ECLI:NL:OGEAM:2022:40

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
22 maart 2022
Publicatiedatum
13 juni 2022
Zaaknummer
SXM202100599
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige beëindiging van het Savings Plan door werkgever zonder toestemming vakbond

In deze zaak heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten geoordeeld over een geschil tussen de Sint Maarten Communication Union (S.M.C.U.) en de Sint Maarten Telecommunication Operating Company N.V. (SMTOC) betreffende de beëindiging van een Savings Plan. De vakbond, vertegenwoordigd door mr. M.M. Hofman-Ruigrok, vorderde dat het Gerecht zou verklaren dat de eenzijdige beslissing van SMTOC om het Savings Plan te beëindigen onrechtmatig was. SMTOC, vertegenwoordigd door mr. C.R. Rutte en mr. K. de L'Isle, voerde aan dat de beëindiging noodzakelijk was vanwege financiële druk en bezuinigingsmaatregelen opgelegd door de overheid.

De vakbond stelde dat de beëindiging van het Savings Plan in strijd was met de afspraken die in eerdere overeenkomsten waren vastgelegd, waarin stond dat het plan niet eenzijdig kon worden beëindigd zonder overleg. Het Gerecht oordeelde dat SMTOC niet gerechtigd was om het Savings Plan zonder toestemming van de vakbond stop te zetten. Het Gerecht benadrukte dat de afspraken over het Savings Plan niet alleen een verplichting voor SMTOC inhielden, maar ook een bescherming voor de werknemers die getroffen werden door de wijziging van hun pensioenregeling.

Het Gerecht heeft SMTOC veroordeeld om het Savings Plan met terugwerkende kracht te herstellen en een dwangsom van USD 500,00 per dag op te leggen voor elke dag dat SMTOC in gebreke blijft. Daarnaast werd SMTOC veroordeeld in de proceskosten van de vakbond. Dit vonnis benadrukt het belang van collectieve arbeidsovereenkomsten en de noodzaak voor werkgevers om zich aan gemaakte afspraken te houden, vooral in tijden van financiële druk.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202100599
Vonnis d.d. 22 maart 2022
inzake
de vereniging met volledige rechtspersoonlijkheid SINT MAARTEN COMMUNICATION UNION (S.M.C.U.),
wonende in Sint Maarten,
eiseres,
hierna: de vakbond,
gemachtigde: mr. M.M. HOFMAN-RUIGROK,
tegen
de naamloze vennootschap SINT MAARTEN TELECOMMUNICATION OPERATING COMPANY N.V,
gevestigd in Sint Maarten,
gedaagde,
hierna: SMTOC,
gemachtigde: mr. C.R. RUTTE en mr. K. DE L’ISLE.

1.Het procesverloop

1.1.
Het Gerecht heeft kennisgenomen van de volgende processtukken:
  • het verzoekschrift met producties, ontvangen op 7 mei 2021,
  • de conclusie van antwoord met producties,
  • de conclusie van repliek,
  • de conclusie van dupliek.
1.2.
Vonnis is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
De vakbond behartigt de belangen van haar leden die in loondienst voor SMTOC werken. SMTOC is een telefoon- en internet provider op Sint Maarten (handelsnaam: Telem). De laatst geldende cao uit 2021, die al geruime tijd is verlopen, is tussen de vakbond en SMTOC gesloten. Onderhandelingen over een nieuwe cao hebben nog niet tot resultaat geleid. Uit notulen uit 2019 van een bespreking tussen partijen, in aanwezigheid van de Landsbemiddelaar, blijkt:
“The union stated that the CLA has expired, but is still valid. Mangement has abided to the content of the CLA.”
2.2.
Op 17 februari 2016 is tussen de vakbond en SMTOC een overeenkomst tot stand gekomen, genaamd:
“Savings Plan Conditions.”De considerans luidt als volgt:
“Parties agree that employees who were employed before May 2010 are applicable and until they reach pensionable age. Every five years parties will revisit the savings plan to discuss the percentage to maintain or change based on the financial situation of the Company. Six months prior to the 5 year mark, parties will have to sit to discuss the Savings plan. Employee will be given the opportunity every 5 years to adjust their contributions in writing.”Het Savings Plan houdt op hoofdlijnen in dat het vrijwillig is en uitsluitend voor werknemers die in dienst waren voordat de
“Average Pay protocol” [1] was ondertekend. Voor deze werknemers betaalt SMTOC een bijdrage; zij moeten tot de pensioenleeftijd blijven deelnemen aan het Savings Plan. Als de werknemer bijvoorbeeld 1% van het salaris wil sparen om de overgang van eindloonpensioen naar middelloon op te vangen dan verdubbelt SMTOC dat tot een maximum van 3%. Andere werknemers kunnen wel aansluiten maar krijgen dan niet deze werkgeversbijdrage. In het Savings Plan staat onder andere:
“Every five years parties will revisit the savings plan to discuss the percentage to maintain or change based on the financial situation of the Company.”Tussen PSB Bank en SMTOC is een overeenkomst tot stand gekomen om het Savings Plan uit te voeren.
2.3.
Door het Land Nederland zijn aan het Land Sint Maarten bezuinigingsmaatregelen opgelegd om in aanmerking te komen voor liquiditeitssteun om de economische gevolgen van de Covid-19 pandemie op te vangen. De regering van Sint Maarten heeft daarmee bij brief van 20 mei 2020 aan de Staatssecretaris van Koninkrijksrelaties ingestemd. In dat kader heeft SMTOC op 1 juni 2020 per brief aan de vakbond (Onderwerp:
“cost cutting measures”) het volgende bericht:
“As you are aware, the Government of Sint Maarten, as (ultimate) shareholder of [SMTOC], has instructed the Company to adjust the labor conditions of our employees resulting in a decrease of 12,5%. This had to be implemented ultimately 1 July 2020 and has to remain in effect until further notice. In addition, no indexation is permitted effective the same date and also until further notice. (…)
Consequently, for the employees we propose the following measures representing a reduction of their labor conditions:
-
COLA [2] and salary increased will no longer be applied;
  • The group savings plan will terminate effective January 2021 and will not be renewed;
  • Salaries will be decreased 12,5% across the board (…).
In the event you want to propose alternatives for the proposed reductions of the labor conditions as well as other ways that in your opinion the Company can cut costs, we invite you to inform us thereof no later than3 June 2020, so that we can take that into consideration. We can also have a meetingtomorrow at 2:00 pmto discuss this proposal and any alternatives you may have. Otherwise, in the event you agree with our proposal outlines herein, please confirm this to us by first mentioned date. (…).
Finally, in the event we cannot work together on this and achieve a result that works for all stakeholders, the Company will have to proceed with a reorganization with collective layoffs as a result. That is something we are still trying to avoid, as we are still doing our best to keep our employees employed.”
2.4.
Bij brief van 2 juni 2020 reageert de vakbond hierop met de inleidende mededeling de brief van 1 juni 2020
“very disrespectful and threatening toward the employees”te vinden. Het is een
“indecent proposal”. De vakbond vraagt aan SMTOC allerhande bedrijfsgegevens en zal, na kennisneming daarvan, op de voorstellen terugkomen. Bij brief van 3 juni 2020 reageert de SMTOC erop met onder andere de mededeling dat aan bezuinigingen op loonvoorwaarden niet te ontkomen is omdat dit nu eenmaal van bovenaf is opgelegd. Bij brief van 3 juni 2020 laat de vakbond weten vast te houden aan haar standpunt als vermeld in haar brief van 2 juni 2020. Na een schriftelijke reactie op 4 juni 2020 van SMTOC slagen partijen erin op 4 juni 2020 schriftelijke overeenstemming te bereiken over 10,93% bezuiniging op de personeelslasten. In het rijtje arbeidsvoorwaarden die worden gekort of worden uitgesteld komt het Savings Plan niet voor.
2.5.
Bij brief van 5 juni 2020 brengt SMTOC aan de Minister van Algemene Zaken van Sint Maarten verslag uit over de bezuinigingen op de loonvoorwaarden. In die brief komt onder andere voor:
“The group savings plan will expire January 2021 and will not be renewed.”Zij stelt in die brief dat de korting op de arbeidsvoorwaarden is uitonderhandeld met de vakbond. Bij brief van 17 juni 2020 van SMTOC aan de Bank deelt zij mede dat het Savings Plan na 24 januari 2021 niet zal worden voortgezet.
2.6.
Bij brief van 25 augustus 2020 bericht de vakbond aan SMTOC van de Bank te hebben vernomen dat zij
“…received a letter from Telem management in June 2020 informing him that the savings contribution from Telem will be discontinued as of Februari 2021.”De vakbond schrijft verder:
“Telem’s Management cannot terminate the Savings Plan, because the two signed agreements between SMCU and Telem’s Management of May 25, 2010 and February 16, 2016 clearly state that you are not permitted to do so. Telem is bound to the Savings Plan until all the participants that were employed prior to May 25, 2010 are no longer employed at Telem.
Point 3 of the Savings Plan agreement of February 16, 2016 does not allow for the Savings Plan agreement to terminate, but states that parties will meet 6 months prior to the 5 year mark to decide the way forward with the Savings Plan.”SMTOC wordt door de vakbond gevraagd het Savings Plan voort te zetten. Daaraan heeft SMTOC geen gehoor gegeven, zo blijkt uit haar brief van 10 september 2020. Op 14 januari 2021 bericht SMTOC aan de deelnemers aan het Savings Plan dat dit eindigt en dat de opgebouwde tegoeden ter beschikking van hen zullen worden gesteld.

3.Het geschil

3.1.
De vakbond vordert dat het Gerecht, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, de volgende beslissingen neemt:
te verklaren voor recht dat de eenzijdige beslissing zijdens SMTOC, inhoudende dat de Agreement van 17 februari 2016 terzake het Savings Plan wordt beëindigd, althans dat het Savings Plan bij PSB feitelijk wordt stopgezet, onrechtmatig is, althans in strijd is met de agreement van 17 februari 2016,
SMTOC te gebieden om binnen 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis de eenzijdige beslissing, inhoudende dat de agreement van 17 februari 2016 terzake het Savings Plan wordt beëindigd, althans dat het Savings Plan bij PSB feitelijk wordt stopgezet, terug te draaien en te herstellen, alsmede om het Savings Plan bij de PSB Sint Maarten te herstellen en te activeren, op straffe van een dwangsom van USD 500,00 per dag voor elke dag of gedeelte van een dag dat SMTOC in gebreke blijft te voldoen aan het in deze te wijzen vonnis,
kosten rechtens.
3.2.
SMTOC verzoekt het Gerecht om de vorderingen van de vakbond af te wijzen en haar, bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis, in de proceskosten te veroordelen.
3.3.
Kort en zakelijk weergegeven voert de vakbond aan dat SMTOC het Savings Plan eenzijdig heeft opgezegd, zonder overleg met haar. Overeengekomen is immers dat partijen zes maanden vóór het einde van de afgesproken termijn van 5 jaar overleg moesten voeren hoe en onder welke voorwaarden het Savings Plan zal worden gecontinueerd. Beëindiging c.q. opzegging wordt in het Savings Plan dus niet genoemd. Het Savings Plan maakt geen deel uit van de overeenstemming van 4 juni 2020. Beëindiging daarvan heeft negatieve consequenties voor de werknemers. Niet moet worden vergeten dat het Savings Plan een compensatie vormt voor werknemers die werden geconfronteerd met voor hen nadelige gevolgen van de omvorming van het pensioen van eindloon naar middelloon. Er is geen beëindigingsmogelijkheid; alleen moet elke 5 jaar worden bekeken of het rentepercentage moet worden aangepast. Het aanpassen van het Savings Plan past niet in de criteria van de Mammoet/Stoof-jurisprudentie: het is een ontoelaatbare eenzijdige aanpassing van arbeidsvoorwaarden door SMTOC.
3.4.
Door SMTOC wordt inhoudelijk verweer gevoerd. Verder verzet zij zich tegen de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad van een toewijzend vonnis en stelt zij dat dwangsommen niet kunnen worden toegewezen.

4.De beoordeling

4.1.
Anders dan door SMTOC gesteld kent het Savings Plan niet een beëindigings- of een opzeggingsmogelijkheid. Wel moet elke 5 jaar worden bezien hoe (niet: of) SMTOC wil doorgaan met het Savings Plan, maar dat moet wel in overleg met de vakbond gebeuren. Uit de overeenstemming van 4 juni 2020 blijkt geenszins dat partijen hebben afgesproken dat ook het Savings Plan sneuvelt als gevolg van de 12.5% maatregel die is opgelegd door Nederland aan Sint Maarten. Het Gerecht overweegt verder dat een tussentijdse beëindiging(smogelijkheid) zich ook niet goed zou verhouden met het doel van partijen bij het Savings Plan, te weten het verzachten van de overgang van eindloon naar middelloon. Uit de aard van de zaak eindigt een dergelijke tegemoetkoming van de werkgever immers alleen als de betrokken werknemer geen pensioen meer opbouwt. Als dat gebeurt (met pensioen of eerder uit dienst gaan) ondervindt de werknemer namelijk geen schade meer door de wijziging van de pensioenen. De enige vorm van
“escape”die partijen zijn overeengekomen is de
“Company’s financial situation”wat begrijpelijk is omdat eindloonregelingen een stuk duurder waren dan middelloonregelingen en ook dit Savings Plan als financieel vangnet betaalbaar moet blijven voor SMTOC. Kortom: op basis van de contractuele afspraken is beëindiging niet mogelijk, enkel aanpassing van de bijdrage van de SMTOC aan het Savings Plan is een optie. Nergens blijkt overigens uit dat een van partijen de ander heeft uitgenodigd om te praten over een dergelijke aanpassing, zodat ervan uit moet worden gegaan dat SMTOC nog altijd verplicht is het Savings Plan ongewijzigd na te komen.
4.2.
SMTOC voert nog aan dat de overeenstemming op 4 juni 2020 inderdaad niet met zoveel woorden zag op het Savings Plan maar dat die overeenstemming niet leidde tot de vereiste 12,5% bezuinigingen op het totale salarispakket. Daarom heeft zij het Savings Plan opgezegd
“en zij meende dat de Vakbond dat ook snapte en accepteerde”(alinea 12 conclusie van antwoord) op 4 juni 2020. Het Gerecht overweegt dat niet duidelijk is wanneer de vakbond daarmee zou hebben ingestemd omdat de brief van 4 juni 2020 juist ingaat op de overeenstemming die op die dag is bereikt. Verder geldt dat van mening zijn dat de vakbond het snapte en accepteerde niet hetzelfde is als dat er overeenstemming over is bereikt. Aldus blijkt uit de eigen stellingen van SMTOC dat er geen sprake is van overeenstemming over het schrappen van het Savings Plan.
4.3.
Evenmin kan het stoppen van het Savings Plan worden gezien als een toegestane wijziging van de arbeidsvoorwaarden in de zin van het Mammoet/Stoof-arrest [3] . Deze uitspraak houdt immers in dat de werknemer een redelijk voorstel van de werkgever op grond van de maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet mag weigeren. Uit wat hiervoor is overwogen volgt echter dat door SMTOC geen voorstel is gedaan; zij heeft eenzijdig besloten te stoppen met het Savings Plan terwijl dat contractueel niet mogelijk is. Daarbij overweegt het Gerecht ook nog dat hierdoor niet alle werknemers gelijkelijk worden getroffen, maar alleen de groep werknemers die schade heeft ondervonden van de overgang van middelloon naar eindloon zodat het Gerecht daaruit afleidt dat die groep dus meer betaalt om tot de 12,5% te geraken dan de werknemers waarvoor die overgang niet geldt. Alleen de werknemers die langer in dienst zijn (en waarschijnlijk ouder) worden hier door getroffen. Dat is een reden temeer voor SMTOC om hierover een gedegen overleg en een redelijk voorstel te doen in de zin van het Mammoet/Stoof-arrest.
4.4.
Voor zover door SMTOC wordt aangevoerd dat de Tijdelijke Landsverordening normering topinkomens en aanpassingen arbeidsvoorwaarden bij (semi) publieke sector entiteiten [4] het afschaffen van het Savings Plan mogelijk maakt gaat dit niet op. Deze Landsverordening immers laat het aan de werkgever over om te bepalen hoe de 12,5% wordt ingevuld. En dat betekent dus dat SMTOC, op grond van de beginselen van goed werkgeverschap en als cao-partij die te goeder trouw moet handelen, gehouden is de overeenstemming over het Savings Plan na te leven, althans een redelijk voorstel te doen in het kader van de Mammoet/Stoof jurisprudentie als zij deze arbeidsvoorwaarde aangepast wil zien.
4.5.
Het Gerecht concludeert dat de inhoudelijke verweren van SMTOC geen doel treffen. De verklaring voor recht die door de vakbond wordt gevorderd kan daarom worden gegeven, zij het in aangepaste vorm zoals in de beslissing is vermeld. Het gevorderde gebod wordt in de vorm van een aangepaste veroordeling toegewezen. Anders dan SMTOC meent staat artikel 611a lid 1 Rv er niet aan in de weg dat dwangsommen worden opgelegd. Het betreft immers een vordering tot nakoming op het niveau van cao-partijen ten behoeve van derden, te weten de bij de vakbond aangesloten werknemers van SMTOC. Dat kwalificeert niet als betaling van een geldsom in de zin van dit wetsartikel. Omdat SMTOC afhankelijk is van een bank om het Savings Plan te reactiveren, en dat kan enige tijd in beslag nemen, wordt bepaald dat de dwangsomveroordeling pas ingaat nadat drie maanden zijn verstreken.
4.6.
Wat betreft het verweer tegen de uitvoerbaarverklaring bij voorraad van het vonnis wordt het volgende overwogen. Door SMTOC wordt aangevoerd dat het nog lastiger zou worden om de 12,5% te halen en zouden andere arbeidsvoorwaarden moeten worden gekort. Dit verweer stuit af op het gegeven dat door het opzeggen van het Savings Plan alleen een specifieke groep werknemers wordt getroffen. Zij ondervinden nog meer schade nu het Savings Plan was bedoeld om hun pensioenachteruitgang deels te compenseren. Het onthouden van uitvoerbaarheid bij voorraad betekent dat deze schade alleen maar toeneemt zodat de belangenafweging op dit punt uitvalt in het voordeel van de vakbond. Dat geldt ook voor het argument dat een Savings Plan, mocht dit vonnis worden vernietigd, niet gemakkelijk weer ongedaan gemaakt zou kunnen worden. Duidelijk is immers dat het geld gereserveerd staat en er dus geen restitutierisico is. Daarom wordt het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
4.7.
Als overwegend in het ongelijk gestelde partij wordt SMTOC in de proceskosten veroordeeld.

5.De beslissing

Het Gerecht:
verklaart voor recht dat SMTOC het Savings Plan niet zonder toestemming van de vakbond mocht stopzetten en dat zij hierdoor onrechtmatig jegens de vakbond heeft gehandeld,
veroordeelt SMTOC het Savings Plan met terugwerkende kracht vanaf februari 2021 te herstellen, zulks op verbeurte van een dwangsom van USD 500,00 per dag, of gedeelte van een dag, dat zij hiermee in gebreke blijft met een maximum van USD 100.000,00, ingaande 23 juni 2022,
veroordeelt SMTOC in de proceskosten, aan de zijde van de vakbond begroot op NAf. 240,50 aan oproepingskosten, NAf. 450,00 aan griffierecht en op NAf. 2.500,00 aan salaris gemachtigde,
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J.J. van Rijen, rechter, en op 22 maart 2022 uitgesproken ter openbare terechtzitting in aanwezigheid van de griffier.

Voetnoten

1.Kort gezegd: pensioentoezegging werd gewijzigd van eindloon naar middelloon.
2.Costs of Living Conditions Adjustment.
3.HR 11 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1847
4.AB 2021, no. 8