ECLI:NL:OGEAM:2017:69

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
13 december 2017
Publicatiedatum
24 juni 2019
Zaaknummer
100.00172/17
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Medeplichtigheid aan gewapende overval op snackbar met vuurwapens

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 13 december 2017 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die betrokken was bij een gewapende overval op de snackbar ABU-G op 14 juni 2017. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. S.D.M. Roseburg, werd beschuldigd van medeplichtigheid aan diefstal met geweld en het voorhanden hebben van vuurwapens. De officier van justitie, mr. R.W. van Zanten, eiste een gevangenisstraf van vijf jaar. Tijdens de zitting werd vastgesteld dat de verdachte de vluchtauto bestuurde en op de hoogte was van de plannen van zijn medeverdachten om de overval te plegen. De verdachte heeft verklaard dat hij de auto bestuurde en de medeverdachten naar de snackbar bracht, waar zij met vuurwapens de eigenaar en medewerkers bedreigden en geld stalen.

Het Gerecht oordeelde dat de verdachte niet als medepleger kon worden aangemerkt, maar als medeplichtige aan de overval. De rechtbank vond dat de bijdrage van de verdachte aan de overval onvoldoende gewicht had om te spreken van nauwe en bewuste samenwerking. De verdachte werd vrijgesproken van het primair tenlastegelegde, maar werd wel schuldig bevonden aan medeplichtigheid aan diefstal met geweld en het voorhanden hebben van vuurwapens. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 jaar. Daarnaast werden er verbeurdverklaringen uitgesproken voor de in beslag genomen voorwerpen die bij de overval waren gebruikt.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

S T R A F V O N N I S
in de zaak tegen de verdachte:
[VERDACHTE],
geboren op [geboortedatum] 1988 te [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats], [adres],
thans alhier gedetineerd.

1.Onderzoek van de zaak

Het onderzoek ter openbare terechtzitting heeft plaatsgevonden op 13 december 2017. De verdachte is verschenen, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. S.D.M. Roseburg.
De officier van justitie, mr. R.W. van Zanten, heeft ter terechtzitting gevorderd de verdachte ter zake van feit 1 primair, eerste en tweede cumulatief, en feit 2 te veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaar, met aftrek van voorarrest. Voorts heeft hij beslagbeslissingen gevorderd.
De raadsvrouw heeft verweer gevoerd.

2.Tenlastelegging

Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
Feit 1.
hij op of omstreeks 14 juni 2017 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening
heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid geld (USD 620, althans USD 500, althans USD 400, of daaromtrent, en/of 100 Euro), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan (de Shoarma-bar / Restaurant) ABU-G en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn, verdachtes, mededaders, welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2], in elk geval (een) medewerk(st)er(s) van ABU-G, en/of andere aanwezig(e) perso(o)n(en) in (de Shoarma-bar / het Restaurant) ABU-G, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging(en) met geweld bestond(en) uit
==het gemaskerd binnentreden van (de Shoarma-bar / het Restaurant) ABU-G;
en/of
==het dreigend richten op die [slachtoffer 2] van (een) pisto(o)l(en), althans (een)
vuurwapen(s), althans (een) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e)
voorwerp(en);
en/of
==het dreigend tegen die [slachtoffer 2] zeggen “Open the cash register”en/of “put all
the money in here” en/of “you are moving to slow”en/of Take money at the
bottom to”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
(art. 2:291 Wetboek van Strafrecht)
en/of
hij op of omstreeks 14 juni 2017 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer 2], in elk geval (een) medewerk(st)er(s) van ABU-G, heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (USD 620, althans USD 500, althans USD 400 of daaromtrent en/of 100 Euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Shoarma-bar / Restaurant) ABU-G en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn, verdachtes, mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging(en) met geweld bestond(en) uit
==het gemaskerd binnentreden van (de Shoarma-bar / het Restaurant) ABU-G;
en/of
==het dreigend richten op die [slachtoffer 2] van (een) pisto(o)l(en), althans (een)
vuurwapen(s), althans (een) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e)
voorwerp(en);
en/of
==het dreigend tegen die [slachtoffer 2] zeggen “Open the cash register”en/of “put all
the money in here” en/of “you are moving to slow”en/of Take money at the
bottom to”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
(art. 2:294 Wetboek van Strafrecht)
subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of
een veroordeling mocht of zou kunnen leiden
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], in elk geval (een) ander(en), op of omstreeks 14 juni 2017
te Sint Maarten tezamen en in vereniging met elkaar en/of een ander of anderen, althans die ander alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen een hoeveelheid geld (USD 620, althans USD 500, althans USD 400, of daaromtrent, en/of 100 Euro), in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan (de Shoarma-bar / Restaurant) ABU-G en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of vorenbedoelde ander(en) welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2], in elk geval (een) medewerk(st)er(s) van ABU-G, en/of andere aanwezig(e) perso(o)n(en) in (de Shoarma-bar / het Restaurant) ABU-G, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging(en) met geweld bestond(en) uit
==het gemaskerd binnentreden van (de Shoarma-bar / het Restaurant) ABU-G;
en/of
==het dreigend richten op die [slachtoffer 2] van (een) pisto(o)l(en), althans (een)
vuurwapen(s), althans (een) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e)
voorwerp(en);
en/of
==het dreigend tegen die [slachtoffer 2] zeggen “Open the cash register”en/of “put all
the money in here” en/of “you are moving to slow”en/of Take money at the
bottom to”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
bij het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest en/of
tot het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 14 juni 2017 te Sint Maarten de auto (Toyota, type Corolla, kenteken [kentekennummer 1]) welke als (vlucht)auto ten behoeve van en/of bij het plegen van vorenbedoeld misdrijf (als vervoermiddel) werd gebruikt
naar en/of van de plaats van vorenbedoeld misdrijf ((Shoarma-bar / Restaurant) ABU-G) te besturen en/of die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] naar de plaats des misdrijf ((Shoarma-bar / Restaurant) ABU-G) te brengen en/of (vervolgens) in de nabijheid van die/dat (Shoarma-bar / Restaurant) ABU-G op die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te wachten en/of (vervolgens) die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] vervoer te verschaffen bij die/dat (Shoarma-bar / Restaurant) ABU-G vandaan;
(art. 2:291 jo 1:124 Wetboek van Strafrecht)
en/of
[medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2], in elk geval (een) ander(en), op of omstreeks 14 juni 2017
te Sint Maarten tezamen en in vereniging met elkaar en/of een ander of anderen, althans die ander alleen, meermalen, althans eenmaal, (telkens) met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[slachtoffer 2], in elk geval (een) medewerk(st)er(s) van ABU-G, heeft gedwongen tot de afgifte van een hoeveelheid geld (USD 620, althans USD 500, althans USD 400, of daaromtrent, en/of 100 Euro), in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de Shoarma-bar / Restaurant) ABU-G en/of [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of vorenbedoelde ander(en), welk geweld en/of welke bedreiging(en) met geweld bestond(en) uit
==het gemaskerd binnentreden van (de Shoarma-bar / het Restaurant) ABU-G;
en/of
==het dreigend richten op die [slachtoffer 2] van (een) pisto(o)l(en), althans (een)
vuurwapen(s), althans (een) voor bedreiging of afdreiging geschikt(e)
voorwerp(en);
en/of
==het dreigend tegen die [slachtoffer 2] zeggen “Open the cash register”en/of “put all
the money in here” en/of “you are moving to slow”en/of Take money at the
bottom to”, althans woorden van gelijke (dreigende) aard en/of strekking;
bij het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest en/of
tot het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk gelegenheid en/of middelen en/of inlichtingen heeft verschaft door op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 14 juni 2017 te Sint Maarten de auto (Toyota, type Corolla, kenteken [kentekennummer 1]) welke als (vlucht)auto ten behoeve van en/of bij het plegen van vorenbedoeld misdrijf (als vervoermiddel) werd gebruikt
naar en/of van de plaats van vorenbedoeld misdrijf ((Shoarma-bar / Restaurant) ABU-G) te besturen en/of die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] naar de plaats des misdrijf ((Shoarma-bar / Restaurant) ABU-G) te brengen en/of (vervolgens) in de nabijheid van die/dat (Shoarma-bar / Restaurant) ABU-G op die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] te wachten en/of (vervolgens) die [medeverdachte 1] en/of [medeverdachte 2] vervoer te verschaffen bij die/dat (Shoarma-bar / Restaurant) ABU-G vandaan;
(art. 2:294 lid 1 jo 1:124 Wetboek van Strafrecht)
Feit 2.
hij op of omstreeks 14 juni 2017 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, 2, in elk geval een of meer, vuurwapen(s), in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten een pellet gun en/of (een) soortgelijk(e) voor bedreiging en/of afdreiging geschikt(e) voorwerp(en), in elk geval (een) vuurwapen(s) als bedoeld in de Vuurwapenverordening, voorhanden heeft/hebben gehad;
artikel 3 jo 11 Vuurwapenverordening

3.Voorvragen

Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat het bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat het openbaar ministerie ontvankelijk is in zijn vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.

4.Bewijsbeslissingen

4A. Vrijspraak
Het Gerecht stelt vast dat verdachte een bekennende verklaring heeft afgelegd met betrekking tot zijn betrokkenheid bij de tenlastegelegde overval. Het Gerecht acht die verklaring met betrekking tot het gewicht van zijn rol daarin geloofwaardig, nu deze verklaring wordt ondersteund door de verklaring van medeverdachte [medeverdachte 1]. De verklaring van medeverdachte [medeverdachte 2] acht het Gerecht, anders dan de officier van justitie, minder geloofwaardig. Deze verklaring staat immers als gezegd tegenover die van twee medeverdachten en daarnaast probeert de verklaring van [medeverdachte 2] kennelijk de schuld van zich af, in de richting van zijn medeverdachten te schuiven. Ook anderszins vindt de verklaring van [medeverdachte 2], voor zover hij de rol van verdachte groter maakt dan laatstgenoemde zelf doet, geen steun in het dossier.
Uit de verklaring van verdachte zelf volgt dat hij wist dat zijn medeverdachten een overval zouden gaan plegen. [medeverdachte 1] verklaart dat ze twee keer langs ABU-G zijn gereden. Verdachte is ter plaatse gestopt, zag dat de medeverdachten met wapens en maskers uitstapten, wachtte tot ze terugkwamen met de buiten en is vervolgens vluchtend weggereden.
De officier heeft zich op het standpunt gesteld dat de gedragingen van verdachte een bewuste en nauwe samenwerking met de medeverdachten opleveren. De raadsvrouw heeft dit bestreden.
Het Gerecht overweegt als volgt. In de arresten HR 2 december 2014, ECLI:NL:HR:2014:3474, NJ 2015/390, HR 24 maart 2015, ECLI:NL:HR:2015:718, NJ 2015/395 en HR 5 juli 2016, ECLI:NL:HR:2016:1316 heeft de Hoge Raad enige algemene overwegingen over het medeplegen gegeven, in het bijzonder gericht op de afbakening tussen medeplegen en medeplichtigheid. Voor de kwalificatie medeplegen is vereist dat sprake is van nauwe en bewuste samenwerking. Die kwalificatie is slechts gerechtvaardigd als de bewezenverklaarde - intellectuele en/of materiële - bijdrage van de verdachte aan het delict van voldoende gewicht is. Een en ander brengt mee dat indien het tenlastegelegde medeplegen in de kern niet bestaat uit een gezamenlijke uitvoering, maar uit gedragingen die met medeplichtigheid in verband plegen te worden gebracht (zoals het verstrekken van inlichtingen, op de uitkijk staan, helpen bij de vlucht), op de rechter de taak rust om in het geval dat hij toch tot een bewezenverklaring van het medeplegen komt, in de bewijsvoering – dus in de bewijsmiddelen en zo nodig in een afzonderlijke bewijsoverweging – dat medeplegen nauwkeurig te motiveren. Bij de vorming van zijn oordeel dat sprake is van de voor medeplegen vereiste nauwe en bewuste samenwerking, kan de rechter rekening houden met onder meer de intensiteit van de samenwerking, de onderlinge taakverdeling, de rol in de voorbereiding, de uitvoering of de afhandeling van het delict en het belang van de rol van de verdachte, diens aanwezigheid op belangrijke momenten en het zich niet terugtrekken op een daartoe geëigend tijdstip.
Naar het oordeel van het Gerecht vormt hetgeen verdachte heeft gedaan, te weten het optreden als bestuurder van de vluchtauto, een gedraging die met medeplichtigheid in verband wordt gebracht. Daarbij is tweemaal langs de – door medeverdachte [medeverdachte 2] beoogde – plaats delict gereden. Tezamen is dat onvoldoende om van een nauwe en bewuste samenwerking te spreken, nu de bijdrage van verdachte aan de overval daarvoor van onvoldoende gewicht is geweest (vgl. Hoge Raad 14 april 2015, ECLI:NL:HR:2015:928). De uitspraak waar de officier van justitie naar verwezen heeft betreft een aanmerkelijk zwaardere betrokkenheid dan die van verdachte. Het Gerecht beoordeelt de rol van verdachte als medeplichtigheid. Daaruit volgt vrijspraak voor het primair tenlastegelegde.
De officier heeft voorts bewezenverklaring gevorderd van zowel diefstal met geweld als van afpersing. Het Gerecht stelt vast dat de overvallers slachtoffer [slachtoffer 2] door dreiging met geweld hebben gedwongen om geld vanuit de kassa in de fooienpot te doen. Vervolgens hebben zij die fooienpot meegenomen. Nu strikt genomen geen afgifte als bedoeld in artikel 2:294 Sr (afpersing) aan de verdachten heeft plaatsgevonden, beoordeelt het Gerecht de feiten als (kort gezegd) diefstal met geweld, niet als afpersing. In zoverre volgt vrijspraak van het als feit 1 subsidiair, tweede cumulatief/alternatief ten laste gelegde. Daarbij zij opgemerkt, dat deze beslissing niets afdoet aan de strafwaardigheid van het bewezenverklaarde.
4B Bewijsoverweging
De verdediging heeft vrijspraak bepleit van feit 2, nu verdachte geen vuurwapens voorhanden zou hebben gehad. Dit verweer faalt. Uit de verklaring van verdachte volgt dat hij wist dat zijn mededaders een overval gingen plegen. Hij heeft de wapens in de auto gezien. Daaruit volgt dat hij zich bewust is geweest van de aanwezigheid van de vuurwapens, zodat hij deze in juridische zin voorhanden heeft gehad, tezamen en in vereniging met zijn mededaders.
4C Bewijsmiddelen
De hierna vermelde bewijsmiddelen zijn - ook in hun onderdelen - telkens gebezigd tot het bewijs van het feit of de feiten, waarop zij blijkens hun inhoud betrekking hebben en, voor zover het een geschrift als bedoeld in artikel 387, eerste lid, aanhef, onder e van het Wetboek van Strafvordering betreft, telkens slechts gebezigd in verband met de inhoud van de andere bewijsmiddelen.
De overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de navolgende wettige bewijsmiddelen zijn vervat.
Uit de bijlagen van het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van relaas, genummerd 1706281215.AMB (onderzoek Bloedsteen), opgemaakt door [Marechaussee 1], wachtmeester der Koninklijke Marechaussee, gesloten op 12 juli 2017:
1.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van bevindingen (bijlage 1), d.d. 14 juni 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 14 juni 2017, omstreeks 00:45 uur werden wij verbalisanten gedirigeerd naar Abu Ghazi Shoarma te Madame Estate voor een gewapende overval. De eigenaar, [slachtoffer 1], verklaarde dat hij hoorde dat drie mannen zijn zaak hadden overvallen. Hij had de auto van de verdachten, een witgelakte Toyota Corolla met kenteken [kentekennummer 1] na een achtervolging geblokkeerd. Hij zag drie mannen uitstappen en wegrennen. Wij verbalisanten zagen op de achterbank van de auto een hoeveelheid bankbiljetten liggen.
2.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van aangifte door [slachtoffer 2] (bijlage 2), d.d. 14 juni 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
I was working at ABU-G. I saw two men came in. The first guy comes around the corner and points a silver gun on me. He told me to “Stop and come back”. The second guy comes around the corner and also pointed a gun at me. The was a black gun. The first guy said to me “Open the cash register”, “Put all the money in here” and he took up our tip pan. He also said to me “you’re moving too slow” and “Take money at the bottom to”. I took the money out of the cash register. They took dollars and around 100 Euro. They covered their faces.
3.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte (bijlage 12, pagina 4-5), d.d. 14 juni 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
They both got into the back of my car. On the way [bijnaam medeverdachte 1] said he wanted to check a scene. [bijnaam medeverdachte 1] said that he wanted me to drop them somewhere. I know that a scene means somewhere to hit to get money. I parked next to the Chinese restaurant by Abughazi. I saw that both [bijnaam medeverdachte 1], also known as [bijnaam medeverdachte 1], and the other guy got out of the car. I saw that thet put on shirt over their head and fixing up. I had turned the car off. They didn’t stay long. I then saw [bijnaam medeverdachte 1] got in the passenger side of the car and said drive, drive. When these guys got into my car I saw that [bijnaam medeverdachte 1] then had a gun. The gun is black and had a clip. I saw that the Spanish guy sat in the back with a clear plastic jar. I believe that it was the tip jar. I could see that there was money in it. I saw that the Spanish guy also had a chrome gun.
4.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor verdachte (bijlage 13), d.d. 20 juni 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
[bijnaam medeverdachte 1] and [bijnaam medeverdachte 1] is the same person. Ter verificatie wordt aan verdachte een foto van [medeverdachte 1] getoond. Yes that is him. That is the guy I call [bijnaam medeverdachte 1]. The one who committed the robbery together with the Spanish guy. I called him [bijnaam medeverdachte 1] because I didn’t want to get anyone else in trouble.
5.
Een in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van verhoor medeverdachte [medeverdachte 2] (bijlage 36, pagina 6), d.d. 27 juni 2017, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
About $620 was taken from Abu Ghazi Shoarma.
6.
De verklaring van de verdachte(vul geboortedatum in) ter terechtzitting van 13 december 2017(vul geboortedatum in), voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik heb de auto bestuurd bij de overval op de Shoarma-bar / het Restaurant ABU-G op 14 juni 2017 in Sint Maarten. Ik hielp ze te vluchten. Ik bracht ze er naar toe en daarna hielp ik ze om weg te gaan. Medeverdachten [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] hebben me bij het restaurant laten parkeren, stapten uit met maskers en vuurwapens en liepen de zaak binnen. Ik heb op ze gewacht. Toen de medeverdachten terug naar de auto kwamen hadden ze nog steeds de vuurwapens bij zich. Na de overval werden we door een auto gevolgd. Ik zag dat een van de jongens het vuurwapen op de eigenaar van de zaak richtte. Ik parkeerde de auto en rende weg. Ik heb het gedaan omdat ik door de moeilijke tijden geld nodig had. Ik verwachtte dat ik een deel van de buit zou krijgen. De auto, Toyota, type Corolla, kenteken [kentekennummer 1], die bij de overval is gebruikt is van mij, maar ik heb hem door mijn moeder laten verzekeren.
4D. Bewezenverklaring
Het Gerecht heeft uit het onderzoek op de terechtzitting door de inhoud van wettige bewijsmiddelen de overtuiging bekomen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat het bewezen acht dat:
Feit 1 subsidiair, eerste cumulatief/alternatief
[medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] op 14 juni 2017 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met elkaar met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening hebben weggenomen een hoeveelheid geld (USD 620 en 100 Euro), toebehorende aan de Shoarma-bar / Restaurant ABU-G en/of [slachtoffer 1], welke diefstal werd vergezeld van bedreiging met geweld tegen [slachtoffer 2], gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, welke bedreiging met geweld bestond uit
==het gemaskerd binnentreden van de Shoarma-bar / het Restaurant ABU-G; en
==het dreigend richten op die [slachtoffer 2] van vuurwapens; en
==het dreigend tegen die [slachtoffer 2] zeggen “Open the cash register”en “put all the money in here” en “you are moving to slow” en
Take money at the bottom to”;
bij het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk behulpzaam is geweest en tot het plegen van welk misdrijf verdachte opzettelijk middelen heeft verschaft door op 14 juni 2017 te Sint Maarten de auto (Toyota, type Corolla, kenteken [kentekennummer 1]) welke als vluchtauto ten behoeve van en bij het plegen van vorenbedoeld misdrijf als vervoermiddel werd gebruikt naar en van de plaats van vorenbedoeld misdrijf Shoarma-bar / Restaurant ABU-G te besturen en die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] naar de plaats des misdrijf Shoarma-bar / Restaurant ABU-G te brengen en vervolgens in de nabijheid van Shoarma-bar / Restaurant ABU-G op die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] te wachten en vervolgens die [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] vervoer te verschaffen bij Shoarma-bar / Restaurant ABU-G vandaan
Feit 2.
hij op 14 juni 2017 te Sint Maarten tezamen en in vereniging met anderen, 2 vuurwapens in de zin van de Vuurwapenverordening, te weten een pellet gun en een soortgelijk voor bedreiging en/of afdreiging geschikt voorwerp, voorhanden heeft gehad;
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen, zodat de verdachte hiervan zal worden vrijgesproken.

5.Kwalificatie, strafbaarheid van het feit en van de verdachte

Het bewezenverklaarde levert op:
Feit 1 subsidiair, eerste cumulatief/alternatief
Medeplichtigheid aan diefstal, vergezeld van bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen.
Feit 2
Het medeplegen van handelen in strijd met een in artikel 3 van de Vuurwapenverordening gegeven verbod, meermalen gepleegd.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluit. Het feit is derhalve strafbaar.
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de verdachte opheft of uitsluit. De verdachte is dus strafbaar.

6.Strafmotivering

Gelet op de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, op de omstandigheden waaronder de verdachte zich daaraan schuldig heeft gemaakt en op de persoon van de verdachte, zoals van één en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, acht het Gerecht na te noemen beslissing passend. Daarbij wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte is als bestuurder van de vluchtauto betrokken geweest bij een overval op een restaurant. Daarbij zijn twee vuurwapens gebruikt om een persoon te bedreigen. Feiten als de onderhavige zijn een plaag in Sint Maarten. Kennelijk enkel met oog voor eigen geldelijk gewin heeft verdachte dit ernstige feit gepleegd, met voorbijgaan aan de materiele en emotionele schade die hij aldus veroorzaakte bij anderen. Slechts een langdurige gevangenisstraf doet recht aan de ernst van de feiten.
Het Gerecht heeft acht geslagen op de strafkaart van verdachte, waaruit blijkt dat hij eerder tot lange vrijheidsstraffen is veroordeeld, doch niet voor soortgelijke feiten. Daarnaast heeft het Gerecht in zijn oordeel betrokken de Reclasseringsrapportage 11 december 2017. Voorts heeft het Gerecht bij het bepalen van de strafmaat rekening gehouden met de straffen die de medeverdachten voor hun rol bij de feiten hebben gekregen (beiden 3 jaar gevangenisstraf, waarvan 1 jaar voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaar).
In strafmatigende zin, ten opzichte van de medeverdachten, weegt het Gerecht mee dat niet medeplegen, maar medeplichtigheid aan de overval bewezen is.
De raadsvrouw heeft in het kader van een strafmaatverweer gewezen op het feit dat de zaak niet binnen twee maanden na 11 augustus 2017 opnieuw op zitting is geweest. Het Gerecht verwijst terzake zijn overweging, opgenomen in het proces-verbaal van de zitting van 18 oktober 2017. Er is sprake geweest van een termijnoverschrijding. Nu verdachte daardoor niet in zijn belangen is geschaad volstaat het Gerecht met die enkele constatering.
Het Gerecht acht, alles afwegende, een gevangenisstraf van na te melden duur als na te melden passend en geboden.

7.Beslag

Het Gerecht verwijst naar pagina 9 van het schriftelijke requisitoir. Met betrekking tot de daar genoemde voorwerpen oordeelt het Gerecht als volgt.
7.1
Verbeurdverklaring
De in beslag genomen voorwerpen genummerd 4, 5 en 6 (auto en toebehoren), waarvan ter terechtzitting is gebleken dat deze aan verdachte toebehoren en dat met behulp daarvan de feiten zijn begaan of voorbereid, zullen verbeurd worden verklaard.
7.2
Teruggave aan derde
Van de in beslag genomen voorwerpen genummerd 7 (57 dollarbiljetten), zal de teruggave aan de rechthebbende, restaurant ABU-G, worden gelast.
7.3
Teruggave aan beslagene
Van de overige in beslag genomen voorwerpen genummerd 1-3 en 8-13, zal de teruggave aan verdachte worden gelast, nu deze voorwerpen niet in aanmerking komen voor verbeurdverklaring of onttrekking aan het verkeer.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 1:67, 1:68, 1:124, 1:125, 1:136, 2:289 en 2:291 van het Wetboek van Strafrecht, en de artikelen 3 en 11 van de Vuurwapenverordening.

9.Beslissing

Het Gerecht:
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder feit 1 primair is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde zoals in rubriek 4D omschreven, heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij;
verklaart dat de bewezen verklaarde feiten de in rubriek 5 genoemde strafbare feiten opleveren;
verklaart de verdachte hiervoor strafbaar;
veroordeelt de verdachte wegens dit feit tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
30 (dertig) maanden;
bepaalt dat van deze gevangenisstraf een gedeelte van
10 (tien) maandenniet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij het Gerecht later anders mocht gelasten, omdat de veroordeelde voor het einde van de proeftijd, die hierbij wordt gesteld op 3 jaar, zich aan enig strafbaar feit schuldig heeft gemaakt;
bepaalt dat de tijd die verdachte vóór de tenuitvoerlegging van dit vonnis in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van het onvoorwaardelijk deel van de opgelegde gevangenisstraf in mindering wordt gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht;
verklaart verbeurd de in rubriek 7.1 genoemde voorwerpen;
gelast de teruggave aan restaurant ABU-G van de in rubriek 7.2 genoemde voorwerpen;
gelast de teruggave aan verdachte van de in rubriek 7.3 genoemde voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door de rechter mr. D. Gruijters en uitgesproken ter openbare terechtzitting van het Gerecht op 13 december 2017, in tegenwoordigheid van de griffier.