ECLI:NL:OGEAC:2023:364

Gerecht in eerste aanleg van Curaçao

Datum uitspraak
17 november 2023
Publicatiedatum
22 maart 2024
Zaaknummer
500.00088/23
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Curaçao
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • S.A. Carmelia
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplegen van moord op populaire rapper en vuurwapenbezit

Op 17 november 2023 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in de strafzaak tegen de verdachte, die wordt beschuldigd van het medeplegen van moord op een bekende rapper en het voorhanden hebben van een vuurwapen. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 jaar, met een korting van 1 maand vanwege een vormverzuim. De zaak betreft een schietincident dat plaatsvond op 9 december 2022, waarbij het slachtoffer, een populaire rapper, in het openbaar werd doodgeschoten. De verdachte en een medeverdachte volgden het slachtoffer met een voertuig en schoten meerdere keren op hem, wat leidde tot zijn overlijden ter plaatse. De verdachte heeft tijdens het proces verklaard dat hij de bestuurder was van de auto van waaruit de schoten werden gelost, maar ontkende de intentie om te doden. Het Gerecht oordeelde dat er voldoende bewijs was voor voorbedachten rade en dat de verdachte samen met de medeverdachte handelde. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 19 jaar geëist, maar het Gerecht legde een straf op van 19 jaar en 11 maanden, rekening houdend met de omstandigheden van de zaak en de impact op de nabestaanden. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot schadevergoeding aan de benadeelde partij voor materiële en immateriële schade.

Uitspraak

Parketnummer: 500.00088/23

Uitspraak: 17 november 2023 Tegenspraak

Vonnis van dit Gerecht

in de strafzaak tegen de verdachte:

[verdachte],

geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans gedetineerd in de Justitiële Inrichting Caribisch Nederland (JICN) locatie Bonaire.
Onderzoek van de zaak
Het onderzoek heeft plaatsgevonden ter openbare terechtzittingen van 30 juni 2023 en van 27 oktober 2023. De verdachte is telkens verschenen, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.B.S. Loth, advocaat in Curaçao.
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich ter terechtzitting gevoegd in het strafproces met een vordering tot schadevergoeding.
De officier van justitie mr. C.H. Hato-Willems, heeft ter terechtzitting gevorderd dat het Gerecht de onder 1 impliciet primair en 2 ten laste gelegde feiten bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 19 jaren, met aftrek van voorarrest.
Haar vordering behelst voorts:
  • de teruggave van het in beslag genomen voorwerp, te weten een mobiele telefoon van het merk Samsung model Galaxy A32;
  • de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij tot een bedrag van NA
De raadsman heeft bepleit dat de verdachte zal worden vrijgesproken van de ten laste gelegde feiten.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd:
FEIT 1: MEDEPLEGEN MOORD C.Q. DOODSLAG [slachtoffer]
dat hij op of omstreeks 9 december 2022, althans in of omstreeks de maand december 2022 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en -al dan niet- met voorbedachten rade, [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/hebben verdachte en/of zijn mededader(s) met dat opzet en -al dan niet- na kalm beraad en rustig overleg, met (een) vuurwapen(s) een of meerdere (gerichte) schoten gelost op en/of in de richting van (het lichaam van) die [slachtoffer], tengevolge waarvan die [slachtoffer] meerdere verwondingen heeft opgelopen en die [slachtoffer] aan die verwondingen is overleden,

(artikel 2:262/2:259 van het Wetboek van Strafrecht)

FEIT 2: VUURWAPENBEZIT
dat hij op of omstreeks 9 december 2022, althans in of omstreeks de maand december 2022 te Curaçao, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een of meerdere vuurwapen(s), in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, en/of munitie, in de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad,

(artikel 3 j° 11 van de Vuurwapenverordening 1930).

Formele voorvragen
Het Gerecht stelt vast dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Bewezenverklaring
Het Gerecht acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 impliciet primair en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan, met dien verstande:
Feit 1
dat hij op
of omstreeks9 december 2022
, althans in of omstreeks de maand december 2022inCuraçao, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen,opzettelijk en
-al dan niet-met voorbedachten rade, [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers
heeft/hebben verdachte en
/ofzijn mededader
(s)met dat opzet en
-al dan niet-na kalm beraad en rustig overleg, met
(een
)vuurwapen
(s) een ofmeerdere (gerichte) schoten gelost
op en/ofin de richting van
(het lichaam van
)die [slachtoffer],
ten gevolgewaarvan die [slachtoffer] meerdere verwondingen heeft opgelopen en die [slachtoffer] aan die verwondingen is overleden,
Feit 2
Dat hij op
of omstreeks9 december 2022
, althans in of omstreeks de maand december 2022inCuraçao, tezamen en in vereniging met een ander
of anderen,
althans alleen,een
of meerderevuurwapen
(s), in de zin van de Vuurwapenverordening 1930,en
/ofmunitie,
zijnde een vuurwapen en munitiein de zin van de Vuurwapenverordening 1930, voorhanden heeft gehad
,.
Het Gerecht acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Het Gerecht grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring. [1] De inhoud van de bewijsmiddelen is telkens zakelijk weergegeven.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 387, eerste lid, aanhef, onder e van het Wetboek van Strafvordering (Sv) betreft, telkens slechts wordt gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Curaçao.
1. Op 9 december 2022 zijn naar aanleiding van een schietincident meerdere meldingen bij de Centrale Meldkamer binnengekomen. De verbalisant [verbalisant 1] heeft het volgende gerelateerd:
“Op 9 december 2022 vond er een schietincident plaats ter hoogte van de broodtruck ‘Expresso’ gelegen aan de F.D. Rooseveltweg. De Centrale Meldkamer heeft op 9 maart 2023(het Gerecht begrijpt: 9 december 2022)
vanaf 00:01:51 uur zeven meldingen met betrekking tot voornoemd schietincident ontvangen.” [2]
2. De verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 3] hebben zich naar de broodtruck Expresso begeven. Zij hebben bij die gelegenheid het volgende gerelateerd:
“Door de politiearts A.H.E. Maduro werd op 9 december 2023(het Gerecht begrijpt: 2022)
omstreeks 01:00 uur de dood van de man, in leven genaamd [slachtoffer](het Gerecht begrijpt: [slachtoffer])
geconstateerd.” [3]
3. De verbalisant [verbalisant 4] heeft het volgende gerelateerd:
“Op 9 december 2022 omstreeks 12:30 uur heb ik op de plaats delict een lijkherkenning verricht met een man genaamd [man], geboren op [geboortedatum] 1973 en wonende in [woonplaats], [adres].
Hij heeft het aan hem getoonde lijk als dat van de man genaamd [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] 1992 te [geboorteplaats], beter bekend als de rapper [slachtoffer], herkend.” [4]
4. Dr. L.M. Althaus, arts, tevens medisch forensisch expert, heeft op 13 december 2022 sectie op het lichaam van [slachtoffer] verricht. Hij heeft het volgende gerelateerd:
Conclusion(s):

4 gunshot trajectories caused by 2 penetrating and 2 perforating (“in-out”) gunshots could be found on the body.

Gunshot 1:Entry wound Fon the left lateral back, perforating the 8. rib, perforating the lower lobe of the left lung, perforating the descending part of the aorta, perforating the 7. thoracic vertebral body, perforating the medium and upper lobe of the right lung and exiting the right thorax between the 3. and 4. rib with end position of “bullet 2” inside the right shoulder joint. This gunshot was fatal.
Gunshot 2:Entry wound Aon the right upper abdomen with end position of “bullet 1” under the skin of the right lateral abdomen (most likely stopped and reflected by the right iliac wing). This gunshot did not reach the abdominal cavity.
Gunshot 3:Perforating gunshot B-E withentry wound Bon the right frontal upper arm andexit wound Eon the right upper back, causing a multi-fragmented fracture of the right humerus (bone of the upper arm).

Gunshot 4: Perforating gunshot D-C on lateral left upper arm.

No visible signs of near distance gunshots or contact gunshots have been present.

Essential Anatomic Findings:

1. Perforation of the descending part of the aorta due to a gunshot.

2. Perforations of both lungs due to a gunshot.

3. Bilateral hemato-pneumothorax (collapsed lungs with 1200ml of blood in the left and 600ml in the right pleural cavity).

4. Perforation and fracture of the 7. thoracic vertebral body due to a gunshot.

5. Perforation and fracture of the 8. rib on the left due to a gunshot.

6. Multi-fragmented fracture of the right upper arm due to a gunshot.

7. Massive acute traumatic anemia (massive internal loss of blood).

8. Otherwise, age-appropriate organ findings without competing death-causing, macroscopic visible anomalies.

Cause of death:
Internal bleeding to death due to a perforation of the aorta and perforations of both lungs.
Manner of death:
Non-natural. Homicide.” [5]
5. De verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] hebben op 9 december 2022 een forensisch sporenonderzoek op de plaats delict en vervolgens nader forensisch onderzoek verricht. Zij hebben bij die gelegenheid het volgende gerelateerd:
“Het slachtoffer lag op zijn rug op de grond ten oosten van het bedrijf [bedrijf]. Op de plaats delict werden tenminste zes hulzen van het kaliber 9x19mm aangetroffen. De beschadigingen aangebracht aan een grijs gekleurd voertuig van het merk Kia, model Picanto, en aan de oostelijke gevel van [bedrijf] werden veroorzaakt door afgevuurde projectielen met schootbanen komende vanuit oostelijke richting naar westelijke richting.” [6]
6. De verbalisant [verbalisant 5] heeft in aanvulling op het forensisch sporenonderzoek op de plaats delict het volgende gerelateerd:
“Er werden in totaal zeven hulzen van het kaliber 9x19mm ter plaatse aangetroffen. Per abuis werd huls 3A niet in het forensisch rapport vermeld.” [7]
7. [ getuige 1] heeft op 9 december 2022 een verklaring afgelegd:
“Heden(het Gerecht begrijpt: 9 december 2022)
omstreeks 11:30 uur(het Gerecht begrijpt: 23:30 uur)
bevond ik mij samen met onder anderen [slachtoffer] bijgenaamd [slachtoffer] in de omgeving van de zaak [zaak] op de Rooseveltweg. Omstreeks 24:00 uur besloten wij om bij de broodtruck eten te kopen. Ik stond met mijn gezicht richting de broodtruck en met mijn rug naar [slachtoffer]. Op een gegeven moment hoorde ik enkele knallen. Doordat wij in de maand december zijn dacht ik dat het vuurwerk betrof en ik bleef gewoon staan, maar direct hierna zag ik dat [slachtoffer] op zijn gezicht viel en dat tegelijkertijd een onbekende auto in zuidelijke richting wegreed.” [8]
8. [ getuige 1] heeft op 9 december 2022 een verklaring afgelegd:
“Ik was samen met [slachtoffer], [getuige 2](het Gerecht begrijpt: [getuige 2])
, en een neef van [slachtoffer] genaamd [getuige 3](het Gerecht begrijpt: [getuige 3])
. Ik denk dat wij rond 23:45 uur bij de truk di pan ‘Espresso’ waren aangekomen. Ik stond met mijn rug naar de openbare weg toe. Nadat ik een voertuig hoorde dat met volle vaart was weggereden zag ik hoe [slachtoffer] in elkaar zakte. Op dat moment zag ik dat hij geraakt was door een kogel.” [9]
9. [ getuige 1] heeft op 18 april 2023 een verklaring afgelegd:
“Toen ik bij de truk di pan knallen hoorde stond ik ongeveer 3 meter van [slachtoffer] vandaan. Ik hoorde hem ‘Ai mi tata’ zeggen, draaide me om en zag hem op de grond liggen. In mijn ooghoek zag ik meteen een witte auto wegrijden. Ik denk dat het een witte lange auto was.” [10]
10. [ getuige 3] heeft op 13 maart 2023 een verklaring afgelegd:
“Mijn bijnaam is [getuige 3]. Ik werd op 8 december 2022 omstreeks 21:00 uur door [slachtoffer] in de Hummer opgehaald. Ik reed in mijn eigen auto, een blauwe Toyota Vitz met kenteken [kentekennummer 1]. Ik was die avond op stap met [slachtoffer], [getuige 1](het Gerecht begrijpt: [getuige 1])
en [getuige 2](het Gerecht begrijpt: [getuige 2])
. Omstreeks 23:00 uur reden wij de rotonde op de Rooseveltweg op. Nadat wij van de carwash waren vertrokken reden wij naar het pompstation Sta. Maria waar [slachtoffer] sigaretten heeft gekocht. Daarna reden wij naar de broodjestruck waar het incident heeft plaatsgevonden. Nadat wij bij de broodjestruck aankwamen gingen [slachtoffer], [getuige 1] en [getuige 2] eten bestellen. Toen ik aan het plassen was hoorde ik klappen. Ik weet niet hoeveel ik heb gehoord, maar het waren er veel. Ik stopte met plassen en liep in de richting van de Hummer. Hier zag ik [slachtoffer] op de grond liggen. Ik zag dat [slachtoffer] een schotwond in zijn linkerarm had.” [11]
11. [ getuige 2] heeft op 9 december 2022 een verklaring afgelegd:
“Wij waren omstreeks 23:45 uur of 23:50 uur(het Gerecht begrijpt: op 8 december 2022)
van de inschrijving bij een carwash/car rental naast [zaak] vertrokken. Wij reden naar de Truk di Pan(Gerecht: broodjestruck)
, alwaar [slachtoffer] was neergeschoten. Wij waren uitgestapt en zijn eten gaan bestellen. Mevrouw [getuige 4](het Gerecht begrijpt: [getuige 4])
was daar en ik ging bij haar grijs gekleurde auto een sigaret halen. Op dat moment is alles in een flits gegaan, heel snel. Ik hoorde schoten. Ik kan mij niet herinneren hoeveel dat waren. Ik zag hoe [slachtoffer] op de grond viel. Door de schoten zocht ik een schuilplaats voor mijn eigen veiligheid. De neef van [slachtoffer] die samen met ons was kwam net terug van plassen. Er was niemand uit de auto gestapt waaruit de schoten werden gelost. Ik heb gehoord dat het om een wit gekleurde auto ging, maar ik kan het zelf niet zeggen.” [12]
12. [ getuige 2] heeft op 19 april 2023 een verklaring afgelegd:
“Ik word [getuige 2] genoemd. Op 8 december 2022 waren wij vanuit Punda in de Hummer naar Autonation gereden en daarna van daaruit naar de truk di pan. Wij hebben eten besteld. Ik heb niet veel gezien. Ik stond met mijn rug naar de weg toe bij de Kia Picanto. Toen ik mijn peukje opstak hoorde ik knallen. Ik zag [slachtoffer] vallen en de auto wegrijden. Wij zagen bloed uit zijn mond komen en wisten gelijk dat hij getroffen was. [getuige 3] was gaan plassen toen op [slachtoffer] werd geschoten.” [13]
13. [ getuige 4] heeft op 9 december 2022 een verklaring afgelegd:
“Vandaag 9 december 2022 wilde ik mijn zoon(het Gerecht begrijpt: [getuige 5])
verrassen door [slachtoffer] voor hem te laten zingen. Mijn vriend, de DJ van [slachtoffer](het Gerecht begrijpt: [getuige 2]),
gaf toen ik hem opbelde aan mij te kennen dat zij zich bij de broodtruck tegenover Tesoro Building op de F.D. Rooseveltweg bevonden, waarop ik daarheen reed. Mijn zoon was als bijrijder naast mij in een door mij gehuurd grijs gekleurd voertuig, van het merk Kia model Picanto. Ik heb dit voertuig achter de Hummer van [slachtoffer] geparkeerd. Mijn vriend en de andere DJ(het Gerecht begrijpt: [getuige 1])
kwamen mij groeten. Hierna kwam [slachtoffer] mij ook groeten en kennismaken met mijn zoon. Ik keerde mij om, om een sigaret uit de auto te gaan pakken, en op dat moment kwam een witte auto gelijkend op een Nissan Sentra of Nissan Versa met getinte ruiten uit noordelijke richting schuin voor de Hummer van [slachtoffer] staan. De auto bleef op de rijbaan en ik zag dat een man die rechtsachter op de achterbank zat zijn gestrekte arm in de richting van [slachtoffer] hield. Hierna heeft hij verschillende schoten gericht en opzettelijk op [slachtoffer] gelost. Ik zag dat het een zwart of donker gekleurd pistool was. Dit was precies tussen 00:00 uur en 00:02 uur gebeurd. Ik heb zes à zeven schoten gehoord.” [14]
14. [ getuige 4] heeft op 13 april 2023 een verklaring afgelegd:
“Wij kwamen(het Gerecht begrijpt: op 8 december 2022)
rond 23:45 uur bij de truk di pan aan. Toen ik de eerste knal hoorde zag ik dat [slachtoffer] met zijn rug naar de weg stond. Ik zag ook dat [slachtoffer] als reactie hierop zich met zijn gezicht naar de weg omdraaide. Vervolgens hoorde ik meer schoten. Ik stond ongeveer anderhalve meter van [slachtoffer] verwijderd. Ik hoorde 6 à 7 schoten. Ik heb niet gezien dat [slachtoffer] geraakt werd, maar hoorde hem ‘Ai mi tata’ schreeuwen en zag dat hij voor mij op de grond viel. De auto was een vierdeurs witte langere auto van het merk Mitsubishi, Nissan Sentra of een Hyundai. De lichten van het voertuig waren uit waardoor ik het exacte model niet goed heb kunnen zien. De ruiten die ik aan de rechterzijde kon zien waren zwart getint. Alleen de rechterachterruit was open en de schutter stak met een groot gedeelte van zijn bovenlichaam uit het raam. Ik zag dat zijn hoofd met zwarte stof bedekt was. Ik zag dat de schutter één arm met een handvuurwapen uitstak gericht op [slachtoffer]. Toen het eerste schot gelost werd draaide [slachtoffer] om zijn linker as en draaide met zijn gezicht naar de schutter toe. Vervolgens werden er meer schoten gelost en draaide [slachtoffer] verder om zijn as heen en viel op de grond. Tijdens het schieten reed het voertuig heel langzaam en vertrok daarna met gierende banden in de richting van rotonde Palu Blanku weg. Ik heb gezien dat één persoon heeft geschoten.” [15]
15. [ getuige 5] heeft op 9 december 2022 een verklaring afgelegd:
“Ik was vandaag(het Gerecht begrijpt: 8 december 2022)
samen met mijn moeder(het Gerecht begrijpt: [getuige 4])
hier bij de broodtruck gekomen om eten te kopen. Mijn moeder rijdt in een grijze gekleurde Kia Picanto die ook door een kogel is geraakt. De man die werd doodgeschoten heb ik vandaag voor het eerst persoonlijk gezien en zonet kennis met hem gemaakt. Toen wij op het eten stonden te wachten zag ik een witte Nissan Sentra aan de zijkant van de weg tot stilstand komen. De voorzijde van de auto was in de richting van Palu Blanku. Op een gegeven moment hoorde ik schoten komende vanuit de richting van de witte Nissan Sentra. Ik draaide me om en zag dat iemand vanuit de rechterachterzijde van de auto via de raamopening naar buiten in de richting van [slachtoffer] aan het schieten was. Daarna reed de auto weg in de richting van Palu Blanku.” [16]
16. [ getuige 6] heeft op 9 december 2022 een verklaring afgelegd:
“Ik ken de man die dood werd geschoten onder de naam [slachtoffer]. Mijn vriendin en ik kwamen bij broodtruck Expresso om eten te kopen. Toen ik op mijn bestelling stond te wachten zag ik een Hummer aankomen rijden, voor de broodtruck parkeren, waaruit ik [slachtoffer] zag uitstappen. Kort hierna zag ik een witte Nissan Sentra met donkere ruiten langs de weg voor de Hummer parkeren. Hierbij hoorde ik enkele schoten komen vanuit de witte Nissan Sentra. Op dat moment zag ik dat [slachtoffer] op de grond viel. De witte Nissan Sentra reed met volle vaart weg in de richting van Palu Blanku.” [17]
17. Het onderzoeksteam van bureau levensdelicten van het Korps Politie Curaçao (KPC) heeft de gevorderde camerabeelden die zijn opgenomen overgedragen aan het onderzoeksteam van Divisie Georganiseerde Criminaliteit (DGC). De verbalisanten [verbalisant 7], [verbalisant 8] en [verbalisant 9] hebben de camerabeelden bekeken en geanalyseerd. Tevens hebben zij strategisch onderzoek gedaan door de plaats delict en de bijbehorende voertuigen volledig in kaart te brengen. Zij hebben het volgende gerelateerd:
“Er is onderzoek ingesteld in een chronologische tijdlijn van 8 december 2022 omstreeks 21:09:11 uur tot en met 9 december 2022 omstreeks 00:02:39 uur. Het slachtoffer zou op 8 december 2022 omstreeks 21:00 uur richting Punda zijn vertrokken. Hij reed in een zwarte Hummer en zou omstreeks 21:22 uur bij Pompstation De Ruyterkade voor Barbershop Strak Strak hebben geparkeerd. Het slachtoffer wordt herkend en aangeduid bij het analyseren van de camerabeelden.
Op de camerabeelden van de cameraroom Cubaweg kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 22:48:22 uur slaan zowel de Toyota Vitz als de Hummer rechtsaf en worden ter hoogte van de Rooseveltweg tot stilstaand gebracht.
Omstreeks 22:48:25 uur stappen het slachtoffer en de persoon, gekleed in een donker gekleurde broek met een wit gekleurd T-shirt en wit gekleurde pet op zijn hoofd, uit de Toyota Vitz. De Toyota Vitz wordt op slot gedaan en beiden stappen in de Hummer.
Op de camerabeelden van de cameraroom Cubaweg kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 22:49:01 uur komt een wit gekleurd voertuig van het merk Hyundai, model Accent, met kentekennummerplaat [kentekennummer 2](hierna: de Hyundai Accent)
, in beeld. De Hyundai Accent rijdt op een langzaam tempo richting de Toyota Vitz en de Hummer, de remlichten van de Hyundai Accent gaan meerdere malen aan. De Hyundai Accent lijkt aan de rechterzijde van F.D. Rooseveltweg te willen parkeren, maar rijdt vervolgens weer door.
Omstreeks 22:49:42 uur keert de Hummer op de F.D. Rooseveltweg en rijdt richting het zuiden op de F.D. Rooseveltweg. De Hyundai Accent blijft langzaam in noordelijke richting op de F.D. Rooseveltweg naar de Hummer toe rijden.
Omstreeks 22:49:28 uur komt de Hummer vanuit het noorden aangereden in de richting van de Hyundai Accent en vervolgens wordt een teken aangegeven om links af te slaan.
Omstreeks 22:49:54 uur passeren de Hummer en de Hyundai Accent elkaar(het Gerecht begrijpt: de Hummer en de Hyundai Accent rijden elkaar tegemoet)
. Hierna keerde de Hyundai Accent meteen op de F.D. Rooseveltweg en reed omstreeks 22:50:05 uur achter de Hummer aan in zuidelijke richting.
Omstreeks 22:50:48 uur wordt de Hummer ter hoogte van Curaçao Autonation tot stilstand gebracht en stapt het slachtoffer vanuit de bijrijderskant uit.
Omstreeks 22:51:02 uur wordt de Hummer achteruitgereden en voor de in- en uitgang van Curaçao Autonation geparkeerd.
Op de camerabeelden van Curaçao Autonation -vanuit een andere hoek- kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 22:52:13 uur komt de Hummer vanuit noordelijke richting op de F.D. Rooseveltweg en wordt ter hoogte van Curaçao Autonation tot stilstaand gebracht. Het slachtoffer stapt aan de bijrijderskant uit en de Hummer wordt achteruitgereden en voor de in- en uitgang van Curaçao Autonation geparkeerd.
Omstreeks 22:52:25 uur komt de Hyundai Accent in beeld terwijl de Hummer aan het achteruit rijden is en vervolgens voor de in- en uitgang van Curaçao Autonation wordt geparkeerd.
Omstreeks 22:52:58 uur stapt een persoon uit de Hummer, gekleed in een donker gekleurde broek met een wit gekleurd T-shirt en een schoudertasje om zijn lichaam.
Omstreeks 22:52:15 uur stapt een andere persoon uit de Hummer, gekleed in een donker gekleurde broek met een geel gekleurd T-shirt.
Omstreeks 22:52:48 uur stapt een andere persoon uit, gekleed in een donker gekleurde broek met wit gekleurd T-shirt en een wit gekleurde pet op zijn hoofd.
Op de camerabeelden van de cameraroom Cubaweg kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 22:51:12 uur wordt de Hummer voor Curaçao Automation geparkeerd nadat het slachtoffer is uitgestapt. Vlak achter de Hummer rijdt de Hyundai Accent, welke op de F.D. Rooseveltweg naast het slachtoffer stopt, dat zich tussen andere personen begeeft. De Hyundai Accent staat tot omstreeks 22:51:30 uur stil op de locatie en rijdt vervolgens in zuidelijke richting verder op de F.D. Rooseveltweg.
Omstreeks 22:51:34 uur rijdt de Hyundai Accent uit het camerabeeld.
Op de camerabeelden van Curaçao Autonation kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 22:52:58 uur rijdt de Hyundai Accent uit het camerabeeld.
Op de camerabeelden van de cameraroom Cubaweg kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 22:53:12 uur rijdt de Hyundai Accent wederom in beeld en wordt vervolgens aan de rechterkant van de F.D. Rooseveltweg geparkeerd, ter hoogte van het slachtoffer. De kentekennummerplaat en het type velgen zijn duidelijk zichtbaar.
Omstreeks 23:05:52 uur loopt het slachtoffer het terrein van Curaçao Autonation op.
Omstreeks 23:07:31 uur rijdt de Hummer de F.D. Rooseveltweg op.
Omstreeks 23:08:17 uur wordt de Hummer achteruit gereden en geparkeerd bij de in- en uitgang van Curaçao Automation.
De Hyundai Accent staat vanaf 22:50:12 uur nog steeds om 23:08:17 uur aan de rechterkant van de F.D. Rooseveltweg ter hoogte van Curaçao Autonation.
Omstreeks 23:10:58 uur gaan de remlichten van de Hyundai Accent aan en rijdt het vervolgens een stuk achteruit.
Omstreeks 23:12:23 uur wordt de Hyundai Accent op de F.D. Rooseveltweg gekeerd en rijdt weg richting het zuiden van de F.D. Rooseveltweg.
Omstreeks 23:12:35 uur rijdt de Hyundai Accent langzaam langs de locatie waar het slachtoffer zich bevindt en vervolgens verder om 23:12:43 uur richting het zuiden op de F.D. Rooseveltweg en verdwijnt uit het beeld.
Omstreeks 23:15:02 uur komt de Hyundai Accent wederom in beeld op de F.D. Rooseveltweg.
Omstreeks 23:15:11 uur gaan de remlichten van de Hyundai Accent aan, rijdt deze auto vervolgens langzaam langs Curaçao Autonation in noordelijke richting op de F.D. Rooseveltweg.
Omstreeks 23:17:08 rijdt de Hyundai Accent in noordelijke richting over de Franklin D. Rooseveltweg.
Omstreeks 23:17:49 uur komt de Hyundai Accent vanuit het noorden van de F.D. Rooseveltweg.
Omstreeks 23:17:54 uur keert de Hyundai Accent op de weg om vervolgens achteruit op het parkeerterrein bij Curaçao Autonation te parkeren.
Omstreeks 23:19:09 uur loopt het slachtoffer het terrein van Curaçao Autonation af en begeeft zich in het bijzijn van andere personen in de omgeving van de auto.
Omstreeks 23:48:17 uur loopt het slachtoffer naar de achterzijde van de Hummer, hij opent de rechterachterdeur, maar stapt niet in. Vervolgens loopt hij naar de andere zijde van de Hummer in de richting van de geparkeerde Hyundai Accent en stapt in aan de linkerkant van de Hummer achter de bestuurder.
Omstreeks 23:50:30 uur rijdt de Hummer met daarin het slachtoffer linksaf de F.D. Rooseveltweg op. Op dat moment stond de Hyundai nog steeds naast de Hummer geparkeerd.
Omstreeks 23:50:56 uur gaan de achterlichten van de Hyundai Accent aan, terwijl het naar voren rijdt, kan worden waargenomen dat de verlichting uit is.
Omstreeks 23:51:02 uur slaat de Hyundai Accent linksaf de F.D. Rooseveltweg op in noordelijke richting, nog steeds zonder verlichting.
Op de camerabeelden van Western Union kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 23:51:30 uur rijdt de Hummer in noordelijke richting op de F.D. Rooseveltweg, slaat rechtsaf en parkeert op het parkeerterrein tussen de pinautomaat van ACU en 24-uur Uit de Muur. Het slachtoffer stapt uit, staat enige tijd bij de balie van 24-uur Uit de Muur en stapt vervolgens weer in de Hummer. De Hummer rijdt vervolgens in de richting van benzinestation Sta. Maria. Ook de Hyundai Accent rijdt zonder verlichting in noordelijke richting op de F.D. Rooseveltweg langs benzinestation Sta. Maria.
Op de camerabeelden van Pompstation Sta. Maria kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 23:51:45 uur rijdt de Hyundai Accent zonder verlichting langs benzinestation Sta. Maria in noordelijke richting over de F.D. Rooseveltweg en stopt bij de verkeerslichten op het kruispunt F.D. Rooseveltweg/Winston Churchillweg/Jan Noorduynweg.
Op de camerabeelden van de cameraroom Kruising Sta. Maria kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 23:53:24 uur komt de Hyundai Accent uit zuidelijke richting op de F.D. Rooseveltweg, nog steeds zonder verlichting. Het voertuig staat stil bij het kruispunt F.D. Rooseveltweg/Winston Churchillweg/Jan Noorduynweg, rijdt vervolgens rechtdoor over het kruispunt in noordelijke richting op de F.D. Rooseveltweg.
Op de camerabeelden van Pizza Hut Sta. Maria kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 23:53:45 uur draait de Hyundai Accent ter hoogte van de Jan Noorduynweg om en rijdt terug over de F.D. Rooseveltweg in zuidelijke richting.
Op de camerabeelden van de cameraroom Kruising Sta. Maria kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 23:54:03 uur rijdt de Hyundai Accent in zuidelijke richting over de F.D. Rooseveltweg en rijdt ter hoogte van het kruispunt F.D. Rooseveltweg/Winston Churchillweg/Jan Noorduynweg door een rood verkeerslicht.
Op de camerabeelden van Pizza Hut Sta. Maria kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 23:54:30 uur gaan de remlichten van de Hyundai Accent ter hoogte van benzinestation Sta. Maria aan. De Hyundai Accent slaat rechtsaf op de parkeerplaats naast de Food Truck Burrito Loco, gelegen aan de F.D. Rooseveltweg en parkeert naast de food truck, gelegen tegenover benzinestation Sta. Maria waar de Hummer en het slachtoffer zich bevinden.
Omstreeks 23:57:00 uur rijdt de Hummer in zuidelijke richting op de F.D. Rooseveltweg.
Omstreeks 23:57:15 uur gaat de verlichting van de Hyundai Accent aan en rijdt deze achter de Hummer aan ook in noordelijke richting op de F.D. Rooseveltweg.
Op de camerabeelden van TV Direct kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 23:57:30 uur rijdt de Hummer op het terrein van de truk’i pan op de F.D. Rooseveltweg en parkeert.
Op de camerabeelden van de cameraroom Cubaweg kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 23:58:02 uur rijdt de Hyundai Accent langs het kruispunt F.D. Rooseveltweg/Cubaweg/Argentinaweg in noordelijke richting op de F.D. Rooseveltweg.
Op de camerabeelden van Sultan Wholesale en Tv Direct kan op 8 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 23:59:29 uur staat het slachtoffer met meerdere personen bij de truk’i pan. Op de Franklin D. Rooseveltweg is vermoedelijk de Hyundai Accent te zien welke in noordelijke richting rijdt.
Op de camerabeelden kan op 9 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 00:00:10 uur komt de Hyundai Accent vanuit noordelijke richting op de F.D. Rooseveltweg aanrijden.
Omstreeks 00:00:16 uur loopt het slachtoffer in de richting van de Hummer. De Hyundai Accent komt aanrijden vanuit noordelijke richting op de Franklin D. Rooseveltweg.
Omstreeks 00:00:20 uur staat het slachtoffer tussen het eerste voertuig en voor de Hummer op de parkeerplaats. De remlichten van de Hyundai Accent gaan aan en het voertuig komt tot stilstand ter hoogte van het slachtoffer. De Hyundai Accent rijdt vervolgens heel langzaam verder tot omstreeks 00:00:23 uur.
Omstreeks 00:00:23 uur wordt een witte flits gezien, vermoedelijk een eerste schot uit een vuurwapen, vanuit de rechterzijde van de Hyundai Accent. Vervolgens is een tweede witte flits te zien, vermoedelijk een tweede schot uit een vuurwapen, vanuit de rechterzijde van de Hyundai Accent. Het slachtoffer valt achter de Hummer op de grond.
Omstreeks 00:00:24 uur rijdt de Hyundai Accent vervolgens met hoge snelheid weg in zuidelijke richting op de F.D. Rooseveltweg.
Op de camerabeelden van de Argentinaweg kan op 9 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 00:00:30 uur rijdt de Hyundai Accent op de Argentinaweg in de richting van de Juan Hatoweg.
Op de camerabeelden van Lluvar Minimarket kan op 9 december 2022 onder meer het volgende worden waargenomen:
Omstreeks 00:02:39 uur rijdt een voertuig met de uiterlijke kenmerken van de Hyundai Accent met hoge snelheid op de Moontjeweg in de richting van Helmin Magno Wiels Boulevard.” [18]
18. Door de verbalisant [verbalisant 7] werd op basis van de analyse van camerabeelden nader onderzoek verricht naar het voertuig dat bij de schietpartij betrokken was. Hij heeft bij die gelegenheid het volgende gerelateerd:
“Uit de camerabeelden kan worden opgemaakt dat het voertuig een wit gekleurde Hyundai, model Accent, betrof met vermoedelijk geblindeerde ramen, bouwjaar vanaf 2018 en kentekennummerplaat [kentekennummer 2].
Na bevraging in het kentekenregister is gebleken dat de kentekennummerplaat aan een wit gekleurd voertuig van het merk Chevrolet, model Sonic, met bouwjaar [bouwjaar] toebehoort en geregistreerd staat op naam van het bedrijf [bedrijf]. De statutair directeur is [getuige 7].” [19]
19. [ getuige 7] heeft op 18 april 2023 een verklaring afgelegd:
“Het autoverhuurbedrijf staat op naam van mijn neef en de mijne ingeschreven bij de Kamer van Koophandel. Het voertuig van het merk Chevrolet, model Sonic, met kentekennummerplaat [kentekennummer 2] werd van 24 tot 28 november 2022 verhuurd. De auto werd bij de airport achtergelaten en vervolgens door een collega opgehaald. Daarna zag ik dat de kentekennummerplaat bevestigd aan de voorzijde van de auto er niet meer zat. Daarvoor was de kentekennummerplaat nog op de auto bevestigd.” [20]
20. Door de verbalisant [verbalisant 9] werd op basis van de analyse van camerabeelden nader onderzoek verricht naar de specifieke kenmerken van het voertuig dat bij de schietpartij betrokken was en tevens bij de Hyundai dealer navraag gedaan. Hij heeft bij die gelegenheid het volgende gerelateerd:
“Uit het onderzoek is gebleken dat enkele van de motorvoertuigen van het merk Hyundai, model Accent, wit van kleur in Curaçao volledig voldeden aan de uitvoering van de aan hem getoonde camerabeelden, waarop de Hyundai Accent betrokken bij het schietincident is te zien. Uit onderzoek in het kentekenbestand is gebleken dat zes voertuigen overeenkomsten vertonen met het voertuig dat bij de schietpartij werd gebruikt. Uit onderzoek in het verkeersongevallensysteem Forensisch (CRS) is gebleken dat een wit gekleurde personenauto van het merk Hyundai, model Accent, voorzien van het kentekennummer [kentekennummer 3] volledig voldeed aan de uitvoering en de specifieke kenmerken van het voertuig dat betrokken was bij het schietincident heeft. Verder is gebleken dat dit voertuig op 3 december 2022 betrokken was bij een incident waarbij schade aan het voertuig werd veroorzaakt. De bestuurder van het voertuig gaf op te zijn [verdachte], geboren op [geboortedatum] 1979 te [geboorteplaats] en blijkens de documenten van de auto staat de auto geregistreerd op naam van [getuige 8]. Op basis van de door CRS gemaakte foto’s van de schade van het bij [verdachte] in gebruik zijnde voertuig, werd een vergelijking gedaan met de Hyundai Accent betrokken bij het schietincident op de camerabeelden. Hieruit is gebleken dat vijf van de zeven aangetroffen specifieke kenmerken aan de hand van de analyse van de camerabeelden en vastgelegde schade op de foto’s die door CRS werden genomen, met elkaar overeenkomen.” [21]
21. De verdachte heeft op 4 december 2022 aangifte gedaan:
“Op 3 december 2022 kwam ik samen met mijn nieuwe vriendin thuis in de door mij gehuurde wit gekleurde personenauto van het merk Hyundai, model Accent, bouwjaar 2019 met kentekennummerplaat [kentekennummer 3]. Ik hoorde en zag later dat mijn ex-vriendin [ex-vriendin] samen met een vriendin van haar stond. Zij verzochten mij om de deur open te maken, maar ik deed niet open en bleef gewoon rustig binnen. Even later belde de buurman en zei dat mijn ex-vriendin de auto had vernield. Ik ging naar buiten en zag dat de voorruit, rechtervoorzij- en rechterachterzijruit vernield waren.
Door [verdachte] is als telefoonnummer opgegeven:
[afbeelding telefoonnummer]
22. De verdachte heeft op 6 maart 2023 een verklaring afgelegd:
“Ik heb de wit gekleurde Hyundai Accent van [getuige 9] in Seru Mahuma gehuurd. Ik had de auto ongeveer drie à vier dagen in mijn bezit toen de vernieling op 3 december 2022 heeft plaatsgevonden. Gedurende de tijd dat ik de Hyundai had gehuurd was ik de bestuurder daarvan. Behalve ik heeft niemand anders ermee gereden.” [23]
23. [ getuige 8] heeft op 6 januari 2023 een verklaring afgelegd:
“Op mijn naam staat onder meer een wit gekleurde auto van het merk Hyundai, model Accent, met kentekennummerplaat [kentekennummer 3] geregistreerd. Ik gebruik het soms voor persoonlijke redenen en soms verhuur ik het aan derden om een beetje geld te verdienen. De auto wordt merendeels door mij of door mijn partner [getuige 10] gereden. In december 2022 heeft mijn partner de auto aan een vriend van hem verhuurd.” [24]
24. [ getuige 10] heeft op 18 april 2023 een verklaring afgelegd:
“Ik heb het voertuig van het merk Hyundai, model Accent, met kentekennummerplaat [kentekennummer 3] aan [getuige 9] verhuurd. Hij woont te [woonplaats]. De auto staat op naam van mijn vrouw genaamd [getuige 8] geregistreerd. Volgens mij had ik de auto in oktober 2022 aan [getuige 9] gegeven. De voorruit was niet getint. Alleen de voor- en achter- linker en rechter ruiten waren getint met tintpapier van 35%. Toen ik de auto in december(het Gerecht begrijpt: december 2022)
terugkreeg was de voorruit ook getint.
[getuige 9] heeft tegen mij gezegd dat hij deze auto aan een derde had verhuurd.” [25]
25. [ getuige 9] heeft op 2 mei 2023 een verklaring afgelegd:
“Ik word [getuige 9] genoemd. Eind oktober(het Gerecht begrijpt: oktober 2022)
heb ik een wit gekleurde auto van het merk Hyundai, model Accent, van [getuige 10](het Gerecht begrijpt: [getuige 10])
gehuurd. Deze auto heb ik doorverhuurd. Nadat ik het heb teruggekregen heeft [verdachte](het Gerecht begrijpt: [verdachte])
aan mij gevraagd of hij een auto, de Hyundai Accent, kon huren. Eind november(het Gerecht begrijpt: eind november 2022)
was hij met de auto naar mij toegekomen omdat er schade aan de achterzijde van de bumper was, ook de voorruit en de ruiten aan de bijrijderszijde waren kapot. De vrouw van [verdachte] had beide ruiten aan de bijrijderszijde en de voorruit kapotgeslagen.” [26]
26. [ getuige 9] heeft op 2 mei 2023 een verklaring afgelegd:
“[verdachte] heeft de Hyundai Accent op 3 november 2022 van mij gekregen. Op 17 december 2022 heeft hij het weer ingeleverd. Toen ik de auto aan hem verhuurde waren de achterruiten en beide passagiersachterruiten voor 35% getint. De voorruit was niet getint. Op 13 of 14 november toen [verdachte] was teruggekomen om de huur van de auto te verlengen, had ik opgemerkt dat alle ruiten pikzwart getint waren. Na de vernieling door zijn vriendin heeft hij de ruiten weer laten tinten.
De jongen die is opgepakt heb ik een paar keer samen met [verdachte] gezien. Hij kwam een keer samen met [verdachte] bij mij thuis betalen. Ik heb hun ook een paar keer samen gezien in de wit gekleurde Hyundai Accent.” [27]
27. Op 2 mei 2023 hebben de verbalisanten [verbalisant 10] en [verbalisant 11] een fotoconfrontatie met [getuige 9] gehouden. Zij hebben bij die gelegenheid het volgende gerelateerd:
“V: Vraag verbalisant
A: Antwoord getuige
O: Opmerking verbalisant
O: We laten je nu een fotosheet zien die werd opgemaakt door het Team Forensische Opsporing. Bestaande uit een reeks van 10 foto afbeeldingen van 10 manspersonen, aangeduid met de cijfers 1 t/m 10.
V: Herken je een van de personen op de fotosheet?
A: Ja, ik herken de persoon op foto 10. Ik ken hem als de man met de bijnaam [bijnaam]. Het is de jongen die vaak bij [verdachte] is.
Op de fotosheet die aan de verdachte [verdachte](het Gerecht begrijpt: getuige [getuige 9])
werd getoond, staat [medeverdachte] op foto 10 afgebeeld.” [28]
28. De verdachte heeft op 15 april 2023 de volgende verklaring afgelegd:
“Ik word [verdachte] genoemd. Ik maak sinds eind december 2022 gebruik van een blauw gekleurde mobiele telefoon van het merk Samsung met telefoonnummer [telefoonnummer 1]. Ook het telefoonnummer is een nieuw nummer. Vóór oktober 2022 had ik een grijs gekleurde mobiele telefoon van het merk Samsung model S8 voorzien van telefoonnummer [telefoonnummer 2] in gebruik. De telefoon die ik van oktober 2022 tot december 2022 in gebruik had leende ik weleens uit. [medeverdachte](het Gerecht begrijpt: [medeverdachte])
heb ik leren kennen nadat ik samen met [getuige 11](het Gerecht begrijpt: [getuige 11])
vanuit Bonaire naar Curaçao ben teruggekomen. Hij verbleef te [adres] en ik bleef in contact met [medeverdachte]. Ik was in bezit van de wit gekleurde Hyundai Accent die ik van [getuige 9] had gehuurd. Op 8 december 2022 had ik de auto van [getuige 9] teruggekregen, nadat mijn ex-vriendin [getuige 11] op 3 december 2022 de voor- en zijruiten van de Hyundai Accent had vernield. Hierna ben ik naar de verblijfplaats van [medeverdachte] te [adres] gegaan en wij hadden afgesproken dat ik hem later zou ophalen om naar Punda te gaan. Ik ben [medeverdachte] in de wit gekleurde Hyundai Accent die ik van [getuige 9] had gehuurd gaan ophalen. Hij kwam met een kentekennummerplaat en heeft deze aan de achterkant van de auto bevestigd. Wij reden daarna richting Punda, maar omdat er geen tambú was bij Strak Strak, besloten wij naar de woning van de vader van [medeverdachte] te [adres] te gaan. Toen wij daar waren hoorden wij muziek te Rooseveltweg en besloten om daarheen te rijden. Er was een activiteit op een erf schuin tegenover Alivio pa Pueblo/Op is Op. Ik was bestuurder van de auto. Na een tijdje langs de kant van de weg te hebben gestaan zag ik een Hummer aankomen rijden. Ik zag [slachtoffer] en twee andere mannen uit de Hummer stappen en naar binnen lopen. [slachtoffer] zat achterin. Wij reden enkele keren heen en weer voor die plaats en ik parkeerde op een gegeven moment de auto voor de tuin waar de activiteit was. Ik reed vervolgens richting Tesoro, keerde om en parkeerde de auto op de plek naast de Hummer. Op een gegeven moment kwam [slachtoffer] samen met de twee andere mannen naar buiten. [slachtoffer] was heel dichtbij ons en zij stapten in de Hummer. [slachtoffer] stapte achter in. De Hummer werd gestart en zij reden weg richting Sta. Maria. Wij reden hen achterna. Zij reden naar de pinautomaat bij Pompstation Sta. Maria. Ik zag [slachtoffer] uitstappen en geld halen uit de geldautomaat. Ik parkeerde de auto aan de overkant van het pompstation voor de truk’i pan met de voorkant van de auto richting Op is Op gericht. Hierna stapte [slachtoffer] weer in de Hummer. Zij reden weer richting Op is Op en gingen naar de truk’i pan waar het incident heeft plaatsgevonden. Toen zij aldaar gingen parkeren reed ik door richting Op is Op, keerde om en reed weer voor de truk’i pan richting Sta. Maria. Ik zag dat [slachtoffer] eten aan het bestellen was bij de truk’i pan. Ik reed tot Welcome Shop en keerde weer om richting de truk’i pan. Toen wij aankwamen rijden zag ik dat [slachtoffer] ook richting de weg aan het lopen was. Ik reed van de weg en terwijl wij aankwamen rijden, zag ik dat [slachtoffer] ook in onze richting toeliep. [medeverdachte] had het raam met zijn linkerhand opengemaakt en stak meteen zijn rechterhand uit het raam op [slachtoffer] gericht en begon op [slachtoffer] te schieten. Ik hoorde dat [medeverdachte] ongeveer 5 à 6 schoten op [slachtoffer] had gelost. Ik reed met gierende banden weg, sloeg meteen rechtsaf bij de eerste afslag bij Kati Snack, daarna nog een keer rechtsaf en dan linksaf. Ik kwam uit op de Moontjeweg, reed richting De Savaan en bij de verkeerslichten sloeg ik rechtsaf in de richting van de rotonde Julianadorp. Ik bleef rechtdoor rijden tot Gato naar Kaya Cruzeiro waar ik toen verbleef. [medeverdachte] belde naar zijn vriendin bijgenaamd [getuige 12](het Gerecht begrijpt: [getuige 12])
en zei tegen haar om hem bij Gato op te halen. [getuige 12] kwam [medeverdachte] in de grijs gekleurde Toyota Corolla die ik van [getuige 9] voor [medeverdachte] had gehuurd ophalen. [getuige 12] vertelde dat [getuige 11] samen met haar in de auto zat. Ik weet dat [medeverdachte] met een automatisch vuurwapen op [slachtoffer] heeft geschoten. Het was zwart van kleur.” [29]
29. De verdachte heeft op 17 april 2023 de volgende verklaring afgelegd:
“Ik was betrokken bij de liquidatie van [slachtoffer]. Ik was de bestuurder van de witte Hyundai Accent die langs de truk’i pan is gereden en van waaruit op [slachtoffer] is geschoten. [slachtoffer] werd door [medeverdachte] doodgeschoten. Ik was op de hoogte dat [medeverdachte] in het bezit was van een vuurwapen. Hij heeft altijd een vuurwapen bij zich. Zijn gezicht was bedekt. [medeverdachte] maakte gebruik van het telefoonnummer van zijn moeder en zijn zus. [medeverdachte] maakte meestal wel gebruik van mijn mobiele telefoon. Ik herken op de aan mij getoonde foto-afbeeldingen de wit gekleurde Hyundai Accent met kentekennummerplaat [kentekennummer] als de auto van waaruit op [slachtoffer] werd geschoten. Ik herken de auto aan de scheur in de achterbumper. Het is ook de auto die ik van [getuige 9] heb gehuurd.” [30]
30. De verdachte heeft op 19 april 2023 de volgende verklaring afgelegd:
“Ik denk dat het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer 3] mijn telefoonnummer is. De zendmastgegevens van dit telefoonnummer in de avond van 8 december 2022 naar 9 december 2022, welke aan mij worden getoond, geeft de rijroute weer die ik na het schietincident heb gereden.” [31]
31. Op 19 april 2023 hebben de verbalisanten [verbalisant 12], [verbalisant 1] en [verbalisant 10] een fotoconfrontatie met [verdachte] gehouden. Zij hebben bij die gelegenheid het volgende gerelateerd:
“V: Vraag verbalisant
A: Antwoord getuige
O: Opmerking verbalisant
O: We laten je nu een fotosheet zien die werd opgemaakt door het Team Forensische Opsporing. Bestaande uit een reeks van 10 foto afbeeldingen van 10 manspersonen, aangeduid met de cijfers 1 t/m 10.
V: Herken je een van de personen op de fotosheet?
A: Ja. De man op nummer 7 die ik nu aanwijs is [medeverdachte]. Met [medeverdachte] bedoel ik, [medeverdachte] die [slachtoffer] heeft vermoord met een vuurwapen.
O: De man die door de verdachte [verdachte] werd aangewezen, op afbeelding 7, betreft de man genaamd [medeverdachte], geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats].” [32]
32. [ getuige 11] heeft op 18 april 2023 een verklaring afgelegd:
“Mijn bijnaam is [getuige 11]. Ik maak een paar maanden gebruik van het telefoonnummer is [telefoonnummer 4]. Daarvoor had ik het telefoonnummer [telefoonnummer 5] in gebruik. Tussen 8 en 9 december 2022 nam [getuige 12](het Gerecht begrijpt: [getuige 12])
contact met mij op om te gaan chillen. Zij haalde mij in de middaguren van 8 december 2022 op. [getuige 12] is de vriendin van [medeverdachte]. Hij heet eigenlijk [medeverdachte]. Hij is een vriend van [verdachte] en dus zo ken ik [getuige 12]. [getuige 12] werd gebeld door [medeverdachte]. [medeverdachte] vertelde dat er iets was gebeurd. Op de radio hoorden wij dat er een schietincident was waarbij [slachtoffer] was vermoord. [medeverdachte] heeft aan [getuige 12] gevraagd om naar de woning te [woonwijk], waar ik met [verdachte] woonde toen ik een relatie met hem had, te komen. [getuige 12] reed in haar auto en ik zat achter in de auto. Ik ging achterin de auto zitten omdat ik eigenlijk geen relatie meer had met [verdachte] en ik wilde niet dat hij mij zou zien. [medeverdachte] sprak met [getuige 12] door het raam wat naar beneden was gedraaid. Ik had twee jaar een relatie met [verdachte] totdat ik hem met een andere vrouw had betrapt. Hierdoor had ik de auto vernield. In november 2022 zag ik dat [verdachte] met [medeverdachte] omging. Nadat bekend werd dat [verdachte] was aangehouden werd ik de hele tijd gebeld door de persoon die [medeverdachte] had vermoord. Dit was [medeverdachte]. [medeverdachte] vertelde mij dat ik aan [verdachte] moest vertellen dat er geen bewijs was en dat [verdachte] niet moest praten en dat [medeverdachte] geen bewijs had achtergelaten en dat [verdachte] snel vrij zou komen.” [33]
33. Op 19 april 2023 hebben de verbalisanten [verbalisant 13] en [verbalisant 11] een fotoconfrontatie met [getuige 11] gehouden. Zij hebben bij die gelegenheid het volgende gerelateerd:
“Wij hebben aan [getuige 11] een sheet laten zien met daarop 10 foto’s opgesteld door het personeel van het Bureau Technische Opsporings en Herkenningsdient. De foto’s waren genummerd met de cijfers 1 t/m 10 en gevraagd is wie de getuige op de foto’s herkent. De getuige [getuige 11] wees, zonder te aarzelen, de foto onder nummer 4 aan en zij verklaarde als volgt: [medeverdachte]. Ik herken hem direct.” [34]
34. De verbalisant [verbalisant 13] heeft vervolgens het volgende gerelateerd:
“De personalia van de persoon onder nummer 4 betreft, [medeverdachte], geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats].” [35]
35. [ getuige 12] heeft op 28 april 2023 een verklaring afgelegd:
“Op dit moment heb ik een relatie met [medeverdachte]. Ik maak gebruik van een iPhone model 13 Pro. Hierin maak ik gebruik van het telefoonnummer [telefoonnummer]. Ik heb dit nummer al een lange tijd. [medeverdachte] maakt gebruik van een zwarte Samsung en zijn telefoonnummer staat opgeslagen als [naam]. Ik heb [verdachte] weleens met [medeverdachte] gezien. Ik heb hem via [medeverdachte] leren kennen. Ik weet dat [verdachte] een relatie heeft met [getuige 11].” [36]
36. [ getuige 12] heeft op 5 mei 2023 een verklaring afgelegd:
“Op 9 december 2022 had ik mijn telefoon aan niemand uitgeleend.” [37]
37. [ getuige 12] heeft op 14 juli 2023 een verklaring afgelegd:
“Ik maak geen gebruik meer van het telefoonnummer [telefoonnummer], maar van het nummer [telefoonnummer]. Op 8 december had ik de hele dag mijn telefoon bij me. Ik heb het aan niemand uitgeleend.” [38]
38. [ getuige 13] heeft op 7 september 2023 een verklaring afgelegd:
“Ik had een relatie met [medeverdachte] en ik belde hem iedere dag op toen ik een relatie met hem had. Vanaf februari 2023 heb ik geen relatie meer met [medeverdachte]. Ik heb een donkerblauw gekleurde Samsung, type A11, met de nummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer]. [medeverdachte] had volgens mij het telefoonnummer [telefoonnummer]. [medeverdachte] is [medeverdachte]. In december 2022 hadden wij alleen een seksrelatie met elkaar. [medeverdachte] droeg altijd een vuurwapen bij zich. Het was een zwart gekleurd vuurwapen. Ik ken [verdachte]. Ik zag hem met [medeverdachte] samen met een ander meisje. Op 8 december 2022 omstreeks 22:31 uur werd het telefoonnummer [telefoonnummer] gebeld door het telefoonnummer [telefoonnummer], het gesprek duurde 121 seconden. Het klopt dat ik op 8 december 2022 met [medeverdachte] heb gesproken. Het is onmogelijk dat ik op 8 december 2022 met iemand anders dan [medeverdachte] heb gesproken op zijn telefoonnummer. Als ik hem belde nam [medeverdachte] altijd op en niemand anders. Als jullie registratie hebben dat onze telefoonnummers een gesprek hadden, dan was ik zeker met [medeverdachte] aan het praten.” [39]
39. De verbalisant [verbalisant 8] heeft het volgende gerelateerd:
“In Actpol zijn de navolgende telefoonnummers aan [verdachte] gekoppeld, namelijk [telefoonnummer] en [telefoonnummer]. Na analyse van de verstrekte gevorderde gegevens kan worden vastgesteld dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] op 8 en 9 december 2022 verbinding heeft gemaakt met de zendmasten Sta. Maria, Panchi Pretu door middel van het mobiele datanetwerk.
Na analyse van de gebruikte zendmastgegevens van de historische gegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] blijkt dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] telefoongesprekken heeft gevoerd, waarbij gebruik werd gemaakt van de navolgende zendmasten.” [40]
40. De verbalisant [verbalisant 8] heeft het volgende gerelateerd:
“Na analyse van de historische gegevens is gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer] viermaal contact heeft gehad met het telefoonnummer [telefoonnummer].” [41]
41. De verbalisant [verbalisant 8] heeft het volgende gerelateerd:
“[getuige 12] heeft in haar verklaring aangegeven dat zij gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer]. In het onderzoek zijn de historische gegevens gevorderd en verstrekt van het mobiele telefoonnummer [telefoonnummer]. Na analyse van deze gegevens is onder meer gebleken dat dit telefoonnummer in de periode 1 augustus 2022 tot en met 14 december 2022 in gebruik was met het IMEI-nummer: [IMEI-nummer]. Na controle van voornoemd IMEI-nummer kwam naar voren dat het een mobiele telefoon betrof van het merk Apple, model iPhone 13 Pro Max.
Op 9 december 2022 vond om 00:20 uur een gesprek plaat tussen het telefoonnummer [telefoonnummer] en het telefoonnummer [telefoonnummer]. Dit(het Gerecht begrijpt: laatstgenoemde)
telefoonnummer was op dat moment in gebruik bij [verdachte].
Op 9 december 2022 heeft er een simkaartwissel tussen 01:24 uur en 04:06 uur plaatsgevonden. Hieruit kan worden opgemaakt dat het telefoonnummer [telefoonnummer] is vervangen door het telefoonnummer [telefoonnummer], het huidige telefoonnummer van [getuige 12].
Het IMEI-nummer: [IMEI-nummer] was op 8 en 9 december 2022 in gebruik bij twee telefoonnummers, namelijk [telefoonnummer] en [telefoonnummer].” [42]
42. De verbalisant [verbalisant 8] heeft het volgende gerelateerd:
“[getuige 11] heeft in haar verklaring aangegeven dat zij gebruik maakte van het telefoonnummer [telefoonnummer]. Daarvoor zou zij van het telefoonnummer [telefoonnummer] gebruik hebben gemaakt. Na analyse van de verstrekt gevorderde gegevens is onder meer gebleken dat op 8 en 9 december 2022 een simkaartwissel heeft plaatsgevonden in een telefoon met IMEI-nummer: [IMEI-nummer], waarbij de simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer] op 9 december 2022 om 01:23 uur is vervangen met de simkaart met het telefoonnummer [telefoonnummer].
Na het raadplegen van Actpol is gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer] geregistreerd stond op naam van [getuige 11], de ex-vriendin van [verdachte]. Het IMEI-nummer: [IMEI-nummer] was op 8 en 9 december 2022 in gebruik bij twee telefoonnummers, namelijk [telefoonnummer] en [telefoonnummer]. Deze telefoonnummers maakten verbinding met de zendmasten Otrabanda, Blue Bay, Sta. Maria en Panchi Pretu.” [43]
43. De verbalisant [verbalisant 1] heeft het volgende gerelateerd:
“Bij haar aanhouding op 26 april 2023 was [getuige 12] in het bezit van een mobiele telefoon van het merk Apple, model iPhone 13 Pro. De informatie in deze mobiele telefoon werd opgeslagen en uitgelezen. In de telefoon bevond zich een simkaart met telefoonnummer [telefoonnummer]. Ook is gebleken dat in het verleden de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] in de mobiele telefoon werden gebruikt.
Uit de contactenlijst en gegevensverkeer staan onder meer de navolgende contacten geregistreerd:
44. De verbalisant [verbalisant 8] heeft het volgende gerelateerd:
“Bij aanhouding van [medeverdachte] is onder hem een mobiele telefoon van het merk Samsung, type SM-J260M/DS (J2) inbeslaggenomen met IMEI-nummers: [IMEI-nummer] en [IMEI-nummer]. Na controle van het IMEI-nummer: [IMEI-nummer] is gebleken dat het laatste cijfer (0) het controlegetal (1) heeft, welke overeenkomt met de onder [medeverdachte] inbeslaggenomen Samsung J2. Uit analyse van de historische gegevens is gebleken dat voornoemd IMEI-nummer in de periode 2 december 2022 tot en met 9 december 2022 het telefoonnummer [telefoonnummer] in gebruik had en dat er veelvuldig contact is geweest met de telefoonnummers [telefoonnummer], in gebruik met [verdachte], en [telefoonnummer], in gebruik bij [getuige 12].” [45]
45. De verbalisant [verbalisant 8] heeft het volgende gerelateerd:
“Na analyse van de verstrekte gevorderde historische gegeven is gebleken dat [medeverdachte] op 8 december 2022 omstreeks 22:30 uur door de telefoonnummers [telefoonnummer] en [telefoonnummer] werd gebeld. Onderzoek in de operationele systemen is onder meer gebleken dat het telefoonnummer [telefoonnummer] geregistreerd staat op naam van [getuige 13]. Na het toevoegen van het telefoonnummer [telefoonnummer] op de applicatie Whatsapp en het verrichten van nader onderzoek van de gegevens op Facebook en Instagram kan worden vastgesteld dat de gebruiker van het telefoonnummer [getuige 13] is en dat de gebruiker van het telefoonnummer [telefoonnummer] op 8 december 2022 een telefonisch gesprek met [getuige 13] heeft gevoerd.” [46]
46. De verbalisant [verbalisant 8] heeft het volgende gerelateerd:
“Na analyse van de verstrekte gevorderde historische gegevens is gebleken dat de mobiele telefoons van [verdachte] en [medeverdachte] actief waren binnen het Curaçaose telecomnetwerk en verbinding maakten met de zendmasten van de provider Digicel, namelijk:
- op 8 december 2022 te 20:34 uur met de zendmasten Otrobanda en Seru Parera;
- op 8 december 2022 te 20:39 uur met zendmast Seru Parera;
- op 8 december 2022 van 21:10 uur t/m 23:55 met de zendmasten Sta. Maria en Panchi Pretu;
- op 8 december 2022 te 23:50 uur met zendmast Sta. Maria;
- op 9 december 2022 te 00:01:40 uur met de zendmasten Sta. Maria, Panchi Pretu en Blue Bay.
De telefoon van [verdachte] straalt op 9 december 2022 te 00:20 uur met zendmast Souax.
Alle zendmastgegevens van het telefoonnummer [telefoonnummer] samen ingetekend komen overeen met dezelfde rij-/vluchtroute van de wit gekleurde Hyundai Accent waarvan [verdachte] de bestuurder was.” [47]
47. [ medeverdachte], de medeverdachte, heeft op 26 april 2023 de volgende verklaring afgelegd:
“Ik heb een zwart gekleurde mobiele telefoon van het merk Samsung, type J2.” [48]
48. [ medeverdachte] heeft op 27 april 2023 de volgende verklaring afgelegd:
“V: Vraag verbalisant
A: Antwoord verdachte
V: Leen je deze telefoon weleens uit aan derden?
A: Nee.” [49]
49. [ medeverdachte] heeft op 2 mei 2023 de volgende verklaring afgelegd:
“V: Vraag verbalisant
A: Antwoord verdachte
V: Kon iemand anders gebruikmaken van jouw mobiele telefoon op de datum 8 en 9 december 2022?
A: Nee.” [50]
Bewijs(middel)overwegingen
Inleidende feiten en omstandigheden
Het Gerecht gaat, gelet op de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting, uit van de volgende redengevende feiten en omstandigheden.
Op 9 december 2022 omstreeks 00:00:23 uur vond een schietincident ter hoogte van de broodtruck
Expressogelegen aan de F.D. Rooseveltweg plaats. Het slachtoffer bleek in leven de man [slachtoffer] te zijn, beter bekend als de rapper [slachtoffer]. Hij was die avond op stap met zijn vrienden en werd door meerdere kogels geraakt. Door perforatie van zijn aorta en beide longen, die een interne bloeding hebben veroorzaakt, is hij ter plaatse overleden. Bij
Expressowaren ook meerdere personen aanwezig die een verklaring over hetgeen zij hebben waargenomen hebben afgelegd. Met het oog daarop rees het vermoeden dat de fatale schoten vanuit een wit gekleurd voertuig van het merk Mitsubishi, Hyundai of Nissan zijn gelost. Na het vorderen en het veiligstellen van camerabeelden geplaatst op zowel de route die [slachtoffer] en zijn vrienden op de avond van 8 december 2022 en in de nacht van 9 december 2022 hebben afgelegd als in de directe omgeving van
Expresso, is onder meer te zien dat vanaf omstreeks 22:49:01 uur een wit gekleurd voertuig van het merk Hyundai, model Accent, met kentekennummerplaat [kentekennummer] in beeld komt dat de Hummer waarin [slachtoffer] reed heeft gevolgd. Korte tijd nadat [slachtoffer] en zijn vrienden bij
Expressowaren aangekomen werd vanuit het eerder waargenomen wit gekleurde voertuig van het merk Hyundai, model Accent, met kentekennummerplaat [kentekennummer] op [slachtoffer] geschoten. Hierna reed de Hyundai Accent met hoge snelheid weg in zuidelijke richting op de F.D. Rooseveltweg. Na het raadplegen van het kentekenregister is onder meer gebleken dat de kentekennummerplaat geplaatst aan de achterkant van de Hyundai Accent aan een ander voertuig toebehoorde. Bij nader onderzoek naar de uitvoering en specifieke kenmerken van de Hyundai Accent en navraag bij de Hyundai dealer werd een voertuig met dezelfde overeenkomsten, als de Hyundai Accent die betrokken was bij het schietincident, gevonden. Dit voertuig bleek enkele dagen eerder, namelijk op 3 december 2022, betrokken te zijn geweest bij een incident waarbij schade aan het voertuig werd veroorzaakt. Door de aangever, de verdachte, is verklaard dat het voertuig een door hem gehuurd en bestuurd voertuig betrof en dat de schade door zijn ex-vriendin is veroorzaakt. Nadat een vergelijking is gedaan met de Hyundai Accent betrokken bij het schietincident en de gehuurde Hyundai Accent in gebruik bij de verdachte is - aan de hand van analyse van de camerabeelden en de forensische foto’s van de schade - geconstateerd dat vijf van de zeven specifieke kenmerken van de voertuigen met elkaar overeenkomen. Voorts is uit nader onderzoek gebleken dat de Hyundai Accent op naam van [getuige 8] geregistreerd stond en door haar partner [getuige 10] aan [getuige 9] werd verhuurd, die vervolgens het voertuig aan de verdachte heeft doorverhuurd. Uit analyse van de historische gegevens van de aan de verdachte gekoppelde telefoonnummers is onder meer gebleken dat één van zijn telefoonnummers op 8 en 9 december 2022 actief was binnen het Curaçaose telecomnetwerk en met verschillende zendmasten verbinding heeft gemaakt, waaronder de locatie van de plaats delict en de rijroute van de vluchtauto.
Daderschap
De verdachte heeft, nadat hij is geconfronteerd met de onderzoeksbevindingen, tijdens de politieverhoren in zekere zin een bekentenis afgelegd. Daarin heeft hij onder meer verklaard dat hij op 8 en 9 december 2022 de bestuurder was van de Hyundai Accent, van waaruit [slachtoffer] werd doodgeschoten. Ook heeft hij bij die gelegenheid een voor de verdachte belastende verklaring afgelegd. Deze verklaring komt er in de kern op neer dat het de verdachte [medeverdachte] is geweest die in de nacht van 9 december 2022 vanuit de Hyundai Accent [slachtoffer] heeft doodgeschoten. De verdachte is gedurende het voorbereidend onderzoek veelvuldig verhoord door de politie. Uit het verloop van die verhoren blijkt dat hij uitvoerig zowel over zijn eigen betrokkenheid als die van de verdachte [medeverdachte] heeft verklaard. Daarbij heeft hij niet alleen zichzelf, maar ook de verdachte [medeverdachte] belast. Zijn verklaring vindt op meerdere relevante onderdelen niet alleen verankering in door getuigen afgelegde verklaringen maar ook in ander bewijsmateriaal. Het Gerecht wijst in dit verband met name op de getuigenverklaring van zijn ex-vriendin [getuige 11], die een verklaring heeft afgelegd over hetgeen zij in de nacht van 9 december 2022 heeft gehoord en gezien. Daarnaast wijst het Gerecht op de onderzoeksbevindingen die bevestiging bieden voor de verklaringen van de verdachte waar het gaat over de gang van zaken bij het schietincident op [slachtoffer]. Dit blijkt uit de met behulp van camera’s vastgelegde beelden en de veiliggestelde historische en zendmastgegevens van de mobiele telefoon van de verdachte en die van de verdachte [medeverdachte]. De tijdens het onderzoek op de terechtzitting van 27 oktober 2023 afgespeelde camerabeelden en de
stillsdaarvan in het dossier bieden steun aan de verklaring van de verdachte dat hij samen met de verdachte [medeverdachte] - nadat zij [slachtoffer] hebben gespot - de Hummer waarin [slachtoffer] zat steeds hebben gevolgd tot op het moment waarop [slachtoffer] vanuit de door hem bestuurde Hyundai Accent werd doodgeschoten.
Al het voorgaande leidt het Gerecht tot de slotsom dat de uitlatingen van de verdachte op daderkennis wijzen en kunnen in redelijkheid dus alleen maar worden verklaard door zijn daderschap.
De verklaring van de verdachte [medeverdachte] dat hij niet de schutter is geweest, wordt weerlegd door de inhoud van de bewijsmiddelen. In dit verband is ook van grote betekenis dat het Gerecht onvoldoende gegevens aanwezig acht om de juistheid van hetgeen de verdachte heeft verklaard over het door de verdachte [medeverdachte] willen stelen van de ketting van [slachtoffer], wat daar verder ook van zij, te toetsen. Het Gerecht overweegt in dit kader dat de verdachte in deze verklaring alleen staat en dat uit de stukken in het dossier geen enkel aanknopingspunt te vinden is voor deze verklaring.
Het Gerecht acht dan ook bewezen dat de verdachte, samen met de verdachte [medeverdachte], in strafrechtelijke zin betrokken is geweest bij het schietincident in de nacht van 9 december 2022 waarbij [slachtoffer] om het leven kwam. Dat uit het onderzoek ter terechtzitting geen - duidelijk - motief voor het doden van [slachtoffer] naar voren is gekomen, doet daar niet aan af.
Ten aanzien van feit 1 impliciet primair (medeplegen van moord)
Voorbedachten rade
De raadsman heeft betoogd dat de verdachte van de als feit 1 impliciet primair tenlastegelegde moord en de als feit 1 impliciet subsidiair tenlastegelegde doodslag dient te worden vrijgesproken. Daartoe heeft de raadsman aangevoerd dat de medeverdachte [medeverdachte] de ketting van [slachtoffer] wilde beroven en dat het opzet van de verdachte niet verder reikte dan die (gewapende) beroving.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Het Gerecht gaat niet mee met dit betoog van de raadsman en ziet zich voor de vraag gesteld hoe het handelen van de verdachte gekwalificeerd dient te worden.
Vooropgesteld zij dat voor een bewezenverklaring van het bestanddeel ‘voorbedachten rade’ moet komen vast te staan dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Bij de vraag of sprake is van voorbedachten rade gaat het bij uitstek om een weging en waardering van de omstandigheden van het concrete geval door de rechter, waarbij deze het gewicht moet bepalen van de aanwijzingen die voor of tegen het bewezen verklaren van voorbedachten rade pleiten. De vaststelling dat de verdachte voldoende tijd had om zich te beraden op het te nemen of het genomen besluit vormt weliswaar een belangrijke objectieve aanwijzing dat met voorbedachten rade is gehandeld, maar behoeft de rechter niet ervan te weerhouden aan contra-indicaties een zwaarder gewicht toe te kennen. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan de omstandigheid dat de besluitvorming en uitvoering in plotselinge hevige drift plaatsvinden, dat slechts sprake is van een korte tijdspanne tussen besluit en uitvoering of dat de gelegenheid tot beraad eerst tijdens de uitvoering van het besluit ontstaat. Zo kunnen bepaalde omstandigheden (of een samenstel daarvan) de rechter uiteindelijk tot het oordeel brengen dat de verdachte in het gegeven geval niet met voorbedachten rade heeft gehandeld.
De achtergrond van het vereiste dat de verdachte de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven, is dat ingeval vaststaat dat de verdachte die gelegenheid heeft gehad, het redelijk is aan te nemen dat de verdachte gebruik heeft gemaakt van die gelegenheid en dus daadwerkelijk heeft nagedacht over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap heeft gegeven. Dat de verdachte daadwerkelijk heeft nagedacht en zich rekenschap heeft gegeven leent zich immers moeilijk voor strafrechtelijk bewijs, zeker in het geval dat de verklaringen van de verdachte en/of eventuele getuigen geen inzicht geven in hetgeen voor en ten tijde van het begaan van het feit in de verdachte is omgegaan. Of in een dergelijk geval voorbedachten rade bewezen kan worden, hangt dan sterk af van de hierboven bedoelde gelegenheid en van de overige feitelijke omstandigheden van het geval zoals de aard van het feit, de omstandigheden waaronder het is begaan alsmede de gedragingen van de verdachte voor en tijdens het begaan van het feit. Daarbij verdient opmerking dat de enkele omstandigheid dat niet is komen vast te staan dat is gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, niet toereikend is om daaraan de gevolgtrekking te verbinden dat sprake is van voorbedachten rade.
Het Gerecht is van oordeel dat uit de uiterlijke verschijningsvorm van het handelen en de gedragingen van de verdachte en de verdachte [medeverdachte] het volgende is gebleken.
(-) de verdachte [verdachte] was in het bezit van een door hem gehuurd en bestuurd voertuig, waarvan alle ruiten gedurende de periode dat hij het voertuig had gehuurd zwart getint zijn;
(-) de verdachte [verdachte] heeft vóór het schietincident de verdachte [medeverdachte] thuis opgehaald. Door de verdachte [medeverdachte] werd een kentekenplaat behorende aan een ander voertuig aan de achterzijde van het voertuig geplaatst;
(-) de verdachte [verdachte] was op de hoogte van de omstandigheid dat de verdachte [medeverdachte] een vuurwapen bij zich had, dat hij altijd een vuurwapen bij zich heeft en weleens met een vuurwapen heeft geschoten;
(-) de verdachte [verdachte] en de verdachte [medeverdachte] hebben nadat zij [slachtoffer] op de F.D. Rooseveltweg hebben gespot vanaf 22:49:01 uur het voertuig waarin [slachtoffer] zat steeds (zowel met als zonder verlichting) gevolgd tot op het moment waarop [slachtoffer] omstreeks 00:00:23 uur werd doodgeschoten. Het voertuig waarin [slachtoffer] zat werd in totaal gedurende een 1 uur, 11 minuten en 22 seconden door de verdachte [verdachte] en de verdachte [medeverdachte] gevolgd;
(-) de verdachte [verdachte] heeft vlak voordat [slachtoffer] werd doodgeschoten heel langzaam en zo dicht mogelijk langs de truk’i pan gereden, waardoor het voor de verdachte [medeverdachte] mogelijk was met een geladen vuurwapen gericht op [slachtoffer] te schieten;
(-) [slachtoffer] werd vrijwel meteen nadat het voertuig nabij de truk’i pan vaart minderde doodgeschoten, waardoor hij hen niet zag aankomen en derhalve ook geen gelegenheid had om zich te beschermen en/of te verdedigen;
(-) de verdachte [verdachte] en de verdachte [medeverdachte] zijn pas nadat [slachtoffer] op de vloer was gevallen op hoge snelheid weggereden;
(-) de verdachte [verdachte] is vervolgens samen met de verdachte [medeverdachte] naar zijn eigen woning gereden.
Het Gerecht leidt uit de uiterlijke verschijningsvorm van de gedragingen van de verdachten af dat beiden met voorbedachten rade hebben gehandeld. Immers, hebben zij voorafgaand aan de uitvoering van hun daad met een geladen vuurwapen onder direct bereik de Hummer waarin [slachtoffer] zat gedurende ruim één uur en 11 minuten gevolgd - op een bepaald moment zelfs naast de Hummer parkerend waar [slachtoffer] uit en vervolgens weer in was gestapt met, naar het Gerecht aanneemt, de bedoeling om de situatie goed op te nemen en het juiste moment te vinden om toe te slaan. Op het moment dat [slachtoffer] klaar is met het plaatsen van zijn bestelling bij de truk’i pan en zich van geen kwaad bewust naar zijn vrienden toeloopt komen de verdachten heel langzaam en zonder verlichting aanrijden en - aangekomen bij [slachtoffer] - tot stilstaand waarna, zoals het Gerecht ter terechtzitting van 27 oktober 2023 op de camerabeelden heeft kunnen waarnemen, vanuit de rechterzijde van de Hyundai Accent, [slachtoffer] dood te schieten en om vervolgens pas nadat [slachtoffer] op de grond is gevallen met hoge snelheid weg te rijden. Hieruit volgt dat de verdachten zich goed hebben voorbereid op hun daad. Uit deze omstandigheden in combinatie met de aard van de bij [slachtoffer] geconstateerde verwondingen en de wijze waarop deze verwondingen zijn toegebracht, namelijk door het afvuren van minstens vijf à zes schoten, volgt dat de verdachten hierbij niet in een opwelling hebben gehandeld, maar dat hun daad het gevolg is van een enige tijd te voren genomen besluit. De verdachten hadden derhalve in het tijdsverloop tussen het besluit en de uitvoering tijd gehad zich te beraden op het te nemen of het genomen besluit, zodat de gelegenheid heeft bestaan dat zij over de betekenis en de gevolgen van hun voorgenomen daad hebben nagedacht en zich daarvan rekenschap hebben gegeven.
Het Gerecht kan niet anders dan vaststellen dat het hier om een zeer koelbloedige liquidatie gaat en dat de verdachten het specifiek op [slachtoffer] hadden voorzien. Het Gerecht ziet geen aanleiding om aan te nemen dat de verdachten anders hebben gehandeld dan zij van plan waren. Dit volgt immers uit de omstandigheid dat gericht op [slachtoffer] is geschoten en wel op delen van het lichaam waar zich vitale organen bevinden, met het doel om hem opzettelijk van het leven te beroven. Ook het handelen van de verdachten vlak na de daad, kennelijk met het doel alle sporen als gevolg van de schietpartij te verwijderen, wijst erop dat beiden volgens een van tevoren bedacht plan hebben gehandeld. Immers verdwenen later op 9 december 2022 de telefoonnummers van beide verdachten [51] + [52] uit het telecomnetwerk.
Medeplegen
Van belang is dat de verdachten steeds, zoals ook uitdrukkelijk door de verdachte is verklaard, samen zijn gebleven. Geen van beiden hebben zich op enig moment van de situatie gedistantieerd, terwijl daar wel gelegenheid voor is geweest. Een en ander vindt bevestiging in de omstandigheid dat de verdachte gedurende de gehele uitvoering van de ten laste gelegde feiten niet weg is gereden om zich op enig moment te distantiëren noch, zoals door hem gesteld, op een serieuze wijze heeft getracht om de verdachte [medeverdachte] van de geweldshandelingen te weerhouden. Voorts hebben zij de achtervolging van de Hummer waarin [slachtoffer] en zijn vrienden reed op geen enkel moment gestaakt. Verder hebben zij na het schieten zich niet om [slachtoffer] bekommerd, maar zijn samen naar verdachtes woning gevlucht.
Op grond hiervan is het Gerecht van oordeel dat de verdachten vanaf het moment dat zij [slachtoffer] hebben gespot tot en met het moment waarop de verdachte [medeverdachte] de schoten op hem had afgevuurd nauw en bewust met elkaar hebben samengewerkt, welke samenwerking onmiskenbaar gericht was op het doden van [slachtoffer]. Zo is de verdachte, als bestuurder van de Hyundai Accent, degene geweest die samen met de verdachte [medeverdachte] de Hummer waarin [slachtoffer] en zijn vrienden zaten, gedurende meer dan een uur heeft gevolgd en die nadat zij bij de truk di pan waren aangekomen de verdachte [medeverdachte] in de gelegenheid heeft gesteld om vrijwel direct het vuur op [slachtoffer] te openen en zo handelende een materiële bijdrage heeft geleverd, die van wezenlijk belang was voor het welslagen van de moord op [slachtoffer]. Ook na afloop van het delict heeft hij zich ingespannen om zo snel mogelijk weg te komen en is hij samen met de verdachte [medeverdachte] naar zijn verblijfadres gereden waar hij volgens zijn eigen verklaring de Hyundai Accent met zijn urine heeft gewassen teneinde alle sporen te wissen. Beide verdachten hebben aldus een zeer significante rol gehad in het geheel. Het voorgaande kan niet anders dan worden gekwalificeerd als een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachten bij de uitvoering van het delict.
Naar het oordeel van het Gerecht kan uit het tijdsverloop en de hierboven beschreven handelen van de verdachten worden afgeleid dat beiden de intentie hebben gehad [slachtoffer] dodelijk te raken. Voornoemde feiten en omstandigheden in onderling verband en samenhang bezien kunnen worden aangemerkt als zo zeer gericht op de dood van [slachtoffer], dat sprake is van een zodanige en bewuste nauwe en volledige samenwerking tussen de verdachten, dat beiden als medepleger hiervoor medeverantwoordelijk kunnen worden gehouden.
Conclusie
De conclusie van hetgeen hiervoor is overwogen is dat de verdachte en de verdachte [medeverdachte] zich op 9 december 2022 schuldig hebben gemaakt aan het als feit 1 impliciet primair tenlastegelegde medeplegen van moord op [slachtoffer], alias [slachtoffer].
Ten aanzien van feit 2
Medeplegen van voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie
De raadsman heeft primair bepleit dat de verdachte van het onder 2 ten laste gelegde feit dient te worden vrijgesproken, nu onder en in de tekst van de onderhavige tenlastelegging slechts wordt verwezen naar de artikelen 3 juncto 11 van de Vuurwapenverordening 1930, zonder de toevoeging, ‘zoals gewijzigd’. Het feit waarvan de verdachte wordt verdacht was ten tijde van de inwerkingtreding van de Vuurwapenverordening in 1930 een overtreding en geen misdrijf, zodat op grond van die verordening geen gevangenisstraf kan worden gevorderd en opgelegd, aldus de raadsman.
Het betoog van de raadsman dat de verdachte dient te worden vrijgesproken omdat het tenlastegelegde feit gelet op de wijze waarop naar de toepasselijke verordening is verwezen, indien bewezen, een overtreding zou opleveren en dat de officier van justitie daarom geen gevangenisstraf had mogen vorderen vindt geen steun in het recht en moet reeds om die reden worden verworpen.
De tenlastelegging is conform de geldende tekst van de toepasselijke delictsomschrijving en het tenlastegelegde feit betreft een misdrijf. De verdenking dateert uit het jaar 2022 en niet uit de tijd dat het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie, aldus de raadsman, nog als een overtreding gold. Ten overvloede overweegt het Gerecht dat op grond van de tenlastelegging, bezien tegen de achtergrond van de inhoud van het dossier en wat ter terechtzitting is verhandeld, is gebleken dat voor de verdachte glashelder is geweest waartegen hij zich had te verdedigen.
Namens de verdachte is verder aangevoerd dat de aanwezigheid van het (geladen) vuurwapen in het door de verdachte bestuurde voertuig niet wordt betwist. Echter, van bewijsbaar aanwezig hebben daarvan door de verdachte is geen sprake, nu er geen sprake is van enige beschikkingsmacht van de zijde van de verdachte. Hij kan daarom niet medeverantwoordelijk voor het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie worden gehouden, aldus de raadsman.
Het Gerecht overweegt als volgt.
Voor een veroordeling ter zake van het - medeplegen van - voorhanden hebben van een wapen of munitie is vereist dat de verdachte het wapen of de munitie bewust aanwezig had. De in de rechtspraak van de Hoge Raad in dit verband gebruikte aanduiding van - in meerdere of mindere mate - van bewustheid, geeft aan dat de verdachte zich bewust was van de (waarschijnlijke) aanwezigheid van dat wapen of die munitie, zonder dat die bewustheid zich hoeft uit te strekken tot de specifieke eigenschappen en kenmerken van het wapen of de munitie of tot de exacte locatie van dat wapen of die munitie. Voor het bewijs van dergelijke bewustheid geldt dat daarvan ook sprake kan zijn in geval dat het niet anders kan dan dat de verdachte zulke bewustheid heeft gehad. Voorts vergt het aanwezig hebben van een wapen of munitie dat de verdachte de feitelijke macht over het wapen of de munitie kan uitoefenen in de zin dat hij daarover kan beschikken. Daarvoor hoeft het wapen of de munitie zich niet noodzakelijkerwijs in de directe nabijheid van de verdachte te bevinden (HR 31 maart 2020, ECLI:NL:HR:2020:504).
Het Gerecht is van oordeel dat gezien de rol van de verdachte als medepleger van de moord, hij deze ook had als medepleger van het voorhanden hebben van het vuurwapen en de munitie en dat er geen andere conclusie mogelijk is dan dat ook de verdachte zich bewust moet zijn geweest van de aanwezigheid van het vuurwapen en het door de mededader hanteren van het vuurwapen. Immers heeft de verdachte onder meer verklaard dat de mededader 24/7 een vuurwapen bij zich heeft [53] en dat hij sowieso op de hoogte was dat de mededader op de specifieke dag een vuurwapen in zijn bezit had [54] . Het Gerecht overweegt verder dat de verdachte de bestuurder van de vluchtauto was, hij bevond zich in de auto toen de mededader op het slachtoffer heeft geschoten en vluchtte in het door hem bestuurde voertuig samen met de mededader weg, die nog in het bezit was van het vuurwapen. Uit deze omstandigheden leidt het Gerecht af dat het bezit en gebruik van het vuurwapen de verdachte niet zijn ontschoten, dat de verdachte daarmee bewust was van de aanwezigheid van het vuurwapen en de munitie en dat hij daarover feitelijke macht kon uitoefenen en daarover kon beschikken, zodat het Gerecht ook het medeplegen van vuurwapen en -munitiebezit bewezen zal verklaren. Het verweer wordt verworpen.
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezenverklaarde
Het onder 1 impliciet primair bewezenverklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:262 juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd:

Medeplegen van moord.

Het onder 2 bewezenverklaarde is zowel ten aanzien van het voorhanden hebben van het vuurwapen, als ten aanzien van het voorhanden hebben van de munitie voorzien bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening 1930 juncto artikel 1:123 van het Wetboek van Strafrecht en strafbaar gesteld in artikel 11 van de Vuurwapenverordening 1930.
Het wordt als volgt gekwalificeerd:
Medeplegen van overtreding van een verbod gesteld bij artikel 3, eerste lid, van de Vuurwapenverordening 1930, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte uitsluiten.
De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Oplegging van straf en maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf wordt gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan, op de mate waarin de gedraging aan de verdachte te verwijten is en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander bij het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij wordt rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, zoals die onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijke strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich samen met een ander schuldig gemaakt aan de moord op de bekende, zeer populaire en geliefde rapper, bijgenaamd [slachtoffer]. Hij is amper 30 jaar oud geworden en stond in de bloei van zijn leven en zijn carrière als artiest. Hoewel het Gerecht geen inzicht heeft gekregen in de achtergronden van het motief voor deze moord, is op basis van de uitvoering van de levensberoving van het slachtoffer vastgesteld dat het hier gaat om een koelbloedige liquidatie, waarbij de mededader de fatale schoten heeft gelost. Het slachtoffer is, op de bewuste dag in de nachtelijke uren op schokkende en meedogenloze wijze bij een voor publiek openbare plaats, door meerdere kogels geraakt en op de plaats van het delict overleden. Daarbij waren meerdere personen aanwezig die getuige zijn geweest van de dodelijke schietpartij en een groot risico liepen om ook slachtoffer van dit vuurwapengeweld te worden. Blijkens de getuigenverklaringen was dit een zeer traumatische gebeurtenis die grote impact heeft gehad op deze getuigen. Moord behoort tot de meest ernstige misdrijven die het Wetboek van Strafrecht kent. Het slachtoffer is het meest fundamentele recht, te weten het recht om te leven, ontnomen. Ook de nabestaanden, waaronder de minderjarige kinderen van het slachtoffer is een groot en onherstelbaar leed toegebracht, zoals onder meer is gebleken uit de slachtofferverklaring van de weduwe van het slachtoffer en uit hetgeen zij op de zitting naar voren heeft gebracht. De weduwe en het slachtoffer hadden ten tijde van de moord samen drie minderjarige kinderen en zij was ten tijde van de moord zwanger van hun vierde kind, dat inmiddels is geboren en haar vader nooit in persoon zal leren kennen. Ook de ouders van het slachtoffer hebben op de zitting op indringende wijze verteld hoe groot de invloed van de moord op hun zoon hun dagelijks functioneren heeft beïnvloed en hoeveel verdriet zij nog altijd hebben van zijn overlijden. Zij moeten hun verlies iedere dag dragen. Het lijdt geen twijfel dat dit schietincident de rechtsorde van Curaçao bijzonder ernstig heeft geschokt en gevoelens van afgrijzen, angst, onveiligheid en verbijstering in de maatschappij teweeg heeft gebracht en versterkt. Voldoende redenen om deze moord zwaarder dan gemiddeld te bestraffen. Het Gerecht rekent de verdachte zijn rol in dit feit zwaar aan.
De verdachte heeft zich tevens schuldig gemaakt aan verboden vuurwapen- en munitiebezit. In deze zaak is eens te meer duidelijk geworden tot welke onomkeerbare gevolgen verboden vuurwapen- en munitiebezit kan leiden. Ook hiertegen dient streng te worden opgetreden.
Naar het oordeel van het Gerecht kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die een zeer langdurige, onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
In dat verband kan aansluiting worden gezocht bij de oriëntatiepunten straftoemeting, waarin het gebruikelijke rechterlijke straftoemetingsbeleid van het Hof en de Gerechten in eerste aanleg zijn neerslag heeft gevonden. Daarin wordt voor moord, als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 jaren genoemd en voor het bezit van een vuurwapen in een geval als dit en bij een verdachte met recidive als indicatie een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 21 à 24 maanden. Nu de moord met het onder feit 2 bewezenverklaarde vuurwapen is gepleegd, komt aan het voorhanden hebben van dat vuurwapen slechts een beperkt straf verhogend effect toe.
Verder geldt dat de verdachte bepaald niet heeft laten blijken dat hij het verwijtbare van zijn handelen inziet. Waar hij in het voorbereidend onderzoek en het onderzoek ter terechtzitting zijn betrokkenheid - enkel als bestuurder van de vluchtauto voor het door de mededader stelen van de ketting van het slachtoffer - heeft bekend, heeft hij ook ter terechtzitting zijn strafrechtelijke betrokkenheid ontkend, de schuld (grotendeels) bij de mededader neergelegd en zich op het standpunt blijven stellen dat hem verder geen blaam treft, terwijl zijn rol voor het slagen van de liquidatie van essentieel belang is geweest.
Het Gerecht rekent de verdachte deze (berekenende) houding zeer aan. De verdachte wist dat hij als bestuurder van de vluchtauto geen uitweg had en heeft ruim de tijd gehad na te denken wat hij bij de politie zou verklaren op het moment dat hij zou worden aangehouden. Zelfs toen de verdachte in maart 2023 door de politie werd doorgevraagd naar aanleiding van de door hem in december 2022 gedane aangifte ter zake van vernieling door zijn toenmalige partner van de latere vluchtauto, heeft hij met geen woord gerept over het door hem besturen van de vluchtauto ten tijde van de moord. In plaats daarvan is hij kort nadien naar Nederland uitgeweken. Pas toen hij als verdachte werd verhoord heeft hij verklaard dat hij weliswaar de vluchtauto bestuurde, maar niet wist dat de medeverdachte vanuit de auto zou schieten op het slachtoffer in plaats van uit de auto te stappen om de ketting van het slachtoffer te gaan stelen.
Het Gerecht ziet voorts in de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, zoals uit de stukken in het dossier en het verhandelde ter terechtzitting naar voren zijn gekomen, geen bijzonderheden die in strafmatigende of straf verhogende zin zouden moeten meewegen. Dat de verdachte blijkens diens strafkaart niet eerder strafrechtelijk is veroordeeld, maakt dat, gezien de ernst van het feit, niet anders.
Onherstelbaar vormverzuim ex artikel 413 Sv
Het Gerecht heeft ambtshalve geconstateerd dat tijdens het voorbereidend onderzoek een norm als bedoeld in artikel 413 Sv is geschonden.
Bij beschikking van 28 maart 2023 heeft de rechter-commissaris in Curaçao de vordering van de officier van justitie tot rauwelijkse bewaring van de verdachte toegewezen. De termijn van de inbewaringstelling is op 8 april 2023 - nadat de verdachte in Nederland is aangehouden en gehoord op de vordering - ingegaan en tenuitvoergelegd. De verdachte is vervolgens nadat hij naar Curaçao is overgebracht door de rechter-commissaris gehoord. In het dossier bevindt zich thans een ongedateerd proces-verbaal van (horen) bewaring. Op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de bewaring, gedateerd 13 april 2023, is de verdachte niet door de rechter-commissaris gehoord. Ook is er geen beslissing daarop genomen door de rechter-commissaris. Op 20 april 2023 heeft de rechter-commissaris op vordering van de officier van justitie, gedateerd 19 april 2023, de gevangenhouding van de verdachte bevolen. Dit bevel tot gevangenhouding is op enig moment tenuitvoergelegd. Het is voor het Gerecht niet geheel duidelijk wanneer dit bevel ten uitvoer is gelegd. Een en ander brengt evenwel naar het oordeel van het Gerecht mee dat de verdachte maximaal gedurende een termijn van acht dagen waarvoor de verlenging van de bewaring zou hebben gegolden zonder rechtsgeldige titel in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht vanwege het verstrijken van de termijn van de inbewaringstelling op 16 april 2023, als bedoeld in ex artikel 93, lid 1, Sv. Dit levert naar het oordeel van het Gerecht een ernstige normschending op. Het Gerecht neemt echter in aanmerking dat deze door de verdachte ondergane periode, waarin hij zonder rechtsgeldige titel in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op te op leggen gevangenisstraf. In zoverre ondervindt de verdachte feitelijk geen nadeel van de desbetreffende normschending. Het Gerecht ziet in de aard en ernst van de geconstateerde normschending evenwel aanleiding om dit in enigerlei mate te compenseren. De officier van justitie heeft in haar vordering een gevangenisstraf voor de duur van 20 (twintig) jaren tot uitgangspunt genomen. Zij acht een strafvermindering voor de duur van 1 (een) jaar op zijn plaats en heeft daarom een gevangenisstraf voor de duur van 19 (negentien) jaren geëist. Het Gerecht acht een dergelijke strafkorting buitensporig en is van oordeel dat gelet op de aard en ernst van de geschonden norm en de overige omstandigheden van het geval een strafkorting van 1 (een) maand passend en geboden is. De aan de verdachte op te leggen straf zal dan ook dienovereenkomstig worden verminderd.
Het Gerecht is, na dit een en ander te hebben afgewogen, tot de slotsom gekomen dat op de hiervoor als passend aangemerkte gevangenisstraf voor de duur van 20 jaren, gelet op de normschending een vermindering van een maand dient te worden toegepast. Gelet op het vorenstaande acht het Gerecht een gevangenisstraf voor de duur van 19 jaren en 11 maanden passend en geboden. De verdachte zal daartoe dan ook worden veroordeeld.
In beslag genomen voorwerpen
Aan de orde zijn voorts de onder de verdachte in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen.
Mobiele telefoon
Het Gerecht is van oordeel dat zich geen strafvorderlijk belang verzet tegen teruggave aan de verdachte van het in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerp, te weten een mobiele telefoon van het merk Samsung model Galaxy A32 [55] . Daarom zal daarvan de teruggave hiervan aan de verdachte worden gelast.
Schadevergoeding
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft zich in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding.
Deze vordering strekt tot vergoeding tot een bedrag van totaal NA
f50.000,00, bestaande uit een bedrag van NA
f30.000,00 aan materiële schade en een bedrag van NA
f20.000,00 aan immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2023.
Materiële schade
De vordering tot materiële schade van NA
f83.443,83 bestaat uit de navolgende posten:
1. Mortuarium Schiphol - repartiëringskosten NA
f14.591,71
2. Monuta - begrafeniskosten NA
f67.174.13
3. H&M Asos.com - kleding familie NA
f395,53
4. Gemeente Tilburg - trouwakte NA
f27,15
5. Topdoek.nl - afscheidsfotografie NA
f277,13
6. Lucardi – rouwring NA
f117,50
7. Klinika Capriles - psychiatrisch consult en psychotherapie NA
f860,68
Deze vordering is ter terechtzitting beperkt tot een bedrag van NA
f30.000,00.
De verdediging heeft de vordering betwist.
Uit het onderzoek ter terechtzitting, de inhoud van het strafdossier en de mondelinge toelichting op de vordering is het Gerecht genoegzaam gebleken dat [benadeelde partij] als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks materiële schade heeft geleden tot het gevorderde bedrag van NA
f30,000,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2023, zoals gevorderd. De verdachte is, hoofdelijk, tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering in zoverre tot dat bedrag toewijsbaar is.
Het Gerecht ziet aanleiding om daarbij een schadevergoedingsmaatregel als bedoeld in artikel 1:78 van het Wetboek van Strafrecht aan de verdachte op te leggen. Voor het geval volledige betaling of volledig verhaal van het verschuldigde bedrag niet volgt, zal vervangende hechtenis van na te melden duur worden opgelegd.
De proceskosten van de benadeelde partij, tot op heden begroot op nihil en ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken, zullen ten laste van de verdachte worden gebracht.
Immateriële schade
De benadeelde partij [benadeelde partij] heeft in haar slachtofferverklaring en tijdens de behandeling ter terechtzitting een toelichting gegeven op de vordering. Zij heeft onbetwist verklaard getraumatiseerd te zijn door het schietincident dat in Curaçao heeft plaatsgevonden, terwijl zij zich in Nederland bevond, en haar persoonlijke leed door het overlijden van haar echtgenoot toegelicht. Zij was op dat moment zwanger van hun vierde kind en is vrijwel direct nadat hij werd doodgeschoten geconfronteerd met allerlei foto’s op
Social Mediavan haar geliquideerde echtgenoot. Ook is gebleken dat bij hun kinderen - als gevolg van het overlijden van hun vader - psychische problematiek is vastgesteld.
De vraag die het Gerecht dient te beantwoorden is of het leed van de benadeelde partij [benadeelde partij] in onderhavige procedure op enigerlei wijze in juridische zin kan worden vertaald in een schadevergoeding.
In zijn arrest van 28 juni 2022 (ECLI:NL:HR:2022:958) heeft de Hoge Raad, voor zover hier relevant, als volgt overwogen:
“Iemand die een ander door zijn onrechtmatige daad doodt of verwondt, kan – afhankelijk van de omstandigheden waaronder die onrechtmatige daad en de confrontatie met die daad of de gevolgen daarvan, plaatsvinden – ook onrechtmatig handelen jegens degene bij wie die confrontatie een hevige emotionele schok teweeg brengt. Het recht op vergoeding van schade is beperkt tot de schade die volgt uit door die laatste onrechtmatige daad veroorzaakt geestelijk letsel zoals hierna onder 3.7 nader omschreven.
3.5
Gezichtspunten die een rol spelen bij de beoordeling van de onrechtmatigheid jegens degene bij wie een hevige emotionele schok is teweeggebracht als hiervoor bedoeld (hierna: het secundaire slachtoffer) zijn onder meer:
- De aard, de toedracht en de gevolgen van de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad, waaronder de intentie van de dader en de aard en ernst van het aan het primaire slachtoffer toegebrachte leed.
- De wijze waarop het secundaire slachtoffer wordt geconfronteerd met de jegens het primaire slachtoffer gepleegde onrechtmatige daad en de gevolgen daarvan. Daarbij kan onder meer worden betrokken of hij door fysieke aanwezigheid of anderszins onmiddellijk kennis kreeg van het onrechtmatige handelen jegens het primaire slachtoffer, of dat hij nadien met de gevolgen van dit handelen werd geconfronteerd. Bij een latere confrontatie kan een rol spelen in hoeverre zij onverhoeds was. Bij het aan dit gezichtspunt toe te kennen gewicht kan meewegen of het secundaire slachtoffer beroepsmatig of anderszins bedacht moest zijn op een dergelijke schokkende gebeurtenis.
- De aard en hechtheid van de relatie tussen het primaire slachtoffer en het secundaire slachtoffer, waarbij geldt dat bij het ontbreken van een nauwe relatie niet snel onrechtmatigheid kan worden aangenomen.
3.6
De feitenrechter moet aan de hand van onder meer deze gezichtspunten in hun onderlinge samenhang beschouwd van geval tot geval beoordelen of sprake is van onrechtmatigheid, waarbij niet op voorhand aan een van deze gezichtspunten doorslaggevende betekenis toekomt. Als een van deze gezichtspunten geen duidelijke indicatie voor het aannemen van onrechtmatigheid geeft, kan onrechtmatigheid desondanks worden aangenomen als de omstandigheden daarvoor, bezien vanuit de overige gezichtspunten, voldoende zwaarwegend zijn.
3.7
Het recht op vergoeding van schade die is veroorzaakt door het onrechtmatig teweegbrengen van een hevige emotionele schok is – zoals hiervoor in 3.4 reeds overwogen – beperkt tot de schade die volgt uit geestelijk letsel. Voor de toewijzing van schadevergoeding ter zake van dat geestelijk letsel is vereist dat het bestaan van dat geestelijk letsel naar objectieve maatstaven is vastgesteld. In de rechtspraak over schokschade is in dat verband steeds overwogen dat dit in het algemeen slechts het geval zal zijn indien sprake is van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld. Daarmee is beoogd tot uitdrukking te brengen dat die emotionele schok moet hebben geleid tot geestelijk letsel dat gelet op aard, duur en/of gevolgen ernstig is, en in voldoende mate objectiveerbaar. Dit brengt mee dat als de rechter op grond van een rapportage van een ter zake bevoegde en bekwame deskundige – waarbij gedacht kan worden aan een ter zake bevoegde en bekwame psychiater, huisarts of psycholoog – tot het oordeel komt dat sprake is van geestelijk letsel in de hiervoor bedoelde zin, hij tot toewijzing van schadevergoeding kan overgaan, ook als in die rapportage geen diagnose van een in de psychiatrie erkend ziektebeeld wordt gesteld.Als sprake is van geestelijk letsel als hier bedoeld, komt zowel de materiële als de immateriële schade die daarvan het gevolg is voor vergoeding in aanmerking.”
Toegespitst op de onderhavige zaak oordeelt het Gerecht als volgt.
Uit de in de vordering gegeven toelichting en de daarbij gevoegde stukken is niet, althans onvoldoende, gebleken dat de benadeelde partij [benadeelde partij] (direct) met het levenloze lichaam van haar echtgenoot is geconfronteerd, waardoor zij geestelijk letsel heeft opgelopen. Immers een rapportage van een deskundige, waaruit blijkt dat bij haar sprake is van geestelijk letsel dan wel een in de psychiatrie erkend ziektebeeld, als gevolg van een hevige emotionele schok veroorzaakt door een directe confrontatie met de gevolgen van het strafbare feit ontbreekt. Zij was niet fysiek aanwezig bij het dodelijk geweld gepleegd tegen haar echtgenoot, dan wel direct daarna ter plaatse, en is op enig moment na zijn overlijden kennelijk door de media (met beelden en/of foto’s) geconfronteerd met details over de dood van haar echtgenoot. Hoewel het Gerecht niet wil afdoen aan de hevige emoties die het verlies van haar echtgenoot door het handelen van de verdachte voor haar moet hebben gebracht, komt het Gerecht niet tot toewijzing van de gevorderde immateriële schade.
De benadeelde partij [benadeelde partij], ook voor zover zij heeft bedoeld de vordering mede als wettelijk vertegenwoordiger van de minderjarige kinderen van haar en het slachtoffer in te dienen, zal daarom in zoverre niet-ontvankelijk worden verklaard in haar vordering tot vergoeding van immateriële schade. Zij kan dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De op te leggen straf en maatregel zijn, behalve op de reeds aangehaalde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 1:78 en 1:136 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het Gerecht:
verklaart wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de onder 1 impliciet primair en 2 ten laste gelegde feiten heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
kwalificeert het bewezenverklaarde als hiervoor omschreven;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar en de verdachte daarvoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de
19 (negentien) jaren en 11 (elf) maanden;
beveelt dat de tijd die door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht;
gelast de teruggave van een mobiele telefoon van het merk Samsung model Galaxy A32 aan de verdachte;
wijst de vordering tot vergoeding van de door de benadeelde partij
[benadeelde partij]geleden schade toe tot een bedrag van
NAf30.000,00 (zegge: dertig duizend gulden),vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 19 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening, en veroordeelt de verdachte, die hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, om dit bedrag tegen een behoorlijk bewijs van kwijting te betalen aan de benadeelde partij;
verklaart de benadeelde partij in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk en bepaalt dat deze de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
legt aan de verdachte als schadevergoedingsmaatregel ten behoeve van de benadeelde partij
[benadeelde partij]de verplichting op tot betaling aan het Land van een bedrag van
NAf30.000,00 (zegge: dertig duizend gulden), bij gebreke van betaling of verhaal te vervangen door
92 (tweeënnegentig) dagen hechtenis, met dien verstande dat toepassing van de vervangende hechtenis de betalingsverplichting niet opheft en bepaalt dat het te betalen bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 19 maart 2023 tot aan de dag van de algehele voldoening;
bepaalt dat, voor de hiervoor toegewezen vordering en opgelegde schadevergoedingsmaatregel, indien en voor zover de mededader van de verdachte voormeld bedrag heeft betaald aan de benadeelde partij of het Land, de verdachte in zoverre is bevrijd van voormelde verplichting tot betaling aan de benadeelde partij of aan het Land;
veroordeelt de verdachte in de kosten door de benadeelde partij
[benadeelde partij]gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de kosten ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. S.A. Carmelia, bijgestaan door R.A. Caupain, (zittingsgriffier), en op 17 november 2023 in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht in Curaçao.

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, telkens verwezen naar ambtsedige - en door de desbetreffende verbalisant(en) in wettelijke vorm opgemaakte - processen-verbaal en overige geschriften, die als bijlagen zijn opgenomen in het slotproces-verbaal van het Korps Politie Curaçao (Team Zware Criminaliteit) d.d. 30 september 2023, geregistreerd onder proces-verbaalnummer 202309301200.SLOT en de onderzoeksnaam “HUMMER”.
2.Proces-verbaal van bevinding van binnengekomen meldingen bij de Centrale Meldkamer d.d. 24 maart 2023, slotdossier deel 1, proces-verbaalnummer: 202303210930.AMB, pagina 57-61.
3.Proces-verbaal onderzoek plaats delict d.d. 9 juni 2023, slotdossier deel 1, proces-verbaalnummer: 202306091225.PVB, pagina 118-120.
4.Proces-verbaal van lijkherkenning d.d. 10 december 2022, slotdossier deel 1, proces-verbaalnummer: 2022.12.09 0800, pagina 62-63.
5.Schriftelijk bescheid, te weten een Forensic Autopsy Report, d.d. 14 december 2022, slotdossier deel 1, pagina 64-75.
6.Proces-verbaal van forensisch onderzoek d.d. 31 maart 2023, slotdossier deel 1, zaaknummer: TFOC.2022.12.09-N01, registratienummer: 041/2023, pagina 76-104.
7.Aanvullend Proces-verbaal van forensisch onderzoek d.d. 19 april 2023, slotdossier deel 1, zaaknummer: TFOC.2022.12.09-N01, registratienummer: 064/2023, pagina 105-108.
8.Proces-verbaal van horen getuige [getuige 1] d.d. 9 december 2022, slotdossier getuigenverhoren deel 2, pagina 322-323.
9.Proces-verbaal van getuigenverhoor [getuige 1] d.d. 9 december 2022, slotdossier getuigenverhoren deel 2, proces-verbaalnummer: 202212091650.G, pagina 324-330.
10.Proces-verbaal van getuigenverhoor [getuige 1] d.d. 18 april 2023, slotdossier getuigenverhoren deel 2, proces-verbaalnummer: 202304181045.GV03, pagina 331-336.
11.Proces-verbaal van getuigenverhoor [getuige 3] d.d. 13 maart 2023, slotdossier getuigenverhoren deel 2, proces-verbaalnummer: 202303131128.GET, pagina 337-343.
12.Proces-verbaal van getuigenverhoor [getuige 2] d.d. 9 december 2022, slotdossier getuigenverhoren deel 2, proces-verbaalnummer: 202212091815.G, pagina 351-357.
13.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] d.d. 19 april 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: LERAG23005-084, pagina 358-374.
14.Proces-verbaal van 1ste verhoor getuige [getuige 4] d.d. 9 december 2022, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 20221209_0826/G01, pagina 375-377.
15.Proces-verbaal van 2de getuigenverhoor [getuige 4] d.d. 14 april 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 202304131200.GV2, pagina 378-387.
16.Proces-verbaal van getuigenverhoor [getuige 5] d.d. 9 december 2022, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 20221209.GV, pagina 396-398.
17.Proces-verbaal van getuigenverhoor [getuige 6] d.d. 9 december 2022, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 20221209:0115GV., pagina 399-401.
18.Proces-verbaal van bevindingen analyse videobeelden d.d. 23 januari 2023, slotdossier deel 1, proces-verbaalnummer: 202301060800.PVB, pagina 142-201.
19.Proces-verbaal van bevindingen contra voertuig verdachte(n) d.d. 15 februari 2023, slotdossier deel 1, proces-verbaalnummer: 202301040900.PVB, pagina 228-235.
20.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 7] d.d. 18 april 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 202304180930.GET.01, pagina 494-500.
21.Proces-verbaal van verdachtmaking Hyundai Accent d.d. 5 maart 2023, slotdossier deel 1, proces-verbaalnummer: 202302030900/VM, pagina 249-268.
22.Schriftelijk bescheid, proces-verbaal van aangifte d.d. 4 december 2022, slotdossier ambtshandelingen deel 3, documentcode: 2022038828_20221213_103052.doc, pagina 684-687.
23.Proces-verbaal van getuigenverhoor [verdachte] d.d. 6 maart 2023, slotdossier ambtshandelingen deel 3, proces-verbaalnummer: 202303061645GET, pagina 690-693.
24.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 8] d.d. 6 maart 2023, slotdossier ambtshandelingen deel 3, proces-verbaalnummer: 202303061700, pagina 694-697.
25.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 10] d.d. 6 maart 2023, slotdossier ambtshandelingen deel 3, documentcode: 2022038828_20230306_164317.doc, pagina 698-700.
26.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 9] d.d. 8 april 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 202304081040.GET, pagina 463-469.
27.Proces-verbaal van 2de getuigenverhoor [getuige 9] d.d. 2 mei 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 202305021335.GV2, pagina 470-478.
28.Proces-verbaal van 3de getuigenverhoor [getuige 9] d.d. 2 mei 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 202305021545.GV3, pagina 479-481.
29.Proces-verbaal van 1ste verhoor verdachte [verdachte] d.d. 15 april 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202304151055/VH.01, pagina 1179-1198.
30.Proces-verbaal van 2de verhoor verdachte [verdachte] d.d. 17 april 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202304171105/VH.02, pagina 1200-1227.
31.Proces-verbaal van 5de verhoor verdachte [verdachte] d.d. 19 april 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202304191357/VH.05, pagina 1258-1263.
32.Proces-verbaal van 7de verhoor verdachte [verdachte] d.d. 2 mei 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202304191550/VH.07, pagina 1278-1281.
33.Proces-verbaal van getuigenverhoor [getuige 11] d.d. 18 april 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 202304181100.GET, pagina 501-510.
34.Proces-verbaal van fotoconfrontatie d.d. 19 april 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 202304191600.PVB, pagina 514-516.
35.Proces-verbaal van fotoconfrontatie d.d. 19 april 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 202304191700.PVB, pagina 517-519.
36.Proces-verbaal van 1ste getuige verhoor [getuige 12] d.d. 28 april 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 202304281315.GV1, pagina 526-537.
37.Proces-verbaal van 2de getuige verhoor [getuige 12] d.d. 5 mei 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 20230503.0850.GV1, pagina 538-552.
38.Proces-verbaal van 3de getuige verhoor [getuige 12] d.d. 14 juli 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 20230714.0855.GV3, pagina 553-573.
39.Proces-verbaal van getuige verhoor [getuige 13] d.d. 7 september 2023, slotdossier getuigenverhoor deel 2, proces-verbaalnummer: 202309071530.G, pagina 672-677.
40.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 maart 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202303061000.PVB, pagina 979-985.
41.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 8 maart 2023, slotdossier ambtshandelingen deel 3, proces-verbaalnummer: 202303071130.PVB, pagina 734-736.
42.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juni 2023, slotdossier ambtshandelingen deel 3, proces-verbaalnummer: 202306060915.PVB, pagina 742-746.
43.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 juni 2023, slotdossier ambtshandelingen deel 3, proces-verbaalnummer: 202306051100.PVB, pagina 794-797.
44.Proces-verbaal van analyse d.d. 27 juli 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202306220900.AMB, pagina 1699-1704.
45.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 mei 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202305021400.PVB, pagina 1643-1654.
46.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 24 augustus 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202308161445.PVB, pagina 1705-1710.
47.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 augustus 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202308161445.PVB, pagina 1711-1716.
48.Proces-verbaal van 1ste verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 26 april 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202304261400/VH.01, pagina 1402-1416.
49.Proces-verbaal van 2de verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 27 april 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202304270000/VH.02, pagina 1417-1431.
50.Proces-verbaal van 3de verhoor verdachte [medeverdachte] d.d. 2 mei 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202305020937/VH.03, pagina 1432-1455.
51.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 maart 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202303061000.PVB, pagina 990.
52.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 mei 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202305021400.PVB, pagina 1652.
53.Proces-verbaal van 1ste verhoor verdachte [verdachte] d.d. 15 april 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202304151055/VH.01, pagina 1192.
54.Proces-verbaal van 2de verhoor verdachte [verdachte] d.d. 17 april 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202304171105-VH.02, pagina 1210.
55.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 17 mei 2023, slotdossier [slotdossier], proces-verbaalnummer: 202304231600.PVB, pagina 1163.