In deze zaak heeft eiser [A] een vordering ingesteld tegen gedaagde [B], die verantwoordelijk is voor het beheer van de marina waar het appartement van [A] zich bevindt. [A] stelt dat hij hinder ondervindt van het parallel afmeren van megajachten voor zijn appartement, wat leidt tot geluidsoverlast, lichthinder en inbreuk op zijn privacy. Hij vordert dat gedaagde wordt verplicht om jachten met een lengte van meer dan 5 meter haaks af te meren aan de voorgevel van zijn appartement. Gedaagde betwist de vorderingen van [A] en stelt dat zij geen zeggenschap heeft over het gebruik van de aanlegplaatsen en dat er geen onrechtmatige hinder is. Het Gerecht heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de aard van de hinder en de verantwoordelijkheden van gedaagde. Het Gerecht oordeelt dat er sprake is van onrechtmatige hinder door het parallel afmeren van jachten, en gebiedt gedaagde om jachten met een lengte van meer dan 5 meter haaks af te meren. Tevens wordt gedaagde veroordeeld tot betaling van een dwangsom en in de proceskosten van [A].