Op 23 september 2016 heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten uitspraak gedaan in een kort geding tussen de ouders van een minderjarige jongen, aangeduid als [A], en de stichting [B]. De ouders, vertegenwoordigd door mr. J.J. Rogers, vorderden dat hun zoon toegang zou krijgen tot de school van de stichting, nadat deze hem de toegang had ontzegd vanwege zijn rastafari kapsel. De stichting, vertegenwoordigd door mr. L.G.J. Berman, had de toegang ontzegd op basis van schoolregels die het dragen van 'locks' voor jongens verbieden. De ouders voerden aan dat het dragen van het haar in locks een essentieel onderdeel is van de culturele en religieuze identiteit van hun zoon, en dat de weigering om hem toe te laten tot de school in strijd is met zijn recht op onderwijs en zijn culturele identiteit. Het Gerecht overwoog dat de stichting in beginsel het recht heeft om regels te stellen aan het uiterlijk van leerlingen, maar dat deze regels niet in strijd mogen zijn met de rechten van de leerlingen, vooral niet in het licht van het gebrek aan alternatieven voor Nederlandstalig onderwijs op Sint Maarten. Het Gerecht oordeelde dat de stichting de toegang van [A] tot het onderwijs niet mocht ontzeggen op basis van zijn haardracht, en dat dit in strijd was met de Staatsregeling en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. De ouders kregen gelijk, en de stichting werd veroordeeld om [A] binnen 24 uur na betekening van het vonnis toe te laten tot de school, met een dwangsom voor elke dag dat zij in gebreke bleef.