ECLI:NL:OGEAM:2018:58
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontvankelijkheid van vorderingen in civiele procedure tussen vennootschappen en natuurlijke personen
In deze civiele procedure, behandeld door het Gerecht in Eerste Aanleg van Sint Maarten, is de ontvankelijkheid van de vorderingen van de naamloze vennootschap [A] N.V. aan de orde. [A] vordert schadevergoeding van [B] en [C] wegens nalatigheid en onrechtmatig handelen met betrekking tot een auto, de Chevy, die in reparatie was gegeven. [B] en [C] hebben echter aangevoerd dat [A] niet vorderingsgerechtigd is, omdat zij nooit eerder met [A] hebben gehandeld, maar altijd met de heer en/of mevrouw [D]. Het Gerecht heeft vastgesteld dat [A] niet voldoende bewijs heeft geleverd dat zij de eigenaar van de auto is en dat de overeenkomst met [B] en [C] geldig was. Het Gerecht heeft geconcludeerd dat het ontvankelijkheidsverweer van [B] en [C] doel treft, waardoor [A] in haar vorderingen niet-ontvankelijk wordt verklaard. De reconventionele vordering van [C] kan niet worden beoordeeld omdat de voorwaarde niet is vervuld. [A] wordt veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van [B] en [C] zijn begroot op nihil aan verschotten en op NAf 1.000,00 aan salaris gemachtigde.