ECLI:NL:OGEAM:2016:6

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
8 februari 2016
Publicatiedatum
12 februari 2016
Zaaknummer
EJ 2015-225
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot wijziging van voornaam op basis van zwaarwichtig belang

In de zaak van Mohammed, verzoeker, die in persoon procedeerde, tegen de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van het Land Sint Maarten, is op 8 februari 2016 een beschikking gegeven door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten. Verzoeker heeft op 28 oktober 2015 een verzoekschrift ingediend met het verzoek om zijn voornaam van 'Mohammed' te wijzigen naar 'Moha'. Dit verzoek is gemotiveerd met de stelling dat verzoeker soms in nare situaties terechtkomt vanwege zijn voornaam, vooral in het licht van de huidige mondiale onrust en de associatie met terrorisme. De Ambtenaar van de Burgerlijke Stand heeft zich gerefereerd aan het oordeel van het Gerecht.

Tijdens de mondelinge behandeling op 11 januari 2016 heeft verzoeker zijn verzoek verder toegelicht. Het Gerecht heeft overwogen dat wijziging van voornamen kan worden gelast door de rechter op verzoek van de betrokken persoon, mits er een zwaarwichtig belang bestaat. Het Gerecht heeft echter geconcludeerd dat de motivering van verzoeker niet voldoende zwaarwichtig is, gezien de veelvoorkomende aard van de naam 'Mohammed' en het feit dat verzoeker al bekend is als 'Moha' binnen zijn gemeenschap. Het Gerecht heeft daarom besloten het verzoek af te wijzen.

De beschikking is gegeven door mr. A.J.J. van Rijen, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: EJ 2015-225
Datum: 8 februari 2016
Beschikkingnr.
BESCHIKKING
In de zaak van:
Mohammed [verder: verzoeker],
wonende te Sint Maarten,
verzoeker,
procederende in persoon,
tegen:
de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand van het Land Sint Maarten,
zetelende in Sint Maarten,
verweerder,
verschenen bij de heer W. van Asselt.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als ‘verzoeker’ en ‘de Ambtenaar’.

1.Het verloop van de procedure

Verzoeker heeft op 28 oktober 2015 een verzoekschrift (met producties) ingediend.
De mondelinge behandeling van het verzoekschrift heeft plaatsgevonden op 11 januari 2016. Partijen zijn verschenen en de griffier heeft van het verhandelde aantekening gehouden.
De beschikking is bepaald op heden.

2.Het verzoek en het verweer

Het verzoekt luidt als volgt:
“bij beschikking de Ambtenaar van de Burgerlijke Stand toestemming te verlenen om de eerste voornaam van verzoeker dusdanig te wijziging dat deze gelezen wordtMohaen deze verbetering te doen inschrijven in de basisadministratie, alsmede op alle vorengenoemde officiële documenten van de Burgerlijke Stand t.n.v. verzoeker.”
De Ambtenaar heeft te kennen gegeven zich te refereren aan het oordeel van het Gerecht.

3.De beoordeling

4.1
Het verzoek wordt als volgt gemotiveerd:
“2. Verzoeker bevindt zich soms vanwege zijn eerste voornaam van Mohammed in nare situaties bij bepaald publiek. 3. Vandaar dat verzoeker zijn eerste voornaam zou willen wijzigen van Mohammed naarMohazoals hij ook door vele van zijn naaste familieleden en vrienden wordt genoemd.”
4.2
Het Gerecht overweegt als volgt. Artikel 1:4 lid 4 BW luidt als volgt:
“Wijziging van de voornamen kan op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gelast door de rechter in eerste aanleg.”Blijkens de (Nederlandse) wetsgeschiedenis moet hiervoor een zwaarwichtig belang bestaan.
4.3.
Ter zitting heeft het Gerecht aan verzoeker gevraagd om uit te leggen welk zwaarwichtig belang er met de beoogde wijziging wordt gediend. Verzoeker heeft herhaald hetgeen in het verzoekschrift staat en ook verwezen naar de huidige mondiale onrust omtrent IS, Syrië en terrorisme. Hierdoor zou hij problemen ondervinden bij de grenscontroles.
4.4.
Het Gerecht overweegt dat de motivering van het verzoekschrift en evenmin de uitleg ter zitting een voldoende zwaarwichtig belang vormen, zulks tegen de achtergrond dat Mohammed een in de wereld zeer veel voorkomende naam is. Bovendien staat verzoeker, naar eigen zeggen, binnen de gemeenschap op Sint Maarten al bekend als Moha, zodat het Gerecht niet begrijpt waarom het noodzakelijk is dat dit wordt aangetekend in de burgerlijke stand. Tot slot geldt dat de meeste mensen, zeker ambtenaren belast met grenscontroles, heus wel begrijpen dat Moha is afgeleid van Mohammed, temeer gelet op de tweede voornaam van verzoeker waarvan geen wijziging wordt gevraagd.
4.5
Dit betekent dat het verzoek wordt afgewezen.

5.De beslissing

Het Gerecht:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven op 8 februari 2016 door mr. A.J.J. van Rijen, rechter in het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, in tegenwoordigheid van de griffier.