Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.De vorderingen en het verweer
4.De beoordeling
“een schriftelijk besluit van een bestuursorgaan inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling die niet van algemene strekking is.”De uitgifte door het Land als grondeigenaar van een perceel water in erfpacht is niet een publiekrechtelijke rechtshandeling maar een privaatrechtelijke rechtshandeling als bedoeld in artikel 5:85 e.v. BW. Hiertegen staat dus geen bestuursrechtelijke rechtsgang open.
“niet zo handig was”om alvast met de aanleg van de steiger te beginnen voordat was beslist op haar verzoek om afgifte in erfpacht van het waterperceel. Desalniettemin heeft zij dit gedaan en ter zake, naar haar zeggen, circa USD 55.000,00 geïnvesteerd. Duidelijk is dat het Land niet van plan is om dit waterperceel in erfrecht uit te geven, dat zij daartoe niet kan worden gedwongen en dat bovendien het Land ook nog verwijst naar het concept-bestemmingsplan waarin juist staat dat dergelijke grote steigers op die plek niet zijn voorzien, hetgeen beleid is dat, gelet op de drie waarschuwingsbrieven, ook daadwerkelijk wordt gehandhaafd. Het kan niet zo zijn dat [A], door zonder toestemming te gaan bouwen op een perceel van het Land, zich enig recht verwerft om dat perceel te blijven gebruiken.