In deze zaak, die op 18 september 2015 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten werd behandeld, gaat het om een kort geding tussen een naamloze vennootschap (hierna: eiseres) en twee gedaagden, waaronder een vennootschap naar vreemd recht gevestigd in Miami, Florida, en een naamloze vennootschap gevestigd in Sint Maarten. De eiseres vordert in kort geding dat de gedaagden worden verboden om te beginnen met de bouw van het Sint Maarten Quarter project en om met een derde partij te contracteren voor de exploitatie van een casino in dat project. De eiseres stelt dat zij op basis van een in 2007 gesloten overeenkomst (de Agreement) recht heeft op de exploitatie van een casino in het project en dat de gedaagden haar rechten uit deze overeenkomst niet respecteren.
De procedure is gestart na publicaties over de voortgang van het project, waarover de eiseres niet op de hoogte was gesteld. De gedaagden betwisten de vorderingen van de eiseres en stellen dat de Agreement niet meer geldig is en dat de vorderingen verjaard zijn. Het Gerecht oordeelt dat de vorderingen van de eiseres toewijsbaar zijn, omdat er voldoende aanwijzingen zijn dat de gedaagden de verplichtingen uit de Agreement niet zijn nagekomen. Het Gerecht verbiedt de gedaagden om met de bouw van het project te beginnen en om met derden te contracteren voor de exploitatie van het casino, en legt een dwangsom op bij overtreding van deze veroordelingen. Tevens worden de gedaagden veroordeeld in de proceskosten van de eiseres.