ECLI:NL:OGEAM:2024:100
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
- Kort geding
- Th.G. Lautenbach
- J.F.M. Becker
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid eiseres in kort geding tegen het Land Sint Maarten betreffende ontslag als waarnemend hoofd van de Landsrecherche
In deze zaak heeft eiseres, werkzaam als waarnemend hoofd van de Landsrecherche te Sint Maarten, op 16 augustus 2024 een verzoekschrift ingediend tegen het Land Sint Maarten, vertegenwoordigd door de Minister van Justitie. Eiseres vordert in kort geding dat het Land wordt opgedragen de wervingsprocedure voor de functie van hoofd van de Landsrecherche te staken, na haar ontslag door de Minister op 14 mei 2024. Eiseres stelt dat haar ontslag onterecht is en in strijd met de beginselen van behoorlijk bestuur. De Minister heeft haar ontslag gemotiveerd met verwijzingen naar niet beëdigde agenten onder haar leiding, maar eiseres betwist de rechtmatigheid van deze beslissing en stelt dat zij recht heeft op benoeming in de functie van hoofd van de Landsrecherche op basis van de geldende regelgeving.
De procedure heeft plaatsgevonden op 13 september 2024, waarbij beide partijen en hun gemachtigden zijn verschenen. Het Gerecht heeft geoordeeld dat eiseres niet-ontvankelijk is in haar vorderingen, omdat zij eerst de administratieve rechtsgang had moeten volgen, zoals voorgeschreven in de Regeling Ambtenarenrechtspraak. Het Gerecht heeft vastgesteld dat de ambtenarenrechter bevoegd is om te oordelen over geschillen die voortvloeien uit het ambtenarenrecht, en dat de burgerlijke rechter als restrechter alleen aanvullende rechtsbescherming biedt wanneer de bestuursrechtelijke rechtsgang tekortschiet. Aangezien eiseres een bezwaarschrift had ingediend, was de kort geding procedure niet de juiste route. Eiseres is veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 1.000,00.