Uitspraak
1.de vennootschap naar het recht van Anguilla [debiteur 1],
2.2. [debiteur 2],
3.3. [hypotheekgever 1],
4.4. [hypotheekgever 2],
5.5. [hypotheekgever 3],
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift met producties 8 maart 2017,
- incidentele conclusie tot vrijwaring van [debiteur 1] en [debiteur 2],
- conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie tevens conclusie van antwoord in het vrijwaringsincident van [hypotheekgever 1], [hypotheekgever 2] en [hypotheekgever 3] met producties,
- conclusie van antwoord in vrijwaring van de bank,
- akte uitlating producties van de bank,
- vonnis in het vrijwaringsincident van 20 maart 2018,
- conclusie van antwoord van [debiteur 1] en [debiteur 2],
- conclusie van repliek in conventie tevens antwoord in reconventie van de bank,
- conclusie van dupliek van [debiteur 1] en [debiteur 2],
- conclusie van dupliek in conventie en conclusie van repliek in reconventie van [hypotheekgever 1], [hypotheekgever 2] en [hypotheekgever 3] met producties,
- conclusie van dupliek in reconventie van de bank.
2.De feiten
“Maintenance of a debt reserve account equivalent to three months loan payments.”
“This facility will be reviewed at the sole discretion of the Bank on June 30, 2010, and anually thereafter, if not earlier amended or canceled.”
“Consolidation of all facilities in Mr. [debiteur 2]’s personal name, increase to settle “defiscalation” payables.”
3.De vorderingen en de verweren in conventie en in reconventie
4.De beoordeling
due diligenceonderzoek te doen voordat zij de geldlening verstrekte. Er is een exorbitant hoog bedrag aan [debiteur 1] uitgeleend terwijl dit een
off shorebedrijf is zonder activa. [debiteur 2] had een persoonlijke relatie met een hoge functionaris binnen de bank waarvan [hypotheekgever 1] c.s. niet afwisten. Ook heeft de bank onvoldoende toegezien op het verloop van de lening, door de jaarcijfers en andere gegevens van [debiteur 1] niet op te vragen terwijl in de leningvoorwaarden is bepaald dat [debiteur 1] deze gegevens spontaan diende aan te leveren maar dit niet deed. Pas op 4 april 2016 informeert de bank [hypotheekgever 1] c.s. over de ontstane achterstand. Daarnaast doen [hypotheekgever 1] c.s. een beroep op dwaling. Zij zijn gaan dwalen op het moment dat zij met de bank hebben gesproken over “de borgtocht” (alinea 33 conclusie van antwoord). Zij waren slechts
“subsidiairy security”volgens de Commitment Letter en de hypotheekakte van 21 december 2009. Het klopt niet dat de primaire zekerheid (de hypotheek op de woning van [debiteur 2]) niet wordt geveild maar de subsidiaire zekerheid wel. Uit de Amendment Letter van 14 juli 2010 volgt dat het bedrag waarvoor hypothecaire zekerheid is verstrekt is verlaagd tot US$ 350.000,00, plus rente en kosten, zodat ervan uit kan worden gegaan dat er intussen een flink bedrag is afgelost en dit strookt met de stellingen van [hypotheekgever 1] c.s. over de dwaling.
“nadrukkelijk [werd] gezegd”dat, zodra de US$ 482.000,00, verhoogd met rente en kosten, zou worden terugbetaald, de bank de verhypothekeerde zaken weer zou vrijgeven (alinea 4 conclusie van antwoord in conventie onder
“feitenomschrijving”). Daaruit volgt reeds dat [hypotheekgever 1] c.s. hebben ingestemd met het verhypothekeren van de drie onroerende zaken jegens de bank, en jegens [debiteur 1], met als doel de geldlening aan [debiteur 1] mogelijk te maken. Dat is dus de titel die aan de hypotheekverlening ten grondslag ligt en die door de notaris in de hypotheekakte van 21 december 2009 is weergegeven (zie 2.7.). Het verweer van [hypotheekgever 1] c.s. dat er geen titel aan de hypotheken ten grondslag ligt gaat dus niet op.