Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.De vorderingen en het verweer
“bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut op alle dagen en uren:
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
In deze zaak, die op 7 december 2017 werd behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao, stond de vraag centraal of de Bank bevoegd was om onroerende zaken van de geëxecuteerde te veilen. De geëxecuteerde, een naamloze vennootschap gevestigd te Curaçao, had een lening bij de Bank en was in verzuim geraakt met de terugbetaling. De Bank had conservatoir beslag gelegd op de handelsdebiteuren van de geëxecuteerde en was voornemens om op 8 december 2017 twee onroerende zaken executoriaal te veilen. De geëxecuteerde verzocht het Gerecht om deze veiling te verbieden, stellende dat de waarde van de onroerende zaken en de debiteurenportefeuille voldoende was om de vordering van de Bank te dekken. Het Gerecht oordeelde dat de Bank misbruik van haar bevoegdheid maakte door beide onroerende zaken tegelijk te veilen zonder de afloop van de debiteurenincasso af te wachten. Het Gerecht verbood de veiling voor een periode van zes maanden, ingaande 22 november 2017, en stelde dwangsommen vast voor het geval de Bank niet aan het vonnis voldeed. De proceskosten werden gecompenseerd, aangezien beide partijen deels in het gelijk waren gesteld.