ECLI:NL:OGEAM:2022:4

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
12 januari 2022
Publicatiedatum
31 januari 2022
Zaaknummer
SXM202101239 / SXM202101240 / SXM202101241
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de wijziging van ziektekostenverzekering door de werkgever en de gevolgen voor de werknemers

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 12 januari 2022 uitspraak gedaan in drie gelijktijdige procedures, waarbij werknemers van de rechtspersoon SOL Antilles and Guianas Limited, vertegenwoordigd door hun gemachtigde E.I. Maduro, vorderingen hebben ingesteld tegen hun werkgever. De werknemers, die al geruime tijd in dienst zijn van de werkgeefster, hebben bezwaar gemaakt tegen de wijziging van hun ziektekostenverzekering. De werkgeefster had de bestaande verzekering bij Pan American Life Insurance Group beëindigd en een nieuwe verzekering afgesloten bij Colonial Medical Insurance Company. De werknemers stelden dat deze wijziging een achteruitgang van hun arbeidsvoorwaarden betekende, omdat zij nu zelf ziektekosten moesten voorschieten en er geen fysieke aanwezigheid van de verzekeraar op Sint Maarten was.

Tijdens de mondelinge behandeling op 24 november 2021 is het procesverloop besproken, waarbij de werkgeefster heeft bevestigd dat de cao ook van toepassing is op de ziektekostenverzekering. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de dekking bij Colonial ten minste gelijkwaardig is aan die bij Alico, en dat er geen sprake is van een achteruitgang van arbeidsvoorwaarden. Wel zijn er praktische bezwaren van de werknemers, zoals het voorschieten van kosten en het waarborgen van medische privacy. Het Gerecht heeft de werkgeefster opgedragen om een protocol op te stellen om deze bezwaren aan te pakken. De mondelinge behandeling wordt heropend op 23 februari 2022, waarbij het Gerecht zal beoordelen of partijen tot een akkoord kunnen komen.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummers: SXM202101239 / SXM202101240 / SXM202101241
Beschikkingen d.d. 12 januari 2022
inzake
[werknemer A],verzoeker inzake: SXM202101239,
[werknemer B],
verzoeker inzake: SXM202101240,
[werknemer C],
verzoeker inzake: SXM202101241,
allen wonende op Sint Maarten,
hierna: de werknemers,
gemachtigde: dhr. E.I. MADURO,
tegen
de rechtspersoon naar buitenlands recht
SOL ANTILLES AND GUIANAS LIMITED,(mede) kantoorhoudende in Sint Maarten,
verweerster,
hierna: de werkgeefster,
gemachtigde: mr. C.M.P. VAN HEES.

1.1. Het procesverloop

1.1.
Het Gerecht heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
de verzoekschriften met producties, ontvangen op 5 oktober 2021,
het verweerschrift met producties voor alle drie de procedures,
de pleitnota van de werknemers voor alle drie de procedures,
e pleitnota van de werkgeefster voor alle drie de procedures.
1.2.
De gezamenlijke mondelinge behandeling in deze zaken heeft plaatsgevonden op 24 november 2021 in aanwezigheid van partijen en gemachtigden. De griffier heeft aantekening gehouden van wat er is gezegd.
1.2.
De uitspraken zijn bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
De werknemers zijn al zeer geruime tijd in loondienst van de werkgeefster werkzaam. De werkgeefster is actief in de petrochemie.
2.2.
Artikel 14 lid 1 (voorheen artikel 12) van de geldende cao luidt als volgt:
“The Company will provide at its own expense, insurance coverage for its employees. Although the Company pays the premiums, all claims and other correspondence will be strictly between the employees and the insurance Company or its representatives.”
2.3.
Onderaan lid 2 van dit artikel staat:
“Note: All payments will be in accordance to the conditions stipulated in the relevant insurance policies.”
2.4.
Op 31 maart 2021 eindigde de door de werkgeefster afgesloten ziektekostenpolis die bij Pan American Life Insurance Group (hierna: Alico) was ondergebracht. De werkgeefster heeft voor de werknemers een nieuw verzekeringsarrangement afgesloten bij Colonial Medical Insurance Company (hierna: Colonial). Daarmee waren de werknemers het echter niet eens. Na enige discussie met de vakbond is besproken dat de werknemers het oordeel van de rechter hierover inwinnen.
2.5.
Op 15 april 2021 hebben de werknemers daartoe een verklaring, getiteld:
“temporarily agreeing and accepting the medical insurance coverage”, ondertekend met de volgende inhoud:
“(…) do hereby declare, under reservation of all our rights to pursue legally a decision on their claims to a full and unconditional sickness, medical and hospitalization insurance coverage, to temporarily agree and accept the medical insurance coverage of Colonial Medical Insurance Company Ltd. (…) and as such will resume the normal continuance of our duties and furthermore will accept the decision or the verdict to be pronounced by the Court(s) of Justice, which can no longer be appealed as binding upon parties, such also in accordance with understanding reached on Friday 9th April, 2021 between our legal representatives, Mr. Lloyd E.C. Beaton, President of United Federation of the Windward Antilles (U.F.A.) and Mr. Edwin I. Maduro, Attorney & legal consultant with Mr. Robert-Jan James, SOL’s Managing Director.”

3.Het geschil

3.1.
De werknemers stellen ieder voor zich de volgende identieke vorderingen in:
“Gedaagde te bevelen om verzoeker en zijn gezinsleden bij een hier te lande gevestigde en kantooorhoudende verzekeringsmaatschappij, in American Life Insurance Group (ALICO)), te verzekeren voor medische- en ziektekosten verzekeringsdekking, waarbij op vertoon van een garantiekaart gelijm als de SZV-Seuguro Card in hun medische- en ziektekosten zal worden voorzien, in het bijzonder bij Pan American Life Insurance Group (ALICO) of bij een ander hier te lande gevestigde verzekeringsmaatschappij die zoals hiervoren beschreven eiser en zijn gezinsleden kan voorzien van soortgelijke diensten,
Verweerder te veroordelen in de kosten van dit geding met verklaring van de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.”
3.2.
De werkgeefster verzoekt het Gerecht om de vorderingen van de werknemers af te wijzen, dan wel hen daarin niet-ontvankelijk te verklaren, met veroordeling van de werknemers in de proceskosten.
3.3.
Op de argumenten van partijen wordt hierna, voor zover van belang voor de beoordeling, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het Gerecht stelt voorop dat op de zitting door de werkgeefster is bevestigd dat artikel 14 van de cao ook geldt voor de ziektekostenverzekering, alhoewel die geen deel uitmaakt van de verzekeringsdekking als vermeld in lid 2 van dit artikel. Verder is duidelijk geworden dat het geschil is veroorzaakt omdat de onderneming van de werkgeefster zodanig is ingekrompen dat zij niet meer in aanmerking komt voor de groepspolis bij Alico. Dat leidde ertoe dat de werkgeefster werd geconfronteerd met een verhoging van de premielast met NAf. 6.525,54 per half jaar voor de onderhavige drie overgebleven werknemers. Daarom is de werkgeefster op zoek gegaan naar een andere verzekeraar, te weten Colonial. De werknemers hebben de volgende bezwaren tegen de dekking die Colonial biedt:
er is geen sprake meer van een SZV-Seguro Card, op vertoon waarvan zij gebruik kunnen maken van medische voorzieningen; in plaats daarvan moeten zij de daarmee gemoeide kosten voorschieten, declareren en vervolgens op vergoeding daarvan wachten,
Colonial is niet op Sint Maarten gevestigd zodat zij niet kunnen aankloppen bij een fysiek loket,
hun medische privacy is niet langer gewaarborgd; alle contacten verlopen via de werkgever.
4.2.
Voorop wordt gesteld dat de dekking bij Colonial ten minste hetzelfde is als bij Alico. In die zin is er dus geen sprake van dat de werknemers er qua arbeidsvoorwaarden op achteruitgaan. Evenmin is het zo dat de werkgeefster handelt in strijd met de arbeidsovereenkomst of de cao. In de cao is immers bepaald dat de werkgeefster moet zorgen voor een kosteloze verzekering tegen alle ziektekosten en dat blijft de werkgeefster doen. Financieel gezien gaan de werknemers er dus niet op achteruit. De werkgeefster ondervindt wél een relatief aanzienlijk financieel nadeel als niet overgestapt kan worden naar Colonial. Van de werknemers mag, op grond van de beginselen van goed werknemerschap, worden verwacht dat zij meewerken aan een redelijke oplossing om dit nadeel zoveel mogelijk te beperken.
4.3.
Veeleer hebben de werknemers bezwaren van een andere, meer praktische, aard. Het Gerecht is het eens met de werknemers dat het niet goed werkbaar is dat zij alle ziektekosten vooruit moeten financieren in afwachting van uitbetaling, na declaratie, door de verzekeraar. Het kan gaan om grote bedragen. Zeker als sprake is van medische uitzendingen naar het buitenland; daarmee zijn zeer aanzienlijke bedragen gemoeid. Goed voorstelbaar is dat de werknemers die kosten niet kunnen voorschieten omdat zij daarvoor onvoldoende financiële middelen hebben. Dit is op de zitting besproken en door de werkgeefster is de bereidheid uitgesproken dat zij deze voorfinanciering [1] op zich neemt. Dat moet echter door de werkgeefster goed worden uitgewerkt in een protocol, aan te leveren door de werkgeefster zodat het op een nieuw te plannen zitting kan worden doorgesproken. De beginselen van goed werkgeverschap brengen dit met zich mee.
4.4.
Het bezwaar van de medische privacy is ook invoelbaar. Er is geen goede reden aanwijsbaar, want zelfs strijdig met het recht op privacy en het medisch beroepsgeheim, waarom de werkgeefster medische informatie van haar werknemers zou moeten ontvangen. Ook op dit punt echter was de werkgeefster bereid om tot een oplossing te komen. Het Gerecht overweegt dat in voormeld op te stellen protocol het proces moet worden beschreven waarin de arbo-arts, of een andere arts, kennis neemt van deze informatie en vervolgens bindend aan de werkgeefster adviseert dat de werknemer een niet nader te duiden medische behandeling moet ondergaan. Als daarvoor door de werkgeefster kosten moeten worden voorgeschoten, dan moet de werkgeefster dat doen. De kosten van de arbo-arts komen voor rekening van de werkgeefster omdat zij op grond van de cao de medische kosten van de werknemer moet vergoeden. Deze arts moet overigens op Sint Maarten praktiseren omdat de werknemers desgewenst bij hem of haar op consult moeten kunnen gaan. Ook dit volgt uit de beginselen van goed werkgeverschap.
4.5.
Tot slot het punt van het fysieke loket. Dat is met de voormelde aanpak deels opgelost omdat de werknemers immers bij de arts terecht kunnen. De werknemers voerden nog aan dat zij het liefst handgeschreven formulieren inleveren bij een fysiek loket en dat zij niet van plan zijn te gaan e-mailen met de verzekeraar. Het Gerecht oordeelt hierover dat van de werknemers mag worden verwacht dat zij formulieren digitaal invullen en verzenden. Als zij dat zelf niet kunnen, dan kunnen zij daar hulp bij vragen. Tot slot geldt dat er geen wettelijke verplichting bestaat dat een verzekeraar op Sint Maarten fysiek kantoor moet houden.
4.6.
Door de werkgeefster moet een protocol worden opgesteld als bedoeld onder 4.3. en 4.4. Dit moet 14 dagen voorafgaande aan de hierna te noemen zitting worden voorgelegd aan de werknemers en het Gerecht. Op de zitting zal het Gerecht dan bezien of partijen tot een akkoord kunnen komen. Zo niet, dan zal het Gerecht daarna een eindbeslissing geven.
4.7.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

5.De beslissing

Het Gerecht:
heropent de mondelinge behandeling op
woensdag 23 februari 2022 om 9:15 uur,
bepaalt dat 14 dagen voor de mondelinge behandeling de werkgeefster aan het Gerecht en aan de werknemers een concept-protocol als bedoeld in 4.3. en 4.4. toezendt,
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beschikking is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter, en op 12 januari 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.In afwachting van de uitbetaling door de verzekeraar.