In deze zaak, die voor het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten is behandeld, heeft eiser, wonende in de Verenigde Staten, een kort geding aangespannen tegen zijn verzekeraar, gevestigd in Trinidad. Eiser heeft sinds 2010 een verzekering afgesloten voor zijn appartement op Sint Maarten. Na de verwoestende orkaan Irma op 6 september 2017, die aanzienlijke schade aan het appartement heeft veroorzaakt, heeft de verzekeraar erkend dat er een schadevergoeding van US$ 210.005 verschuldigd is. Echter, ondanks herhaalde verzoeken, heeft de verzekeraar deze uitkering niet gedaan.
Eiser verzoekt het gerecht om de verzekeraar te veroordelen tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met wettelijke rente en bijkomende kosten. De verzekeraar heeft als verweer aangevoerd dat de uitbetaling afhankelijk is van het voldoen aan vier voorwaarden, waaronder het overleggen van een overlijdensakte van de vader van eiser, die in 2008 is overleden. De verzekeraar stelt dat er onzekerheid bestaat over de rechten van eiser op basis van de nalatenschap van zijn vader, aangezien eiser twee zussen heeft die mogelijk ook recht hebben op een deel van de uitkering.
Het gerecht heeft overwogen dat de voorwaarden die de verzekeraar stelt niet geldig zijn, omdat de verzekeringsovereenkomst tussen eiser en de verzekeraar staat en er geen erfrechtelijke kwestie aan de orde is. Eiser is de verzekeringnemer en heeft recht op de uitkering, ongeacht de registratie van het appartementsrecht op naam van zijn overleden vader. Het gerecht heeft geoordeeld dat de verzekeraar onterecht de uitbetaling heeft tegengehouden en heeft de vordering van eiser toegewezen, inclusief de buitengerechtelijke kosten en proceskosten. De verzekeraar is veroordeeld tot betaling van het verschuldigde bedrag, vermeerderd met rente en kosten.