ECLI:NL:OGEAC:2020:133

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
25 mei 2020
Publicatiedatum
26 mei 2020
Zaaknummer
CUR201903938
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F.V.L.M. Wannyn
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Intrekking van vordering en proceskostenveroordeling in civiele procedure

In deze civiele procedure heeft eiseres, wonende in Curaçao, op 22 oktober 2019 een inleidend verzoekschrift ingediend tegen de vereniging SINDIKATO UNI DI SHOFER DI TAKSI (SINUSTRA). De gedaagde, vertegenwoordigd door mr. N.B. Louisa, heeft op 2 maart 2020 een conclusie van antwoord ingediend. De mondelinge behandeling vond plaats op 12 mei 2020, waarbij eiseres in persoon aanwezig was en Sinustra werd vertegenwoordigd door de voorzitter en mr. Louisa. Tijdens de zitting heeft eiseres haar vorderingen ingetrokken, waardoor er geen verdere beslissing op de vorderingen hoefde te worden genomen. Sinustra heeft verzocht om eiseres in de proceskosten te veroordelen.

Eiseres had aanvankelijk een vordering ingesteld tot rectificatie in lokale dagbladen van een uitlating gedaan door de voorzitter van Sinustra in een privégesprek. Eiseres verklaarde dat zij deze vordering niet daadwerkelijk wenste en dat deze was opgesteld door mr. E.J. Maduro, die niet als gemachtigde bij het Hof was toegelaten. Het Gerecht heeft eerder geoordeeld dat een procespartij niet geholpen is door een niet toegelaten rechtshulpverlener. De kosten van de procedure zijn begroot op NAf 2.000,- aan gemachtigdensalaris, welke eiseres aan Sinustra moet vergoeden.

Het Gerecht heeft in zijn beslissing eiseres veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van Sinustra, tot op heden begroot op NAf 2.000,-. Dit vonnis is uitgesproken door mr. F.V.L.M. Wannyn op 25 mei 2020 in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN CURAÇAO

Zaaknummer: CUR201903938
Vonnis d.d. 25 mei 2020
inzake
[EISERES],
wonende in Curaçao,
eiseres,
procederende in persoon,
tegen
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid
SINDIKATO UNI DI SHOFER DI TAKSI (SINUSTRA),
gevestigd in Curaçao,
gedaagde,
gemachtigde: mr. N.B. Louisa.
Partijen zullen hierna [eiseres] en Sinustra worden genoemd.

1.Het procesverloop

1.1. [
Eiseres] heeft op 22 oktober 2019 een inleidend verzoekschrift met producties ter griffie ingediend. Sinustra heeft op 2 maart 2020 een conclusie van antwoord met producties genomen.
1.2.
Nadat op 7 mei 2020 alleen de gemachtigde en de voorzitter van Sinustra waren verschenen, heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden op 12 mei 2020. [Eiseres] was daarbij in persoon aanwezig. Namens Sinustra was aanwezig mevrouw [naam 1], voorzitter, tezamen met mr. Louisa. Partijen hebben daarbij hun wederzijdse standpunten mondeling nader uiteengezet.
1.3.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De beoordeling

2.1. [
Eiseres] heeft haar vorderingen tijdens de zitting ingetrokken zodat daarop niet meer hoeft te worden beslist. Sinustra heeft daarop verzocht om [eiseres] in de proceskosten te veroordelen.
2.2.
De vordering strekte tot rectificatie in twee lokale dagbladen van een uitlating die de voorzitter van Sinustra in een privé gesprek met [eiseres] had gedaan. [Eiseres] heeft ter zitting toegelicht zij de vordering zoals die was ingesteld eigenlijk niet heeft gewild. De vordering is op papier gezet door mr. E.J. Maduro, die destijds als haar adviseur optrad. [Eiseres] heeft verklaard dat mr. Maduro haar niet heeft geïnformeerd dat hij niet als gemachtigde bij het Hof is toegelaten (op grond van artikel 28a Procesreglement). Het Gerecht heeft al vaker geconstateerd (zie bijvoorbeeld de uitspraken van 17 december 2019, ECLI:NL:OGEAC:2019:295, en van 18 mei 2020, ECLI:NL:OGEAC:2020:126) dat een procespartij niet geholpen is geweest door de bijstand van een commercieel opererende, maar niet bij het Hof als gemachtigde toegelaten ‘rechtshulp’-verlener zoals mr. Maduro. In de verhouding tussen [eiseres] en Sinustra komt dit echter voor risico van [eiseres].
2.3. [
Eiseres] zal in de proceskosten aan de zijde van Sinustra worden veroordeeld. Deze kosten worden tot op heden begroot op NAf 2.000,- aan gemachtigdensalaris.

3.De beslissing

Het Gerecht:
3.1.
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten, aan de zijde van Sinustra tot op heden begroot op NAf 2.000,- aan gemachtigdensalaris.
Dit vonnis is gewezen door mr. F.V.L.M. Wannyn, rechter, en op 25 mei 2020 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.