In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 7 november 2018 uitspraak gedaan in een arbeidsrechtelijke kwestie tussen een werkgever en een werknemer. De werknemer, die sinds 1 mei 2010 in dienst was als receptionist, had te maken met meerdere schriftelijke waarschuwingen van de werkgever over haar functioneren. Ondanks deze waarschuwingen, die over een periode van zeven jaar waren verstrekt, verbeterde haar functioneren niet. De werkgever verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst op basis van gewichtige redenen, terwijl de werknemer verzocht om afwijzing van dit verzoek en om ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens door de werkgever veroorzaakte veranderde omstandigheden.
Tijdens de mondelinge behandeling op 24 oktober 2018 zijn beide partijen verschenen, bijgestaan door hun gemachtigden. De werknemer had ook medische klachten, maar het Gerecht oordeelde dat de overgelegde medische informatie onvoldoende was om aan te nemen dat deze klachten het gevolg waren van de werksituatie. Het Gerecht concludeerde dat de vertrouwensbasis tussen partijen was komen te vervallen, vooral gezien de vele waarschuwingen die de werknemer had ontvangen. De werkgever had een ontbindingsvergoeding aangeboden, die het Gerecht billijk achtte, en besloot de arbeidsovereenkomst te ontbinden.
De beslissing van het Gerecht hield in dat de arbeidsovereenkomst werd ontbonden wegens gewichtige redenen, en dat de werkgever een vergoeding van NAf. 40.231,00 bruto aan de werknemer moest betalen. De proceskosten werden voor eigen rekening van beide partijen gesteld. De uitspraak werd gedaan door rechter A.J.J. van Rijen en is openbaar gemaakt op 7 november 2018.