ECLI:NL:OGEAM:2016:40
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Kort geding inzake boedelscheiding en deling van een levensverzekeringspolis tussen gewezen echtelieden
In deze zaak, die op 22 juli 2016 door het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee gewezen echtelieden, aangeduid als de man en de vrouw. De man, vertegenwoordigd door mr. R.A. Groeneveldt, vordert dat de vrouw, vertegenwoordigd door mr. B.Ph.C. de Jong, wordt bevolen om haar medewerking te verlenen aan de scheiding en deling van een levensverzekeringspolis die tot hun gemeenschap van goederen behoort. De polis is opeisbaar geworden in december 2015, maar de scheiding en deling van de gemeenschap is nog niet voltooid, ondanks eerdere bevelen in de echtscheidingsbeschikking.
De man stelt dat hij in financiële problemen verkeert en dat hij recht heeft op zijn deel van de waarde van de polis. De vrouw betwist dit en stelt dat de zaak te complex is vanwege de toepasselijkheid van Guyaans recht. Het Gerecht overweegt dat het Nederlands-Antilliaans recht van toepassing is, zoals eerder vastgesteld in de echtscheidingsbeschikking. De vrouw heeft ook aangevoerd dat zij bereid is om mee te werken aan de scheiding en deling, maar dat dit via een notaris moet gebeuren. Het Gerecht oordeelt echter dat de man in kort geding een voorziening kan vragen.
Uiteindelijk beslist het Gerecht dat de man gemachtigd wordt om Ennia Caribe Leven N.V. aan te schrijven voor de uitbetaling van de polis. De vrouw wordt veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk moet worden nageleefd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.