ECLI:NL:OGEAM:2018:99
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Huurrecht: Betalingsachterstand en ontruiming van woonruimte na gebreken
In deze zaak, die op 2 november 2018 werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, gaat het om een kort geding tussen een verhuurder en een huurder. De verhuurder, vertegenwoordigd door mr. B. Brooks, vorderde ontruiming van het gehuurde appartement vanwege een huurachterstand van $ 9.600,00 en vroeg tevens om betaling van buitengerechtelijke incassokosten. De huurder, die ook een tegenvordering indiende, stelde dat er gebreken aan het appartement waren en vroeg om een compensatievergoeding van $ 25.240,00 en een termijn van zes maanden om een andere woning te vinden.
De procedure begon met een verzoekschrift van de verhuurder op 13 september 2018, gevolgd door een mondelinge behandeling op 19 oktober 2018. De huurder had een huurachterstand van $ 8.640,00 per januari 2018, en de verhuurder had de borgsom van twee maanden huur verrekend met deze achterstand. Het Gerecht oordeelde dat de huurder in verzuim was met de huurbetalingen en dat de gebreken aan het gehuurde niet voldoende waren om de huurachterstand te rechtvaardigen.
Het Gerecht oordeelde dat de huurder het gehuurde binnen een maand moest ontruimen en dat de huurachterstand van $ 7.900,00, te vermeerderen met wettelijke rente, moest worden betaald. De vorderingen van de huurder werden afgewezen, en hij werd veroordeeld in de proceskosten. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de verhuurder direct kon overgaan tot uitvoering van de ontruiming.