Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
“Not signing decree budget 2017 (220/17)”wordt het volgende aan de waarnemend gezaghebber medegedeeld:
3.De vorderingen en het verweer
- de schorsing van de havenmeester in de uitoefening van zijn functie en de tijdelijke voorziening in zijn functie,
- de tijdelijke overplaatsing van de havenmeester naar een andere functie binnen het Openbaar Lichaam,
- het aangaan van een overeenkomst van het Openbaar Lichaam als opdrachtgever inzake Waste Management,
- het aangaan van een
- de mede-ondertekening van een brief aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
- de goedkeuring van een dienstreis van de gedeputeerde van Constitutionele Zaken naar Den Haag.
4.De beoordeling
“burgerrechtelijk geschil … dat noopt tot een gerechtelijk ingrijpen”;
“geen eigen en/of persoonlijk belang bij hun vorderingen”. Daarom dienen zij in hun vorderingen niet-ontvankelijk te worden verklaard;
“hierna te noemen: “de Gedeputeerden”. ”Uit hetgeen in het verzoekschrift inhoudelijk naar voren is gebracht, waarover hierna onder 4.11. meer, blijkt dat de vorderingen zien op de niet uitgevoerde besluiten en dat zij worden ingesteld door eisers in hun hoedanigheid van gedeputeerden en niet op persoonlijke titel. Dit alles in samenhang beziend is het Gerecht van oordeel dat voor de waarnemend gezaghebber geen verwarring kan hebben bestaan over de hoedanigheid van de indieners van het verzoekschrift, nu dat verzoekschrift kennelijk door gedeputeerden (mede) in hun hoedanigheid is ingediend. Het Gerecht zal de procespositie van eisers dan ook, in hun hoedanigheden van gedeputeerden èn als privé personen, beoordelen. Uit de pleitnota van de waarnemend gezaghebber blijkt dat hij verweer voert tegen de vorderingen van eisers in beide hoedanigheden zodat hij hierdoor niet in enig procesbelang wordt geschaad.
“… naar buiten toe…”. (als omschreven in de Memorie van Toelichting op de Wolbes, p. 103,). In deze zaak gaat de discussie erom dat binnen het bestuurscollege van het Openbaar Lichaam er geschillen zijn ontstaan die aan de rechter worden voorgelegd. Daar gaat artikel 173 lid 1 Wolbes niet over. Verweer 3 treft dus geen doel.
“Zonder uitzondering wordt de ondertekening verlangd van stukken die onzorgvuldig tot stand zijn gekomen en/of anderszins in strijd zijn met wet- en regelgeving en algemene beginselen van behoorlijk bestuur.”(pleitnota onder 4.). De waarnemend gezaghebber heeft een zorgplicht om goed bestuur te bevorderen. Het zou een inbreuk vormen op de scheiding van de staatsmachten als het Gerecht de waarnemend gezaghebber zou dwingen om de onderhavige besluiten te ondertekenen. Het is niet zo dat sprake is van een impasse. Er vinden regelmatig vergaderingen van het bestuurscollege plaats en de waarnemend gezaghebber plaatst onder de meerderheid van de aangenomen besluiten gewoon zijn handtekening. Het voordragen van een bestuursbesluit voor vernietiging is een ultimum remedium. Vandaar dat de vorderingen moeten worden afgewezen.
“De stukken die van het bestuurscollege uitgaan, worden door de gezaghebber ondertekend en door de eilandsecretaris medeondertekend.”Artikel 172 lid 1 legt op de gezaghebber de taak om toe te zien op:
“een tijdige voorbereiding, vaststelling en uitvoering van het beleid van het openbaar lichaam en van de daaruit voortvloeiende besluiten, alsmede op een goede afstemming tussen degenen die bij die voorbereiding, vaststelling en uitvoering zijn betrokken”. Artikel 223 lid 1 luidt als volgt:
“Indien een besluit naar het oordeel van de gezaghebber voor vernietiging in aanmerking komt, doet hij daarvan binnen twee dagen nadat het te zijner kennis is gekomen, door tussenkomst van de Rijksvertegenwoordiger, mededeling aan Onze Minister wie het aangaat. Hij geeft hiervan tegelijkertijd kennis aan het orgaan dat het besluit nam, en zonodig aan het orgaan dat met de uitvoering van het besluit is belast.”
Agreement regarding Harbor and Pilotage related Fees and Servicesdoor het Openbaar Lichaam met NuStar Terminals N.V. Die leiden er mogelijk toe dat er een nieuwe overeenkomst met NuStar wordt ondertekend. De gedeputeerden hebben desalniettemin hun vorderingen op dit punt niet verminderd. Het Gerecht zal deze vordering afwijzen, nu door de gedeputeerden niet is uitgelegd welk belang zij nog hebben bij de ondertekening van het besluit door de waarnemend Gezaghebber.
5.De beslissing
- de schorsing van de havenmeester in de uitoefening van zijn functie en de tijdelijke voorziening in zijn functie,
- de tijdelijke overplaatsing van de havenmeester naar een andere functie binnen het Openbaar Lichaam,
- het aangaan van een overeenkomst van het Openbaar Lichaam als opdrachtgever inzake Waste Management,
- de mede-ondertekening van een brief aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
- de goedkeuring van een dienstreis van de gedeputeerde van Constitutionele Zaken naar Den Haag,