In deze tussenbeschikking van het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint Eustatius en Saba, gedateerd 5 september 2017, wordt de zaak behandeld tussen verzoeker, [verzoeker], en verweerster, JPS Construction B.V. De procedure is gestart met een verzoekschrift van [verzoeker] op 19 juni 2017, waarin hij ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzoekt op grond van gewichtige redenen. De mondelinge behandeling vond plaats op 17 augustus 2017, waarbij zowel [verzoeker] als zijn gemachtigde, alsook de gemachtigde van JPS en de directeur L.V. Jansen aanwezig waren.
De feiten van de zaak zijn als volgt: [verzoeker] is op 12 januari 2014 in dienst getreden bij JPS als allround medewerker, maar raakte op 23 oktober 2014 arbeidsongeschikt door een rugtrauma. JPS heeft op 19 oktober 2016 toestemming gekregen van de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid om de arbeidsovereenkomst te beëindigen, maar heeft hiervan geen gebruik gemaakt. [verzoeker] heeft JPS op 12 juni 2017 aangemaand om het openstaande ziekengeld te betalen, wat niet is gebeurd.
In de beoordeling oordeelt het Gerecht dat beide partijen ontbinding van de arbeidsovereenkomst hebben verzocht, en het Gerecht volgt deze verzoeken. De ontbinding wordt per heden vastgesteld. De zaak met betrekking tot de betalingen van achterstallig ziekengeld wordt verwezen naar de rol van 27 september 2017 voor akte aan de zijde van JPS. Het Gerecht benadrukt dat JPS verplicht is tot betaling van ziekengeld aan [verzoeker], ongeacht de argumenten die JPS aanvoert. De beslissing om de arbeidsovereenkomst te ontbinden is genomen, en verdere beslissingen worden aangehouden.