Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
1.Verloop van de procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
NAf 3.000,00 +
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
In deze zaak heeft eiseres, wonende in Sint Maarten, een kort geding aangespannen tegen de Sint Maarten Housing Development Foundation (Housing Development) met betrekking tot een vordering tot restitutie van een deposito van US$ 60.000,00. Eiseres stelt dat zij een unit heeft gekocht in het [naam] Estates project, maar dat zij van de koop heeft afgezien vanwege belangenverstrengeling, aangezien haar moeder directeur is van Housing Development. Eiseres heeft een aanbetaling gedaan van US$ 193.316,38, maar stelt dat Housing Development akkoord ging met de teruggave van deze aanbetaling. Housing Development betwist echter dat er een koopovereenkomst is gesloten en stelt dat de aanbetaling niet door eiseres is gedaan, maar door haar moeder. De mondelinge behandeling vond plaats op 6 september 2024, waarna het vonnis op 20 september 2024 is uitgesproken.
Het Gerecht heeft geoordeeld dat er sprake was van een mondelinge overeenkomst en dat de aanbetaling terugbetaald dient te worden. Het Gerecht heeft vastgesteld dat Housing Development de verbintenis tot terugbetaling van het deposito heeft, ondanks het verweer dat de Finance Foundation verantwoordelijk zou zijn voor de terugbetaling. Het Gerecht heeft ook geoordeeld dat het spoedeisend belang van eiseres zwaarder weegt dan het belang van Housing Development, en heeft de vordering tot betaling van US$ 60.000,00 toegewezen, met een termijn van een week voor betaling. Daarnaast is Housing Development veroordeeld in de proceskosten van eiseres.