Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.Het verloop van de procedure
2.De feiten
“that you will get rid of Client”.
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 22 juni 2016 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen [A] en de naamloze vennootschap [B]. [A], die sinds 1 november 2000 in dienst was bij [B] als personnel officer, verzocht om herstel in zijn functie van Human Resource Manager. De procedure volgde op een reeks van verlengingen van zijn proefperiode zonder deugdelijke evaluatie van zijn functioneren. Het Gerecht heeft vastgesteld dat [B] de beginselen van goed werkgeverschap heeft geschonden door [A] herhaaldelijk in een tijdelijke functie te plaatsen zonder hem de zekerheid te bieden die bij een vaste aanstelling hoort. Het Gerecht oordeelde dat [A] recht had op herstel in zijn functie, met terugwerkende kracht, en dat zijn salaris en pensioenbijdrage moesten worden aangepast aan de functie van HR Manager. De vorderingen van [A] werden grotendeels toegewezen, inclusief een dwangsom voor het geval [B] niet zou voldoen aan de uitspraak. De uitspraak benadrukt het belang van goede communicatie en evaluatie in de arbeidsrelatie, evenals de verplichtingen van werkgevers om hun werknemers eerlijk te behandelen.