Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.[verhuurder],
1.Het verdere procesverloop
2.De verdere beoordeling
5th day late fee’ heeft oplopen, dus 12 x USD 25,00 = USD 300,00 (en niet USD 400,00 zoals verhuurster berekent).
5th day late fee’ + de ‘
daily late fee’van USD 15,00 per dag over maximaal 26 dagen is gerekend, dus na het verloop van de maand – van 30 of 31 dagen - is de boete niet verder opgelopen (met andere woorden, er lopen niet meerdere boetes voor verschillende maanden naast elkaar). Vanuit dat oogpunt heeft deze wijze van afboeken door verhuurster juist voordelig voor huurder uitgewerkt. Overigens heeft huurder nagelaten om zelf, met bijvoorbeeld eigen rekensommen, concreet te maken hoe de boeteberekening door verhuurster onjuist zou zijn, terwijl hij in staat is om die zelf op te stellen; hij weet immers hoe de door hemzelf overeengekomen boeteclausule werkt en hij weet zelf wanneer hij de huurbetalingen heeft verricht. Uit het overzicht van randnummer 2 van het verzoekschrift volgt dat huurder, als hij februari en maart heeft betaald (kennelijk niet tijdig, nu huurder de ‘
5th day late fee’ over die maanden niet heeft betwist), in ieder geval vanaf april te laat heeft betaald – in augustus bestond daar immers nog steeds een volledige achterstand op. Het Gerecht ziet daarin aanleiding om de boeterente te berekenen vanaf april tot en met augustus. Huurder heeft weliswaar bij cheque van 12 en 25 augustus betalingen verricht, maar daarmee was de huur niet volledig voldaan aangezien er nog altijd sprake is van een achterstand. Dat komt erop neer dat in april 25 dagen x USD 15,00 aan boete is ontstaan, en vervolgens in mei 26 + juni 25 + juli 26 + augustus 26 dagen x USD 15,00 boete.
5th day late fee’over 2019 en 2020 bedraagt USD 300,00 (zie hiervoor onder 2.7). De ‘
daily late fee’ over 2019 bedraagt USD 1.335,00, zoals volgt uit de tabel van verhuurster. De ‘
daily late fee’over 2020 komt neer op USD 1.920,00. Het totale boetebedrag dat huurder is verschuldigd op grond van de overeenkomst is dan USD 3.555,00.
the house was in perfect condition. Cleaned and checked just a few hours before Mr. Briston(sic)
arrived”.
Costs agreed during walk through”. Deze opsomming ziet onder meer op schoonmaakkosten, verf en de vervanging van onder meer lichten en kussens. Een volgende opsomming bevat “
Questionable” posten en een derde opsomming bevat “
Unneccetable” [4] posten. Bij antwoordconclusie na het tussenvonnis heeft huurder (pas) geschreven in te stemmen met de vergoeding van een aantal posten, en dat hij een totaalbedrag aan schade erkent van EUR 289,09 + USD 656,32. Deze bedragen zullen dan ook worden toegewezen.
repairs shutter” ziet het Gerecht in de stukken van verhuurster geen onderbouwing. Huurder leidt af dat deze zien op de vervanging van de motor voor een “
rolling system”, waarvoor de huurder niet verantwoordelijk is. Nu voor het Gerecht niet duidelijk is waar deze kosten op zien, worden deze afgewezen.
devis”) overgelegd voor – naar het Gerecht begrijpt – vervanging van de keuken of elementen daarvan, en een tweede offerte voor – naar het Gerecht begrijpt - het transport van de keuken, met een totaal van EUR 2.396,87. Verhuurster stelt dat de keuken ernstige (water)schade heeft als gevolg van een lekkage onder de wasbak. Volgens huurder is de schade veroorzaakt door een kapotte pijpleiding van GEBE en heeft hij dit telefonisch aan verhuurster gemeld, die daarop geen actie heeft ondernomen. Verhuurster betwist dat huurder haar hierover heeft geïnformeerd; volgens haar is deze schade pas duidelijk geworden tijdens de inspectie op 31 augustus 2020. Huurder heeft in reactie daarop niet aangetoond dat hij haar inderdaad heeft gebeld, met bijvoorbeeld een uitdraai van zijn uitgaande oproepen. Uit het dossier blijkt dat partijen veelal schriftelijk correspondeerden via Whatsapp; het ligt dan voor de hand dat ten minste een enkel bericht of foto over deze lekkageschade zou zijn gestuurd – ook als verhuurster telefonisch zou hebben gezegd dat die schade niet zou worden hersteld. Het Gerecht acht de verklaring dat hij de lekkage heeft gemeld dan ook niet geloofwaardig. Dat leidt ertoe dat hij is gehouden de daardoor ontstane schade te vergoeden (vgl. artikel 7:222 BW). Uit de foto’s blijkt dat met name de onderkant van het keukenblok en het deel rond de wasbak is vermolmd. Verhuurster heeft toegelicht dat het niet mogelijk was om alleen de beschadigde onderdelen te vervangen, zodat een geheel nieuwe unit moest worden besteld. De offerte is niet voorzien van een vertaling, zodat het voor het Gerecht niet goed inzichtelijk is waar die nu precies op ziet. Huurder stelt nog dat er geen betaalbewijzen zijn overgelegd. Omdat het evenwel duidelijk is dat er aanzienlijke waterschade is opgetreden die noopt tot herstel, ziet het Gerecht aanleiding om de helft van het gevorderde bedrag, inclusief de transportkosten, toe te kennen: EUR 1.198,44.
USD 199,92. Deze komen voor vergoeding in aanmerking, met uitzondering van een aantal producten die geen rechtstreeks verband lijken te houden met de schade aan de woning, namelijk de “
rat trap” en de “
toy dog ragbone”. Na aftrek hiervan resteert USD 186,47. Huurder heeft van de ACE-facturen reeds USD 109,32 erkend, zodat in aanvulling daarop nog USD 77,15 wordt toegewezen.
mattress covers” te vergoeden; dat bedrag zal dan ook worden toegewezen. [6]
septic” is niet toegelicht. Nu niet duidelijk is waar deze kosten op zien, worden deze afgewezen.
materials”. De eerste factuur is kennelijk voor vier stuks “
galette mona”, waarvan het Gerecht niet begrijpt wat dat zou moeten zijn. De tweede factuur ziet op twee wc-brillen. Nu er één foto is van een ontbrekende wc-bril en de vervanging daarvan reeds is toegewezen (zie onder 2.13.5), wordt deze factuur buiten beschouwing gelaten.
USD 2.104,86.