ECLI:NL:OGEAM:2016:15
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vermogensrechtelijke geschil over kwalificatie van betaling als geldlening of aandelenkapitaal
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten is behandeld, draait het om een geschil tussen de naamloze vennootschap [A] en de naamloze vennootschap [B], met [C] als derde gedaagde. De kern van het geschil betreft de kwalificatie van een betaling van USD 23.400,00 door [A] aan [B] op 7 december 2010. [A] stelt dat deze betaling moet worden gekwalificeerd als een geldlening die terugbetaald moet worden, terwijl [B] aanvoert dat het gaat om een aanbetaling op een aandelenovereenkomst. De procedure is gestart na een tussenvonnis van 20 oktober 2015, waarin een comparitie van partijen heeft plaatsgevonden op 28 januari 2016.
Het Gerecht heeft vastgesteld dat er geen concrete uitvoering is gegeven aan de afspraken tussen partijen over de aandelenoverdracht en dat de samenwerking niet van de grond is gekomen. De rechter concludeert dat de betaling van USD 23.400,00 niet kan worden gezien als een betaling in het kader van de aandelenovereenkomst, maar als een geldlening. Het Gerecht oordeelt dat [B] deze lening aan [A] moet terugbetalen, met uitzondering van de buitengerechtelijke incassokosten, waarover geen overeenstemming is bereikt.
Daarnaast is er een verwijzing naar de mogelijke bestuurdersaansprakelijkheid van [C], waarbij het Gerecht heeft besloten om de zaak aan te houden voor verdere conclusies van partijen. De beslissing van het Gerecht is op 8 maart 2016 openbaar uitgesproken door mr. A.J.J. van Rijen.