Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO
1.Het procesverloop
2.De feiten
of door Directeurwegens redenen die niet aan de Directeur te wijten zijn althans die in de risicosfeer liggen van OBNA, zal Directeur in aanmerking komen voor een redelijke beëindigingsvergoeding, welke minimaal zal bedragen eenmaal haar laatstgenoten maandvergoeding als bedoeld in artikel 5 plus emolumenten vermenigvuldigd met het aantal dienstjaren van Directeur, met dien verstande dat de beëindigingsvergoeding nimmer meer zal de bedragen dan de totale maandvergoeding welke de Directeur met arbeid zou hebben verdiend indien zij had gewerkt tot de pensioengerechtigde leeftijd. Voor de berekening van het aantal dienstjaren bedoeld in dit artikel wordt in acht genomen dat Directeur voorafgaand aan de ingangsdatum van deze overeenkomst afgerond 26 jaar als werknemer in de functie van onderdirecteur werkzaam is geweest voor OBNA en dat die dienstjaren worden meegenomen. (…)”
Zodra de OvO naar wederzijdse instemming is afgerond, kan ik weer ingeschreven worden als managing director.”(
onderstreping GEA)
Het komt mij voor dat het niet op mijn plaats is de agenda van de RvC te bepalen, hoewel ik het natuurlijk zou toejuichen als de RvC tot afronding van mijn OvO zou besluiten. (
onderstreping GEA) In de tussentijd zou ik het op prijs stellen als de kwestie van de inschrijving in het handelsregister aandacht krijgt.”
9. Rondvraag
beide directieleden zijn even verantwoordelijk voor de gang van zaken binnen de organisatie. Er is hier geen sprake van een hiërarchie.”(
onderstreping GEA)
Contract mevrouw [eiser] en de heer Calister
Mevrouw [eiser] vraagt, wanneer haar overeenkomst van opdracht wordt afgerond, want op basis daarvan kan zij veel beter optreden. (
onderstreping GEA)
Sinds genoemde mail van 19 september 2016 ben ik in afwachting van de afronding van genoemde OVOen onderteken ik dienovereenkomstig stukken als Deputy Managing Director. (
onderstreping GEA)
heb ik de werkzaamheden behorende bij de functie van Managing Director in goed vertrouwen dat de OVO zal worden afgerond, naar behoren uitgevoerd zonder de daarbij behorende honorering en emolumenten te hebben ontvangen. Thans zijn we 20 maanden verder. (
onderstreping GEA)
onderstreping GEA) Integendeel werd de heer Calister diverse malen erop gewezen dat OBNA uit een twee hoofdige directie bestaat en dat dienovereenkomstig gehandeld moest worden. (…)”
however the “Overeenkomst van Opdracht” of Sandra [eiser] is still pending.” (
onderstreping GEA)
Bij een benoeming behoort een aanvaarding te zijn, en deze ontbreekt bij mevrouw [eiser], nu zij keer op keer heeft aangegeven dat zij deze benoeming in beraad houdt, hangende de vaststelling van de voorwaarden van haar lidmaatschap van het bestuur. Indien de Centrale Bank navraag zou doen omtrent de daadwerkelijke samenstelling van de directie (…) dan ontstaat een lastig probleem mede met het oog op de bestuurdersverantwoordelijkheid.
Ik raad u aan om zo spoedig mogelijk deze kwestie af te ronden.” (
onderstreping GEA)
onderstreping GEA) De reden was dat er geen overeenstemming kom worden bereikt. Er waren volgens mij nog 2 of 3 geschilpunten. Het betrof het dragen van de verantwoordelijkheid als directeur, zoals ik al eerder heb gezegd. De inhoud van de andere geschilpunten weet ik niet. Ik weet ook niet meer wanneer dat in de RVC is besloten.
onderstreping GEA) Er is niet echt een reden dat het niet schriftelijk is gecommuniceerd met [eiser], misschien is het een omissie.
onderstreping GEA)
onderstreping GEA) Dat besluit heb ik haar medegedeeld niet direct na de vergadering waar het besluit is genomen, maar na een vergadering van enkele maanden later. De reden daarvan is waarschijnlijk dat zij toen niet aanwezig was en waarschijnlijk heb ik het haar per eerst volgende gelegenheid gemeld. (…)
onderstreping GEA) Ik meen dat dat besluit unaniem is geweest. Daarna heeft [eiser] het vertrouwen in de RvC opgezegd. (...)
onderstreping GEA) Wanneer dat precies was, weet ik niet meer.
3.De vordering
4.Het verweer
5.De beoordeling
die je thans bekleedt” moest blijven en de e-mail van 24 november 2018 van de gemachtigde van OBNA waarin stond dat [eiser] haar werkzaamheden van adjunct directeur “
tot op heden” naar tevredenheid uitvoerde kunnen aan het voorgaande dan ook niet af doen.
Wanneer dit was is echter onduidelijk. Dat dit op enig moment aan [eiser] kenbaar is gemaakt heeft OBNA, tegenover de gemotiveerde betwisting daarvan door [eiser], niet voldoende nader toegelicht. [naam 1] heeft weliswaar verklaard dat hij tegen [eiser] zou hebben gezegd dat de RvC niet akkoord was met de drie wijzigingen maar kon niet vertellen wanneer dit dan zou hebben plaatsgevonden. Dat hij dit zou hebben gezegd strookt ook niet met de omstandigheid dat blijkens de latere correspondentie en de notulen van de RvC-vergaderingen steeds als kwestie aan de orde werd gesteld ook niet is gezegd dat de RvC (al kenbaar had gemaakt dat zij) niet met de wijzigingen instemde en dat het aan [eiser] was om het laatste concept te aanvaarden. [naam 1] verklaarde ook dat – ondanks dat ook volgens hem de OvO altijd op tafel is blijven liggen – hij [eiser] nooit heeft uitgenodigd om de OvO alsnog te tekenen en dat volgens hem ook niemand anders dat heeft gedaan. OBNA kan dan ook niet worden gevolgd in haar standpunt dat [eiser] zelf het initiatief had moeten nemen om tot ondertekening over te gaan. Voor wat betreft de afwikkeling van de OvO lag de bal dus nog steeds bij OBNA. In dit kader wordt er nog op gewezen dat [eiser] al in haar e-mail van 30 november 2016 opmerkte dat het niet aan haar was om de agenda van de RvC te bepalen.
NAf 6.000,00 +
11.
144,47