ECLI:NL:OGEAM:2021:94

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
28 september 2021
Publicatiedatum
7 oktober 2021
Zaaknummer
SXM202000825
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van verzekeringstussenpersoon na schade door orkaan Irma

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 28 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Sint Maarten Laboratory Services N.V. en Hencor Management B.V. Eiseres, Sint Maarten Laboratory Services N.V., is een medisch laboratorium dat schade heeft geleden door orkaan Irma op 6 september 2017. De schadeverzekering was ondergebracht bij The New India Assurance Co. Ltd., waarbij Hencor Management B.V. als verzekeringstussenpersoon fungeerde. Eiseres heeft een schadevergoeding van NAf. 221.507,00 gevorderd van gedaagde, omdat zij haar zorgplicht als tussenpersoon zou hebben geschonden. Het Gerecht heeft vastgesteld dat gedaagde eiseres op 24 februari 2016 heeft gewaarschuwd voor onderverzekering, maar dat eiseres hierop niet heeft gereageerd. Het Gerecht oordeelde dat gedaagde niet aansprakelijk is voor de schade die voortvloeit uit de onderverzekering, omdat eiseres niet adequaat heeft gereageerd op de waarschuwing van gedaagde. De vorderingen van eiseres zijn afgewezen en zij is veroordeeld in de proceskosten van gedaagde.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202000825
Vonnis d.d. 28 september 2021
inzake
de naamloze vennootschap
SINT MAARTEN LABORATORY SERVICES N.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
eiseres,
gemachtigde: mr. R.W. WOUTERS, mr. J. VLASBLOM,
tegen
de besloten vennootschap
HENCOR MANAGEMENT B.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
gedaagde,
gemachtigde: mr. R.F. GIBSON jr.,

1.Het procesverloop

1.1.
Het Gerecht heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
verzoekschrift met producties, ontvangen op 4 september 2020,
conclusie van antwoord met producties,
conclusie van repliek met producties,
conclusie van dupliek.
1.2.
Vonnis is nader bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Eiseres exploiteert een medisch laboratorium. Gedaagde is de verzekeringstussenpersoon van eiseres. De schadeverzekering van eiseres (brand- en orkaanschade) is ondergebracht bij The New India Assurance Co. Ltd. (hierna: de verzekeraar) sinds (in elk geval) 2011. Als adres van de verzekerde staat op de opeenvolgende polissen vermeld:
“Hamster Dr. 1, Sint Maarten”. Vanaf (in elk geval) 2012 is gedaagde de tussenpersoon.
2.2.
Op 6 september 2017 heeft orkaan Irma grote schade toegebracht aan de infrastructuur op Sint Maarten en aan de inventaris van eiseres. De verzekeraar heeft aan eiseres NAf. 290.122,00 uitgekeerd. Door de expert is de totale schade vastgesteld op NAf. 511.629,00. Uit het rapport van de expert volgt dat deze schade is ontstaan op zowel het hoofdkantoor aan de Hamster Driver als in twee filialen in andere wijken op Sint Maarten. Deze filialen worden niet genoemd op de polis.
2.3.
De polis die gold op 6 september 2017 is afgegeven op 2 juni 2017 en geldt voor de periode 1 juli 2017 tot 1 juli 2018. De verzekerde som bedraagt NAf. 2.054.600,00 en de verzekering ziet op “
Fire extended with flood”.
“Description of Risk: On our own goods & merchandise, on furniture, fixtures, fittings & electrical fittings.”Het premiebedrag is NAf. 17.474,60 per jaar. Wegens onderverzekering heeft de verzekeraar NAf. 180.415,00 niet uitbetaald. Gedaagde was niet betrokken bij de schadeafhandeling; dat heeft eiseres rechtstreeks met de verzekeraar en de expert afgewikkeld.
2.4.
Artikel 3.1. van de
“Extended perils”-voorwaarden luidt als volgt:
“Notwithstanding anything to the contrary contained in this policy, it is hereby understood and agreed that all claims caused by any perils covered under this storm and earthquake extension shall be subject to an excess (deductible) of 2% of the sum insured subject to a minimum of Nafls. 1000/- per claim. This excess will be applicable in addition to any other excess or deductible that may be applicable as per the conditions of the policy or of any of the clauses attached or endorsed thereto. Provided however, that where a location wise sum has been expressly mentioned on the policy, the “sum insured” for the purpose of this clause shall mean the gross sum insured relative to the location affected and not the total sum insured, insured under this policy.”Op grond van deze bepaling is op de schadeuitkering aan eiseres door de verzekeraar NAf. 41.092,00 in mindering gebracht. Wegens onderverzekering heeft de verzekeraar NAf. 180.415,00 niet uitbetaald.
2.5.
Bij brief van 4 september 2020 heeft eiseres gedaagde aansprakelijk gesteld voor een totaal bedrag van NAf. 221.507,00 omdat gedaagde haar plichten als verzekeringstussenpersoon (met name haar
“duty of care”) jegens haar heeft geschonden. Gedaagde heeft deze aansprakelijkheid niet geaccepteerd.
2.6.
In de periode voorafgaand aan 6 september 2017 is sprake van de volgende schriftelijke contacten tussen eiseres en gedaagde:
- mailwisseling uit februari 2016 om met elkaar af te spreken. In de e-mail van 24 februari 2016 van gedaagde staat, naar aanleiding van een bespreking tussen partijen, onder andere het volgende:
“As we would like to remind you of our conversation, in where we informed you that only the Inventory & Stock at the Cay hill location [1] is insured at the moment. Please let us know what the Sum Insured are of the other locations, so we can include these in your current policy.”
- e-mail van 13 juli 2017 van gedaagde aan eiseres:
“For enhancing our business relationship that will be beneficial to both our companies, I would like to make an appointment to meet with you at your earliest convenience. This will enable us to get more acquainted with you and your business and its needs, which will help us to provide your company with more better service.”

3.Het geschil

3.1.
Eiseres vordert dat het Gerecht, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, de volgende beslissingen neemt:
gedaagde te veroordelen om aan haar vanwege schadevergoeding te betalen NAf. 221.507,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf het intreden van het verzuim dan wel de datum dat nakoming blijvend onmogelijk is geworden,
gedaagde te veroordelen tot betaling van de buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 oktober 2020, dan wel een latere datum,
gedaagde te veroordelen in de proceskosten en de wettelijke rente daarover,
voorwaardelijk: gedaagde te veroordelen tot het afgeven van kopie van de bescheiden genoemd onder III.6 van het verzoekschrift, op straffe van een dwangsom.
3.2.
In de conclusie van repliek legt eiseres uit dat de vordering onder d. niet langer voorwaardelijk wordt ingesteld maar inmiddels onvoorwaardelijk is.
3.3.
Gedaagde concludeert dat het Gerecht eiseres in haar vorderingen niet-ontvankelijk zal verklaren, dan wel deze zal afwijzen, met veroordeling van eiseres in de proceskosten.
3.4.
Kort en zakelijk weergegeven voert eiseres de volgende argumenten aan. Gedaagde heeft eiseres niet gewezen op de
deductible clauseen geen (periodieke) controle gedaan naar het gevaar van onderverzekering. Daarmee heeft zij gehandeld in strijd met haar zorgplicht:
“Een tussenpersoon dient tegenover zijn opdrachtgever de zorg te betrachten die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend beroepsgenoot mag worden verwacht.” [2] Aldus is gedaagde toerekenbaar tekort geschoten, althans is zij aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad. Verder is zij als professioneel tussenpersoon gehouden een dossier bij te houden en behoort zij dat over te leggen zodat kan worden beoordeeld of zij heeft voldaan aan haar zorgplicht.
3.5.
Kort en zakelijk weergegeven betwist gedaagde de aansprakelijkheid en doet zij, subsidiair, een beroep op eigen schuld van eiseres. In de vergadering van 18 februari 2016 heeft gedaagde eiseres gewezen op het feit dat alleen de inventaris aan de Hamster Drive was verzekerd. Op de e-mail van 24 februari 2016 heeft eiseres nooit gereageerd. Daarna heeft zij mondeling meerdere malen eiseres geadviseerd om een taxatierapport op te stellen en aan haar toe te zenden. Nooit heeft gedaagde enige vraag van eiseres zelf gekregen over de polissen die elke jaar opnieuw aan haar werden toegezonden. Die voorwaarden zijn elk jaar hetzelfde, dus inclusief de
deductible clause. Eiseres is niet een consument maar een onderneming en heeft dus ook een eigen verantwoordelijkheid om polissen goed door te lezen.

4.De beoordeling

4.1.
Het Gerecht stelt voorop dat een verzekeringstussenpersoon behoort te handelen in het belang van zijn opdrachtgever zoals van een redelijk bekwaam en handelend assurantietussenpersoon mag worden verwacht. Daarbij wordt van hem pro-actief handelen verwacht maar tevens heeft de opdrachtgever een eigen verantwoordelijkheid om oplettend te zijn.
4.2.
Wat betreft de
deductible clauseis het Gerecht er ambtshalve mee bekend [3] dat dit een gebruikelijk beding is op Sint Maarten. Onbetwist is dat deze clausule in elk geval sinds 2011 deel uitmaakt van de polisvoorwaarden en dat eiser jaar in jaar uit deze polis met dit beding heeft geaccepteerd. Anders dan eiseres stelt is dit beding niet ergens weggestopt in de polisvoorwaarden. Het maakt gewoon deel uit van de voorwaarden waarnaar in de polis wordt verwezen. Van een ondernemer als eiseres mag worden verwacht dat zij de polis doorneemt en als zij bedingen ziet waarover zij vragen heeft kan zij terecht bij gedaagde. Dergelijke vragen zijn nooit gesteld. Het Gerecht is van oordeel dat op dit punt geen sprake is van aansprakelijkheid van gedaagde.
4.3.
Wat betreft de kwestie van de onderverzekering overweegt het Gerecht als volgt. Per e-mail van 24 februari 2016 heeft gedaagde expliciet eiseres gewaarschuwd, na daarover een gesprek met haar te hebben gevoerd, dat alleen de inventaris op de hoofdvestiging en niet die van de beide filialen is verzekerd. Een duidelijker waarschuwing dat er sprake is van onderverzekering kan het Gerecht zich niet goed voorstellen. Echter, eiseres heeft niet gereageerd op die mail en heeft evenmin de e-mail van 13 juli 2017 aangegrepen om alsnog een gesprek te voeren over haar verzekeringsdekking. Onder deze omstandigheden kan niet gezegd worden dat gedaagde aansprakelijk is wegens onderverzekering. Daarbij overweegt het Gerecht ook nog eens dat Sint Maarten regelmatig door orkanen wordt getroffen zodat verzekeringsdekking tegen de gevolgen hiervan behoort tot de normale beslissingen in de bedrijfsvoering van een onderneming.
4.4.
Zelfs al zou komen vast te staan, zoals eiseres uitvoerig betoogt, dat in de periode voor 24 februari 2016 gedaagde haar verplichtingen heeft verzaakt en zij daarvoor aansprakelijk is, dan heeft in elk geval te gelden dat de e-mail van 24 februari 2016 eraan in de weg staat dat de schade als gevolg van de onderverzekering aan gedaagde toerekenbaar is in de zin van artikel 6:98 BW. Immers, die schade zou zijn voorkomen als eiseres de waarschuwing van 24 februari 2016 niet zou hebben genegeerd. Daarmee is ook gegeven dat de vordering tot inzage in het dossier van gedaagde kan worden afgewezen; de informatie die daaruit komt kan immers de waarschuwing van 24 februari 2016 niet ontkrachten.
4.5.
Dit betekent dat de vorderingen worden afgewezen.
4.6.
Als in het ongelijk gestelde partij wordt eiseres in de proceskosten veroordeeld.

5.De beslissing

Het Gerecht:
wijst de vorderingen af,
veroordeelt eiseres in de proceskosten van gedaagde, aan de zijde van gedaagde begroot op nihil aan verschotten en op NAf. 4.000,00 aan salaris gemachtigde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter, en op 28 september 2021 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Het pand aan de Hamster Drive
2.HR 10 januari 2003, NJ 2003,375
3.Door de vele verzekeringszaken die na Orkaan Irma zijn behandeld door dit Gerecht.