ECLI:NL:OGEAM:2017:52
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroepsaansprakelijkheid van een advocaat en matigingsverweren
In deze zaak, die voor het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten is behandeld, betreft het een vordering van een cliënt tegen zijn advocaat wegens beroepsaansprakelijkheid. De cliënt, vertegenwoordigd door mr. J.G. Snow, heeft de advocaat, gedaagde sub 1, aangesproken op schadevergoeding van maximaal USD 150.000,00, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 4 april 2008. De advocaat heeft verweer gevoerd, onder andere door te stellen dat er sprake is van een belangenafweging en dat hij niet verantwoordelijk kan worden gehouden voor de beroepsfout die heeft geleid tot de schade. Gedaagde sub 2, een andere advocaat, is in deze procedure verstek gegaan.
Het Gerecht heeft in zijn vonnis van 28 november 2017 geoordeeld dat de matigingsverweren van de advocaat niet opgaan. Het Gerecht heeft overwogen dat de advocaat een commercieel kantoor heeft en dat hij zich had kunnen verzekeren tegen claims van beroepsaansprakelijkheid. De cliënt heeft recht op schadevergoeding, ongeacht de omstandigheden van de zaak. Het Gerecht heeft de vordering van de cliënt toegewezen en de gedaagden hoofdelijk veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, inclusief rente en proceskosten. De beslissing is genomen in het kader van de zorgplicht die advocaten hebben jegens hun cliënten, waarbij het Gerecht benadrukt dat cliënten grote financiële belangen aan hun advocaten toevertrouwen.
De uitspraak is gedaan in aanwezigheid van de griffier en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Het vonnis is een vervolg op een eerder tussenvonnis van 18 juli 2017, waarin het Gerecht had bepaald dat de cliënt nog een akte mocht indienen. De zaak illustreert de verantwoordelijkheden van advocaten en de mogelijkheden voor cliënten om schadevergoeding te eisen bij beroepsfouten.