ECLI:NL:OGEAM:2019:120
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontslag statutair bestuurder en jaarrekening opmaken in vennootschapsrechtelijke geschil
In deze zaak, die werd behandeld door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten, stond de directeur van een besloten vennootschap centraal, die in kort geding vorderingen had ingesteld tegen de vennootschap. De directeur, die sinds 25 juli 2017 statutair bestuurder was, werd op 19 mei 2019 door de aandeelhouder met onmiddellijke ingang ontslagen. Dit leidde tot een geschil over de doorbetaling van zijn vergoeding van USD 5.586,76 per maand, die vanaf de ontslagdatum niet meer was uitbetaald. De directeur vorderde dat de vennootschap werd veroordeeld tot doorbetaling van zijn vergoeding, wettelijke verhogingen en rente, en dat hij weer werd toegelaten tot zijn werkzaamheden. De vennootschap vorderde op haar beurt dat de directeur wachtwoorden en toegangscodes zou afgeven en informatie zou verstrekken aan de accountant voor het opstellen van de jaarrekening 2018.
De mondelinge behandeling vond plaats op 26 juli 2019, waarna het Gerecht op 30 juli 2019 uitspraak deed. Het Gerecht oordeelde dat er geen arbeidsovereenkomst bestond tussen de directeur en de vennootschap, maar dat er wel sprake was van een overeenkomst van opdracht. Het Gerecht oordeelde dat de vennootschap schadeplichtig was geworden door de onterecht gegeven opzegging en dat de directeur recht had op doorbetaling van zijn vergoeding tot 1 september 2019, met wettelijke rente. In reconventie werd de directeur veroordeeld om de toegangscodes van de OVH-account te verschaffen en om te verschijnen bij de accountant voor het bespreken van de jaarstukken 2018. De proceskosten werden in conventie voor rekening van de vennootschap gesteld, terwijl in reconventie partijen de kosten voor eigen rekening moesten nemen.