Uitspraak
1.De procedure
- het verzoekschrift met producties d.d. 6 november 2015,
- de conclusie van antwoord met productie,
- de conclusie van repliek,
- de conclusie van dupliek.
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze civiele procedure heeft het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten op 4 oktober 2016 uitspraak gedaan in de zaak tussen een naamloze vennootschap, eiseres, en een particulier, gedaagde. Eiseres had gedaagde gelden ter leen verstrekt op 27 februari 2006, met een einddatum van de overeenkomst op 29 januari 2009. Gedaagde heeft echter niet het volledige bedrag terugbetaald. Eiseres vorderde een betaling van NAf 12.469,65, vermeerderd met rente en incassokosten, terwijl gedaagde zich verweerde met een beroep op verjaring van de vordering.
Gedaagde stelde dat de termijn van vijf jaar voor verjaring was verstreken, zonder dat eiseres stuitingshandelingen had verricht. Eiseres voerde aan dat de door haar verzonden sommatiebrieven de verjaring hadden gestuit, maar gedaagde betwistte de ontvangst van deze brieven. Het Gerecht oordeelde dat eiseres niet had aangetoond dat de stuitingsmeldingen gedaagde hadden bereikt, en dat zij daarmee niet had voldaan aan haar stelplicht. Hierdoor kon het Gerecht niet overgaan tot bewijslevering.
De conclusie was dat de vorderingen van eiseres moesten worden afgewezen, omdat de verjaring niet was gestuit. Eiseres werd bovendien veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van gedaagde werden begroot op NAf 2.000,00. Dit vonnis werd uitgesproken door rechter A.J.J. van Rijen in het openbaar.