Uitspraak
1.Aanduiding bestreden beschikking
2.Het verloop van de procedure
3.Feiten
4.Het geschil
De beoordeling
De beslissing
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft eiseres op 4 augustus 2017 een verzoek ingediend op basis van artikel 3 van de Landsverordening openbaarheid van bestuur (Lob) bij de Minister van Toerisme, Economische Zaken, Verkeer en Telecommunicatie van Sint Maarten. Dit verzoek betrof de verstrekking van informatie over de opleidingen en werkervaring van twee ambtenaren. De minister heeft op 26 maart 2019 een beschikking gegeven, maar eiseres vond de verstrekte informatie onvoldoende onderbouwd met diploma's en andere bewijsstukken. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, dat op 1 april 2020 door het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten is behandeld.
Tijdens de procedure heeft het Gerecht vastgesteld dat de eerste drie vragen van eiseres in het Lob-verzoek niet als zodanig konden worden gekwalificeerd, en deze zijn dan ook niet meer in de procedure betrokken. Het Gerecht heeft de relevante uitspraak van 11 februari 2019 in aanmerking genomen, waarin werd geoordeeld dat de minister niet verplicht is om persoonlijke gegevens, zoals diploma's, integraal te verstrekken. Het Gerecht heeft geoordeeld dat de minister voldoende invulling heeft gegeven aan de belangenafweging tussen eiseres en de betrokken werknemers. De minister heeft aangegeven niet over de onderliggende documenten te beschikken, wat het Gerecht niet onaannemelijk achtte.
Uiteindelijk heeft het Gerecht het beroep van eiseres ongegrond verklaard, waarbij het de beschikking van de minister in stand heeft gelaten. De uitspraak is gedaan door rechter J.M. Ghrib en is openbaar uitgesproken op 1 april 2020. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open binnen zes weken na de kennisgeving.