Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.de naamloze vennootschap [A] N.V.,
1.Het procesverloop
- het verzoekschrift met producties, op 8 mei 2020 ontvangen,
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met producties,
- conclusie van repliek in conventie tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie met producties,
- conclusie van dupliek in conventie tevens houdende conclusie van repliek in reconventie,
- conclusie van dupliek in reconventie.
2.De feiten
of the Sint Maarten Civil Code.”
going through the Casino, I am not comfortable with this arrangement for several reasons:
3.Het geschil in conventie en in reconventie
4.De beoordeling
“material breach”. Uit artikel VII volgt verder dat de partij die beëindiging van de overeenkomst wenst dit moet motiveren:
“… setting forth the details of such alleged breach…”. Daarna heeft de andere partij 30 dagen de tijd om de tekortkoming te repareren en als hij dat niet doet dan is de overeenkomst rechtsgeldig opgezegd. Duidelijk is dat uit de brief van 31 januari 2020 geen inhoudelijke redenen volgen die aan de beëindiging van de overeenkomst ten grondslag worden gelegd.
material breachin acht heeft genomen en de overeenkomst, en evenmin de wettelijke regeling overigens, voorziet in de mogelijkheid van beëindiging van de overeenkomst wegens een dringende reden. In de tweede plaats omdat [A] de aantijgingen van de VVE gedetailleerd en inhoudelijk, voorzien van documenten, betwist en de VVE bij dupliek niet dan wel onvoldoende op deze inhoudelijke betwistingen is ingegaan. Met [A] is het Gerecht van oordeel dat niet kan worden uitgesloten dat de “echte” reden voor opzegging de e-mail van [B] van 24 januari 2020 is, waarin hij ingaat op het risico van witwassen als de werknemers van de VVE worden uitbetaald door een aan de VVE gelieerd casino. Een en ander brengt het Gerecht tot het oordeel dat de VVE niet heeft voldaan aan haar stelplicht en komen deze verwijten in feitelijke zin niet vast te staan.
“Metering/Utilities Maint.”Aldus moet dit bedrag als onverschuldigd door de VVE betaald door [A] worden terugbetaald. Bij repliek voert de VVE nog aan dat mevrouw [B] kennelijk werd ingezet door [A] voor de meer dan 27 appartementen die het echtpaar beheerde voor andere appartementseigenaren.