In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten werd behandeld, hebben eiseressen, [eiseres 1] en [eiseres 2], een kort geding aangespannen tegen gedaagde, met als doel een schadevergoeding te verkrijgen voor waterschade aan hun winkelruimte, veroorzaakt door een lekkage die voortvloeit uit schade aan het dak van het appartement van gedaagde, dat is ontstaan door de orkaan Irma op 6 september 2017. De eiseressen vorderden een voorschot op de schadevergoeding van US $ 100.000 en eisten dat gedaagde het dak permanent zou repareren. De gedaagde, vertegenwoordigd door mr. C.J. Koster, heeft de vorderingen gemotiveerd weersproken en geconcludeerd tot afwijzing van de eisen van eiseressen.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 december 2018 heeft het Gerecht vastgesteld dat de vereniging van eigenaren (VVE) als eigenaar van het dak had moeten worden gedaagd, en niet de gedaagde, die slechts eigenaar is van een appartement onder het lekkende dak. Het Gerecht oordeelde dat de vorderingen van eiseressen moesten worden afgewezen, omdat gedaagde niet de eigenaar van het lekkende dak is en de VVE niet in de procedure was betrokken. Bovendien heeft gedaagde aannemelijk gemaakt dat zij het dak provisorisch waterdicht heeft gemaakt, terwijl het dak boven het aangrenzende appartement niet was hersteld, wat ook een mogelijke oorzaak van de lekkage kan zijn.
Het Gerecht heeft de eiseressen in de proceskosten veroordeeld, die zijn begroot op nihil aan verschotten en NAf. 1.000,00 aan salaris voor de gemachtigde. De proceskostenveroordeling is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. A.J.J. van Rijen op 21 december 2018.