ECLI:NL:OGEAC:2014:2

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
22 januari 2014
Publicatiedatum
24 januari 2014
Zaaknummer
AR 2013/ 66366 KG
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen strandexploitant en afvalverwerkingsbedrijf over vliegenplaag en afvalverwerking

In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao werd behandeld, stond een geschil centraal tussen de besloten vennootschap VAERSENBAAI B.V., handelend onder de naam Kokomo Beach, en de naamloze vennootschap SELIKOR N.V., een afvalverwerkingsbedrijf. Kokomo, de exploitant van het strand te Vaersenbaai, stelde dat een ernstige vliegenplaag het lunchen op het strand vrijwel onmogelijk maakte. Kokomo hield Selikor verantwoordelijk voor deze overlast, die volgens hen het gevolg was van de onzorgvuldige verwerking van huishoudelijk afval en dode dieren op de nabijgelegen vuilstortplaats Malpais.

Tijdens de zitting op 14 januari 2014 vorderde Kokomo dat Selikor werd bevolen om het gestorte afval binnen 24 uur te verwerken en af te dekken, en dode dieren in een kuil te deponeren en af te dekken. Kokomo voerde aan dat de toestand op Malpais leidde tot een onrechtmatige hinder, terwijl Selikor betwistte dat de overlast bij Kokomo erger was dan elders en dat er geen causaal verband bestond tussen de situatie op Malpais en de overlast die Kokomo ondervond.

De rechter oordeelde dat Selikor niet voldeed aan haar eigen normen voor afvalverwerking en dat de overlast bij Kokomo voldoende was aangetoond. De rechter beval Selikor om het huishoudelijk afval binnen 24 uur te verwerken en af te dekken, en om dode dieren in een kuil te deponeren, op straffe van een dwangsom. Tevens werd Selikor in de proceskosten verwezen. Het vonnis werd uitgesproken op 22 januari 2014.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Vonnis in kort geding in de zaak van:

de besloten vennootschap VAERSENBAAI B.V.,

h.o.d.n.
Kokomo Beach,
gevestigd te Curaçao,
eiseres,
gemachtigde: mr. D.E. Liqui-Lung,
tegen:

de naamloze vennootschap SELIKOR N.V.,

gevestigd te Curaçao,
gedaagde,
gemachtigden: mrs. R.M. Bottse en P.M. Noordhoek.
Partijen zullen hierna Kokomo en Selikor worden genoemd.

Verloop van de procedure

Ter terechtzitting van 14 januari 2014 heeft Kokomo gesteld en gevorderd overeenkomstig het inleidend verzoekschrift met bewijsstukken.
Selikor heeft verweer gevoerd met conclusie tot weigering van de gevraagde voorzieningen. Ter zitting waren namens Kokomo aanwezig [ x ] en zijn echtgenote, bijgestaan door de gemachtigde. Namens Selikor zijn verschenen haar directeur [ ], [ ], [ ], chef standplaats landfill en
[ ], assistent chef standplaats landfill, bijgestaan door de gemachtigden.
Aansluitend aan de zitting heeft in tegenwoordigheid van partijen en hun gemachtigden een plaatsopneming plaatsgevonden, eerst op Malpais en daarna bij Kokomo. Ten slotte is vonnis is gevraagd.

Feiten

1.
Het Gerecht is uitgegaan van de volgende feiten:
a. Kokomo is de exploitant van het strand te Vaersenbaai. Sinds begin december heerst daar een zodanige vliegenplaag dat lunchen vrijwel onmogelijk is. Sinds tweede kerstdag is de keuken zelfs gesloten en worden er alleen nog beperkt snacks en tosti’s verkocht.
b. Selikor is een afvalverwerkingsbedrijf, dat de vuilstortplaats Malpais exploiteert en beheert. Kokomo ligt ongeveer 1.7 km van Malpais, precies in de richting waarin de wind meestal waait.

Geschil

2.
Kokomo vordert na wijziging van de eis dat Selikor op straffe van verbeurte van een dwangsom wordt bevolen het (huishoudelijke) afval en de dode dieren te Malpais binnen twee dagen na betekening van dit vonnis dagelijks, volledig, behoorlijk, afdoende en zorgvuldig af te dekken en afgedekt te houden en/of te vernietigen en gedurende drie maanden dagelijks door middel van een proces-verbaal, op te maken door een gerechtsdeurwaarder, bewijs aan te leveren dat dit bevel wordt nageleefd, met verwijzing van Selikor in de proceskosten.
3.
Zij stelt daartoe dat de extreme overlast die zij ondervindt te wijten is aan de schrikbarende toestand op Malpais, waar grote vlaktes met onafgedekt vuil en dode dieren liggen, die hordes vliegen aantrekken. Ten bewijze daarvan heeft Kokomo foto’s overgelegd en een filmpje vertoond, genomen vanuit een drone die zij over de vuilstortplaats had laten vliegen. Selikor dient als beheerder van Malpais ervoor te zorgen dat het afval wordt verwerkt en afgedekt. Door dit na te laten handelt zij onzorgvuldig en veroorzaakt zij onrechtmatige hinder bij Kokomo.
4.
Selikor heeft aangevoerd dat in december 2013 weliswaar door gebrek aan werkend materieel een achterstand is ontstaan, maar dat die inmiddels is ingelopen. Het aangeboden afval wordt inmiddels weer binnen 24 uur verwerkt en afgedekt. De laatste maanden is er links en rechts overlast van vliegen in Curaçao, ook op plaatsen die ver van Malpais verwijderd liggen. Selikor betwist dat de overlast bij Kokomo erger is dan elders en ook dat Kokomo schade lijdt door de vliegenplaag. Selikor betwist ten slotte dat er causaal verband bestaat tussen de toestand op Malpais en eventueel door Kokomo ondervonden overlast. Die vliegen kunnen volgens haar overal vandaan komen.

Beoordeling

5.
De plaatsopneming bij Malpais voerde eerst naar een achterin het terrein gelegen hoogvlakte, waar het op dat moment aangeboden afval werd gestort. Daar stond een grote vrachtauto met grond en was het een komen en gaan van kiepende vuilnisauto’s van Selikor en vuil stortende vrachtwagentjes van particulieren en bedrijven. Even verder een zwoegende bulldozer en shovel, die het - voornamelijk huishoudelijk - afval verspreidden en pletten tot een dunne laag. Dit alles bij een harde wind en onder de hoge pieptonen van achteruit rijdend zwaar materieel.
6.
Namens Selikor is uitgelegd dat “verwerken” neerkomt op verspreiden en platwalsen, waarna het terrein met een laag grond wordt afgedekt. Volgens de eigen maatstaven van Selikor moet het afval binnen 24 uur na storting zijn verwerkt en afgedekt. Ter plaatse was in de verte, achter het afval van de afgelopen 24 uur, echter meer afval zichtbaar, dat volgens de medewerkers van Selikor van gisteren en eergisteren was.
7.
Vervolgens heeft het gezelschap de afslag bij het bordje “bestia morto” genomen, waarachter een grote diepe kuil was gegraven van ongeveer 10 meter lang, 5 meter breed en 5 meter diep met daarin een dode hond, die daar kennelijk nog niet zo lang lag. In de kuil waren ook hopen grond te zien. Volgens verklaring van Selikor worden de aangeboden dode dieren hier door een medewerker in ontvangst genomen, in de kuil gedeponeerd en direct met grond afgedekt. Er wordt regelmatig van kuil veranderd. Volgens [ x ] stond dat bordje daar pas een dag, volgens Selikor al tien dagen.
8.
Op aanwijzing van [ x ] is vervolgens een meer naar voren op het terrein gelegen plaats bezocht, waar een aantal vers gestorte hopen grond zichtbaar was met daarop dichte zwermen vliegen. Het stonk daar vreselijk naar dode dieren, die klaarblijkelijk vlak onder die grond lagen. Volgens [ x ], die in een handomdraai de kop van een dood dier naar boven haalde, lagen de dode dieren hier tot voor kort open en bloot en was er gauw wat grond overheen gegooid om de rechter om de tuin te leiden.
9.
Ter zitting en bij de plaatsopneming is niet alleen duidelijk geworden wat de normen van Selikor zijn voor huishoudelijk afval (binnen 24 uur na storting verwerken en afdekken) en voor dode dieren (in een grote diepe kuil gooien en meteen afdekken met voldoende grond), maar ook dat zij zich aan die eigen normen maar ten dele houdt. Er was immers veel meer onafgedekt huishoudelijk afval te zien dan van de laatste 24 uur en de door [ x ] aangewezen stortplaats van dode dieren leek nergens naar. Die normen zijn er niet voor niets en het is dan ook aannemelijk dat het niet in acht nemen daarvan, zeker met betrekking tot de dode dieren en in een tijd met veel vliegen, tot een aanzienlijke toename van het aantal vliegen leidt.
10.
Bij Kokomo waren drie warme maaltijden met drankjes neergezet op een tafel in het restaurant gedeelte. Op de borden en in de glazen zag het zwart van de vliegen. Het zag er onsmakelijk uit. Het eten van een warme maaltijd was daar vanwege de enorme aantallen vliegen duidelijk niet mogelijk. Dat het elders op het eiland ook zo erg zou zijn is door Selikor niet meer betoogd. Haar directeur volstond ter plaatse met de opmerking “Ik herken ze niet”. Daarmee heeft Kokomo de extreme overlast door vliegen voldoende aangetoond. Dat zij daardoor inkomsten derft en schade lijdt spreekt vanzelf.
11.
Kokomo ligt “op vliegafstand” van Malpais en precies in de heersende windrichting. Selikor heeft aangevoerd dat er ook andere oorzaken in de omgeving kunnen zijn, maar de door haar genoemde varkenshouderij bleek niet meer te bestaan en concrete aanwijzingen voor illegale afvaldumping in de buurt heeft zij niet kunnen geven. Dat het bij Kokomo aan hygiëne ontbreekt is niet gebleken. Onder deze omstandigheden is voldoende aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat de plaag bij Kokomo met een redelijke mate van waarschijnlijkheid kan worden toegerekend aan het tekortschieten van Malpais.
12.
Gelet op de aard, de ernst en de duur - enige weken - van de hinder is verder voldoende aannemelijk dat de bodemrechter die hinder als onrechtmatig jegens Kokomo zal aanmerken. Daarbij speelt ook een rol dat Kokomo een voortzetting is van de Politie Sport Vereniging “Vaersenbaai”, die daar lang voordat Malpais als stortplaats in gebruik werd genomen al was gevestigd. Dit laatste blijkt uit een door Kokomo overgelegde uitnodiging voor het 25-jarig bestaan van die sportvereniging op 12 juli 1968.
13.
Al met al is er voldoende aanleiding om Selikor bij wijze van voorlopige voorziening te veroordelen om zich aan haar eigen normen te houden.
Selikor heeft verklaard dat een door Kokomo gezonden deurwaarder vrije toegang zal worden verleend om te controleren of aan de veroordeling wordt voldaan, dus het is niet nodig dat Selikor dat zelf aantoont.
14.
Als in het ongelijk gestelde partij wordt Selikor verwezen in de proceskosten, aan de zijde van Kokomo tot aan deze uitspraak begroot op Naf. 331,45 aan explootkosten, Naf. 450,00 aan griffierecht en Naf. 1.500,00 aan salaris van de gemachtigde.

Beslissing

Het Gerecht:
rechtdoende in kort geding:
- beveelt Selikor om het te Malpais gestorte huishoudelijk afval binnen 24 uur na storting te verwerken en af te dekken en om te Malpais aangeboden dode dieren meteen in een kuil te deponeren zoals achter het bordje “bestia morto” was gegraven en daarin meteen met voldoende grond af te dekken, dit op straffe van een dwangsom van Naf. 5.000,00 voor iedere dag of gedeelte van een dag dat zij daarmee 48 uur na betekening van dit vonnis in gebreke blijft, met een maximum van Naf. 250.000,00;
- verwijst Selikor in de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van
Kokomo begroot op Naf. 2.281,45;
- verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao en in het openbaar uitgesproken op 22 januari 2014, in aanwezigheid van de griffier.