ECLI:NL:OGEAM:2022:35

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
16 maart 2022
Publicatiedatum
13 mei 2022
Zaaknummer
SXM202200021
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens dringende reden door onacceptabel gedrag van de werknemer

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 16 maart 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen de naamloze vennootschap N.V. Gemeenschappelijk Electriciteitsbedrijf Bovenwindse Eilanden (hierna: de werkgeefster) en een werknemer. De werkgeefster verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met de werknemer op grond van een dringende reden, na een reeks incidenten van ongepast gedrag door de werknemer. De werknemer was sinds 1 december 2019 in dienst en had zijn salaris en functie als 'Mechanic B'.

De werkgeefster had de werknemer op 13 oktober 2021 een schriftelijke waarschuwing gegeven wegens onbeleefd gedrag en insubordinatie. Dit gedrag omvatte het negeren van instructies van leidinggevenden, ongepast gedrag op de werkvloer en het veroorzaken van onrust. Op 20 oktober 2021 werd de werknemer geschorst met behoud van loon, en op 26 oktober 2021 volgde een ontslag op staande voet. De werkgeefster stelde dat de werknemer de schorsing negeerde en zich ongepast gedroeg, wat leidde tot een onveilige werkomgeving.

De werknemer verzocht het Gerecht om de werkgeefster niet ontvankelijk te verklaren en, in het geval van ontbinding, een redelijke vergoeding toe te kennen. Het Gerecht oordeelde dat de werkgeefster terecht een voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst verzocht, gezien het gedrag van de werknemer en de eerdere waarschuwingen. Het Gerecht concludeerde dat het vertrouwen tussen partijen was beschaamd en dat de voorwaardelijke ontbinding op grond van een gewichtige reden werd toegewezen. De kosten van de procedure werden voor eigen rekening van de partijen bepaald.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202200021
Beschikking d.d. 16 maart 2022
inzake
de naamloze vennootschap N.V. GEMEENSCHAPPELIJK ELECTRICITEITSBEDRIJF BOVENWINDSE EILANDEN,gevestigd in Sint Maarten,
verzoekster,
hierna: de werkgeefster,
gemachtigde: mr. F. KUTLUER,
tegen
[de werknemer],wonende in Sint Maarten,
verweerder,
hierna: de werknemer,
gemachtigde: mr. R.E. DUNCAN,

1.1. Het procesverloop

1.1.
Het Gerecht heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
verzoekschrift met producties, ontvangen op 12 januari 2022,
extra producties van de werkgeefster,
verweerschrift met productie van de werknemer,
pleitnota namens de werkgeefster.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 23 februari 2022 in aanwezigheid van partijen en gemachtigden. De griffier heeft aantekening gehouden van wat er is gezegd.
1.3.
De uitspraak is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Met ingang van 1 december 2019 is de werknemer (geboren op …… 1988) voor bepaalde tijd in loondienst van de werkgeefster getreden. Met ingang van 1 juni 2021 is hij voor onbepaalde tijd in dienst. Zijn salaris bedraagt NAf. 3.729,63 bruto per maand en hij werkt als “Mechanic B”.
2.2.
De werkgeefster exploiteert de enige energiecentrale op Sint Maarten.
2.3.
Op 13 oktober 2021 ontvangt de werknemer een schriftelijke waarschuwing wegens meerdere, vanaf 13 september 2021 in chronologische volgorde weergegeven, incidenten die neerkomen op onbeleefd gedrag jegens superieuren en de afdeling personeelszaken. De klachten gaan specifiek over: het gooien van de salarisstrook op tafel met de woorden
“is a piece of garbage”, het aanspreken van collega’s over het te lage salaris op ongepaste wijze, het negeren van een direct leidinggevende terwijl deze aan de werknemer een aanwijzing gaf over het werk dat moest worden uitgevoerd, het niet tijdig op het werk verschijnen en telefonisch onbereikbaar zijn terwijl hij beschikte over een diensttelefoon, het meerdere malen een sigaret roken op plekken binnen de energiecentrale waar dat expliciet verboden is en het ondermijnen van zijn directe leidinggevende. Die zou er de schuld van hebben dat de werknemer blijft steken op een te laag salaris. De brief eindigt als volgt:
“Be advised that Management, under no circumstances, will tolerate nor accept insubordinate and disrespectful behavior, much less if this unacceptable behavior is systematically carried out, that it becomes harassment on the work-floor, and much less directed towards your superior, whom is responsible for carrying out company given instructions, while maintaining a keen eye on all safety issues and overall well-being of those reporting to him.
Should you now want to retract from your expressed and documented agreement [1] , be informed that you are always free to choose to do so and consequently part ways with the company. No one, including you, is coerced to work for N.V. G.E.B.E. Based on the above, Management hereby issues you aWritten Warningand strongly advises you to refrain from continuing to conduct yourself as described in this warning, since this will constitute ground for immediate dismissal.”
2.4.
Bij brief van 20 oktober 2021, met als onderwerp:
“Notification letter”schrijft de werkgeefster aan de werknemer dat hij is geschorst met behoud van loon. De redenen daarvoor zijn de volgende:
“On Tuesday October 19, 2021, at approximately 16:00 hours, [naam 1], Power Plant Manager called the Assistant HR Manager, [naam 2] and informed him that on that day, a fire broke out at the fuel oil piping trench, between building #3 and #4. While efforts were being made by the crew, including yourself, to suppress the fire, you, without any provocation, started to behave very erratically, throwing tantrums and using profanities for no apparent reason. Upon being addressed by [naam 1], on this unacceptable conduct, you allegedly decided to escalate your disrespectful tantrums, now directed to [naam 1] to the point that it, allegedly could have escalated into a physical aggravation/confrontation. In order to deescalate the situation and to avoid an aggravation of the situation, you were told to leave the premises. On the same day, during the afternoon hours, a footage was dispersed to the public in which you were seen and heard. In this footage you were indeed heard using profanities for no apparent reason whatsoever.”
2.5.
Nadat de werknemer bij brief van 22 oktober 2021 is opgeroepen voor een gesprek om zijn versie van de gebeurtenissen te geven, wordt hij bij brief van 26 oktober 2021 op staande voet ontslagen. De dringende reden wordt als volgt weergegeven:
“The following day, on October 20, 2021, when the plant security told you that you were not allowed to sign-in and enter the plant, you ignored the prohibition given to you, took your car and drove into the plant, completely disregarding the plant security officer.
When you were told by [naam 3], Inspector EHS & Security, that you should leave, you defy him by saying that you did not receive a letter and stayed on the premises. You then decided to start filming your superiors and start bellowing that you were standing on public property, which was not the case.
You caused a disturbance at the plant, by screaming, using profanities and being disrespectful towards your superiors. You went over to the other employees and contractors that were working, asking questions and greeting them. All this while filming the disturbance that was being caused by you.
When [naam 4], department head maintenance appeared, you continued filming saying “This is the one. It started all because of [naam 4]. It started all because of him. He couldn’t look up for my back for me being a hard worker in here.” Clearly referring to the fact that again your salary was not increased when you became a permanent employee. We refer to the warning you received on October 13, 2021 (…), regarding your attitude in that regard.
(…)
GEBE cannot continue employing an employee that exhibits insubordinate, disrespectful behavior and is prone to (rage) outbursts. This creates an unsafe environment for other employees of GEBE.
(…).”
2.6.
Door de werknemer is nog geen procedure strekkende tot nietigverklaring van het ontslag op staande voet aanhangig gemaakt.

3.Het geschil

3.1.
De werkgeefster verzoekt het Gerecht:
“om bij beschikking de arbeidsovereenkomst tussen Gebe en [de werknemer] op de meest korte termijn te ontbinden, zonder toekenning van een vergoeding aan [de werknemer] en met veroordeling van [de werknemer] in de kosten van de procedure.”Uit de aanhef van het verzoekschrift:
“(voorwaardelijk) verzoek tot ontbinding”begrijpt het Gerecht dat wordt bedoeld een voorwaardelijke ontbinding van de arbeidsovereenkomst voor het geval het ontslag op staande voet geen stand houdt. Ter zitting is duidelijk geworden dat de werknemer dit ook als zodanig heeft begrepen.
3.2.
De werknemer verzoekt het Gerecht om de volgende beslissingen te nemen:
“Verweerder gratis admissie te verlenen;
Primair:
Verzoekster niet ontvankelijk te verklaren, althans haar vordering af te wijzen. Kosten rechtens.
Subsidiair:
Verzoekster te bevelen – bij eventuele ontbinding van de arbeidsovereenkomst – een op basis van redelijkheid en billijkheid vast te stellen vergoeding aan verweerder te betalen. Kosten rechtens.”
3.3.
Op de argumenten van partijen wordt hierna, voor zover voor de beoordeling van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Primair verzoekt de werkgeefster ontbinding op grond van gewichtige reden, bestaande uit een dringende reden, zoals die blijken uit haar brieven aan de werknemer. Subsidiair wordt ontbinding verzocht op grond van een gewichtige reden bestaande uit gewijzigde omstandigheden op grond van dezelfde argumenten.
4.2.
Door de werknemer wordt aangevoerd dat de werkgeefster hem ten onrechte niet heeft beoordeeld en dat hij hierdoor niet de volgens de cao aan hem toekomende beloning heeft ontvangen. De werkgeefster betwist dit. Zij zegt onder andere dat een dergelijke beoordeling volgens de cao pas aan het einde van het kalenderjaar 2022 zal plaatsvinden en dat de werknemer nu correct wordt verloond. Het Gerecht stelt vast dat de werkgeefster dit standpunt categorisch aan de werknemer heeft medegedeeld. De werknemer bleek het daarmee totaal niet eens en heeft vervolgens zijn mening daarover luidkeels aan zijn collega’s en superieuren kenbaar gemaakt, zoals blijkt uit de hiervoor aangehaalde brieven en de video-opnames. Het Gerecht heeft deze video-opnames bekeken en gezien dat de werknemer met zijn telefoontje deze opnames zelf heeft gemaakt. Daarbij klampte hij collega’s en andere aanwezige personen aan om zijn verhaal te vertellen, maar ook om te vragen of zij al dan niet bij de werkgeefster in dienst waren. De aangesproken personen, die in hun werkzaamheden werden gestoord, zijn duidelijk verlegen met de situatie en weten niet goed wat te zeggen of hoe te reageren. Anders dan de werknemer aanvoert heeft dit niets te maken met de grondwettelijke vrijheid van meningsuiting. Dit heeft alles te maken met gewoon fatsoen en beleefdheid die een werknemer betaamt. Als een werknemer denkt dat hij recht heeft op een hoger salaris, en geen gehoor krijgt bij de werkgeefster, moet hij daarover vooral een e-mail sturen of een advocaat inschakelen. Andere werknemers daarover lastigvallen en instructies negeren om de werkplek vanwege de eerder ingegane schorsing te verlaten vormen inderdaad een dringende reden.
4.3.
Bovendien heeft verder te gelden dat de werknemer, gelet op de eerdere schriftelijke berichten van de werkgeefster, een gewaarschuwd mens was. Door desondanks deze acties te ondernemen kan van de werkgeefster niet verlangd worden de arbeidsovereenkomst voort te zetten. Het vertrouwen dat de werkgeefster in de werknemer moet kunnen stellen is beschaamd. Zoals de werkgeefster op 13 oktober 2021 terecht schrijft kan de werknemer ergens anders gaan werken als hij vindt dat hij te weinig verdient.
4.4.
De werknemer stelt verder nog dat hij met zijn acties de giftige werksfeer bij de werkgeefster aan de orde heeft willen stellen. Als hij dat al zou hebben beoogd geldt eens te meer de vraag waarom hij die giftige werksfeer niet eerst door middel van een brief, via de vakbond of een advocaat ter kennis heeft gebracht van de werkgeefster.
4.5.
Conclusie is dat de voorwaardelijke ontbinding wordt toegewezen op grond van een gewichtige reden, bestaande uit een dringende reden, per heden.
4.6.
Het Gerecht ziet geen reden om de werknemer in de kosten te veroordelen. Deze voorwaardelijke ontbindingsprocedure wordt immers in het uitsluitende belang van de werkgeefster gevoerd nu zij is gericht op het verkrijgen van een plafond aan de maximale loonaanspraken van de werknemer na een eventueel nietig geoordeeld ontslag op staande voet.
4.7.
Aldus luidt de uitspraak als volgt.

5.De beslissing

Het Gerecht:
verleent aan de werknemer gratis admissie,
ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen, voor het geval het ontslag op staande voet door de rechter nietig mocht worden geoordeeld, wegens een gewichtige reden bestaande uit een dringende reden, per heden,
bepaalt dat partijen de proceskosten voor eigen rekening moeten houden,
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter, en op 16 maart 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Bedoeld wordt de arbeidsovereenkomst, zo begrijpt het Gerecht.