffen. Op 2 december 2015 werd een lijkherkenning gedaan met familieleden van het slachtoffer. De moeder en de vader van het slachtoffer, respectievelijk [moeder] e/v [vader], de broer van het slachtoffer, [broer], en de vriendin van de broer, [vriendin], herkenden het aan hen getoonde lijk als zijnde de man [slachtoffer].
4. Een geschrift van het Nederlands Forensisch Instituut, map 5, te weten een door patholoog A. Maes opgemaakt verslag d.d. 6 december 2015, met voorlopige bevindingen naar aanleiding van de sectie op het lichaam van [slachtoffer], voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Bij sectie waren er over het lichaam verspreid in totaal circa 31 steek- en snijverwondingen. In de hals was een steekkanaal met een lengte van circa 8 cm. In dit steekkanaal was er perforatie van het strottenhoofd en de linker halsslagader. Voor aan de borst was een steekkanaal van circa 15 cm. Er was daarbij perforatie van de 3e rib rechts vóór, de rechterlong in de boven- en onderkwab en er was perforatie van de tussenribruimte tussen de 6e en 7e rib rechtsachter. De steek- en snijverwondingen zijn het gevolg van steken en snijden met één of meer snijdende voorwerpen en passen bij steken en snijden met één of meerdere messen. Het overlijden is het gevolg van massaal bloedverlies van alle steekletsels gezamenlijk in combinatie met functieverlies van de rechterlong. Voorlopige conclusie: [slachtoffer] is overleden als gevolg van verwikkelingen van meermalen bij leven opgelopen uitwendig inwerkend scherprandig perforerend geweld (steken en snijden) op het lichaam.
5. Een proces-verbaal van bevindingen onderzoek kliko, proces-verbaalnummer 20151202-001, los stuk, voor zover inhoudende als verklaring van [verbalisant], brigadier bij het Korps Politie Aruba en gedetacheerd bij het Korps Politie Caribisch Nederland, zakelijk weergegeven:
Naar aanleiding van het aantreffen van een lijk op Seru Largu op 2 december 2015 is forensisch technisch sporenonderzoek verricht aan een kliko. Er is bloed op de kliko aangetroffen en veiliggesteld voor verder onderzoek. Het bloed op de onderzijde van het handvat is voorzien van sinnummer AAGO9540NL. Het bloed aan de binnenzijde van de kliko is voorzien van sinnummer AAGO9541NL.
6. Een geschrift, te weten een rapport onderzoek naar biologische sporen en DNA-onderzoek naar aanleiding van het aantreffen van het stoffelijk overschot van [slachtoffer] op Bonaire op 2 december 2015 van het Nederlands Forensisch Instituut, los stuk, opgemaakt door dr. S. van Soest, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Resultaat, interpretatie en conclusie vergelijkend DNA-onderzoek: het onderzoeksmateriaal AAGO9540NL#01 (bemonstering met bloed onder het handvat van de kliko) en het onderzoeksmateriaal AAGO9541NL#01 (bemonstering met bloed binnenzijde kliko) kan afkomstig zijn van [slachtoffer]. De matchkans DNA-profiel is kleiner dan 1 op 1 miljard.
met betrekking tot feit 3
7. Een proces-verbaal van bevinding doodslag, map 2, proces-verbaal 1, voor zover inhoudende als verklaring van de verbalisanten […], allen werkzaam bij het Korps Politie Caribisch Nederland, zakelijk weergegeven:
Op het politiebureau vroegen wij op 2 december 2015 aan [verdachte] of hij ons toestemming gaf om in zijn koffer te kijken. Hij ging hiermee akkoord. In de koffer vonden wij een broek. In de broekzak zat een plastic zakje met daarin
USD 1.310,00.
8. Een proces-verbaal van verhoor getuige, map 3, proces-verbaal 2, voor zover inhoudende als verklaring van de getuige [BP 3], zakelijk weergegeven:
[slachtoffer] werkte bij ons. Op 30 november 2015 heeft hij eieren en kippen bezorgd voor ons bedrijf [ naam] Farm N.V. Hij had dus een hoop geld op zak van ons, ongeveer USD 1.286,80. Ik ben naar de politie gegaan omdat ik mijn geld wilde.
9. Een geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming, beslagdossier, opgemaakt door J[verbalisant], brigadier van politie, werkzaam bij het recherche samenwerkingsteam, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de zwarte koffer van de verdachte [verdachte] is een goud- en zilverkleurige schakelhalsketting aangetroffen. De ketting heeft dezelfde schakel als de armband die slachtoffer [slachtoffer] droeg.
10. Een geschrift, te weten een bewijs van ontvangst (algemeen), beslagdossier, voor zover inhoudende als verklaring van [naam] (familie van [BP 1]), zakelijk weergegeven:
Ik heb op 17 december 2015 uit handen van de politie een zilverkleurige schakelarmband van [BP 1] ontvangen. Ik heb ook een goud- en zilverkleurige schakelhalsketting ontvangen, voorzien van dezelfde schakel als de armband.
4C.Bewijsoverweging
Opzet
De verdediging heeft bepleit dat de verdachte niet de bedoeling had het slachtoffer te doden. Het voor doodslag vereiste opzet kan dus niet bewezen worden, aldus de verdediging.
Het Gerecht verwerpt dit verweer. De gedragingen van de verdachte, het met een groot mes over het gehele lichaam toebrengen van ongeveer eenendertig steek- en snijverwondingen met steekkanalen tot circa 15 cm diep, brengen naar de uiterlijke verschijningsvorm mee dat het niet anders kan zijn dan dat de verdachte het intreden van de dood heeft gewild. Opzet op de dood kan dus worden bewezen.
4D. Bewezenverklaring
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het onder feit 1 subsidiair, feit 2 en feit 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht:
feit 1 subsidiair:
dat hij in de periode 30 november tot en met 1 december 2015, op Bonaire, opzettelijk, [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet, meermalen, met een mes, in het lichaam van die [slachtoffer] gestoken en gesneden, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
feit 2
dat hij in de periode 30 november tot en met 1 december 2015, op Bonaire, het lijk van [slachtoffer] heeft weggevoerd met het oogmerk om
deoorzaak van het overlijden van die [slachtoffer] te verhullen door met dat oogmerk het stoffelijk overschot van [slachtoffer] in te pakken in vuilniszakken en (vervolgens)
ineen kliko in een busje te vervoeren en (vervolgens)
bijSeru Largu te dumpen;
feit 3
dat hij
op1 december 2015, op Bonaire, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een geldbedrag (1310 USD) en (een) sieraad (een schakelketting), toebehorende aan [slachtoffer] en/of [naam] Farms
N.V.en/of [BP 3].
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten zijn in de bewezenverklaring
cursief weergegevenverbeterd. Blijkens het verhandelde ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, zoals doorgestreept in de tekst, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.