Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
“[AA], Attn: Mr. …….”voor USD 90.000,00 wegens een voorschot op de commissie van 25% voor zijn bemiddeling bij de verkoop van drie boten van [A]. De verkoopprijs was USD 675.000,00 en de commissie in totaal dus USD 168.750,00. Op of kort na 3 april 2017 heeft de Bank de rekening van [de beslagene] geblokkeerd.
3.Het geschil
“het gelegde conservatoire beslag op de bankrekening van verzoeker op te heffen, althans gedaagde te bevelen dit beslag binnen 24 uur na betekening van het in deze te wijzen vonnis op te heffen, zulks op straffe van verbeurte aan verzoekers van een dwangsom van USD 5.000,- per dag, een gedeelte van een dag tot een gehele dag gerekend, dat gedaagde dit bevel niet mocht nakomen;
Gedaagde te verbieden wederom beslag te leggen ten laste van verzoeker [de beslagene] en/of [A] en/of [A] voor de door gedaagde in deze gepretendeerde vordering, totdat bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad in de bodemzaak deze vordering mocht zijn vastgesteld, zulks op straffe van verbeurte aan verzoekers van een dwangsom van USD 5.000,- per dag, een gedeelte van een dag tot een gehele dag gerekend, dat gedaagde dit bevel niet mocht nakomen;
Gedaagde te veroordelen in de kosten van deze procedure, alsmede de nakosten, een en ander te voldoen binnen 7 dagen na betekening van het vonnis, en voor het geval voldoening van de (na)kosten niet plaatsvindt binnen de gestelde termijn, deze (na)kosten te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum verzuim tot de dag der algehele voldoening.”