Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De vaststaande feiten
3.De vorderingen en de verweren
4. De beoordeling
“Eiser is de zoon van [de bestuurder] en erfgenaam van de overledene. De informatie uit het basisregister geeft geen volledig beeld. Eiser is in Frans Sint Maarten geboren en zoals algemeen bekend is er niet of nauwelijks sprake van internationale gegevensuitwisseling tussen de Nederlandse en Franse census offices. Zonodig maar daarmee eveneens uitdrukkelijk biedt eiser bewijs aan van het feit dat hij zoon en erfgenaam is van wijlen [de bestuurder].”
“nader [zal] overleggen indien Uw Gerecht dit nog verder noodzakelijk acht hoewel hij meent dat dit erg ver gaat.”Het Gerecht overweegt dat het volkomen vanzelfsprekend is dat als [eiser] wil dat gedaagden de kosten van de uitvaart betalen hij de factuur en het betalingsbewijs daarvan in het geding brengt, zeker als een daartoe strekkend verweer is gevoerd. Dit betekent dat [eiser] niet heeft voldaan aan zijn stelplicht en dat het Gerecht er dus niet vanuit kan gaan dat hij USD 3.450,00 aan kosten lijkbezorging heeft betaald. Dit betekent dat deze schadepost niet is komen vast te staan.