Uitspraak
1.Het procesverloop
- verzoekschrift met producties, ontvangen op 14 augustus 2018,
- conclusie van antwoord met productie,
- conclusie van repliek,
- conclusie van dupliek.
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze civiele procedure heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 2 april 2019 uitspraak gedaan in een zaak tussen eiseres, vertegenwoordigd door mr. H.S. Kockx, en gedaagde, vertegenwoordigd door mr. C.F. Klooster. Eiseres vorderde een betaling van Euro 7.346,35, vermeerderd met wettelijke rente en $500 aan buitengerechtelijke incassokosten, en veroordeling van gedaagde in de proceskosten. Gedaagde verzocht het gerecht om eiseres niet-ontvankelijk te verklaren in haar vorderingen of deze af te wijzen, met veroordeling van eiseres in de proceskosten.
De zaak heeft een voorgeschiedenis waarin eerdere vorderingen van eiseres zijn afgewezen, maar later door het Gemeenschappelijk Hof van Justitie zijn toegewezen. Eiseres stelde dat gedaagde misbruik van procesrecht heeft gemaakt door cassatie in te stellen tegen de Hofbeschikking, en eiste vergoeding van de reële kosten van rechtsbijstand. Gedaagde betwistte deze claim en verwees naar de maatstaf voor misbruik van procesrecht zoals geformuleerd in eerdere jurisprudentie.
Het Gerecht oordeelde dat eiseres niet aan de maatstaf voor misbruik van procesrecht voldeed, aangezien er juridische gronden waren voor het cassatieberoep. Het Gerecht wees de vorderingen van eiseres af en veroordeelde haar in de proceskosten, begroot op NAf. 2.000,00 aan salaris voor de gemachtigde, met wettelijke rente indien de kosten niet binnen 14 dagen worden betaald. De proceskostenveroordeling werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.