ECLI:NL:OGEAM:2024:110

Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten

Datum uitspraak
6 december 2024
Publicatiedatum
17 maart 2025
Zaaknummer
SXM202400074
Instantie
Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstelvonnis inzake herfinanciering schuldenlast en vordering tot nakoming

In de zaak met zaaknummer SXM202400074 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 6 december 2024 een herstelvonnis gewezen. Dit herstelvonnis volgt op een eerder vonnis van 26 november 2024, waarin een onjuistheid in het salaris van de gemachtigde werd vastgesteld. De gemachtigde van de gedaagde, A.Q.G. Gasstation N.V., verzocht om herstel van het vonnis, omdat het salaris van de gemachtigde ten onrechte was vastgesteld op NAf 16.000. De gemachtigde stelde dat het salaris op basis van de ingediende stukken, waaronder een verzoekschrift en een conclusie van repliek, in totaal NAf 10.000 zou moeten zijn. Het Gerecht heeft dit verzoek ingewilligd en erkend dat er sprake was van een kennelijke misslag.

In het herstelvonnis is bepaald dat de kosten, zoals vermeld in het eerdere vonnis, moeten worden aangepast. De explootkosten en griffierechten blijven gelijk, maar het salaris van de gemachtigde is verlaagd naar NAf 10.000, wat leidt tot een totaalbedrag van NAf 17.740,50. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op NAf 17.740,50, met bijkomende nakosten en wettelijke rente. Dit herstelvonnis is uitgesproken in het openbaar en maakt deel uit van het eerdere vonnis van 26 november 2024.

Uitspraak

GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN

Zaaknummer: SXM202400074
Herstelvonnis d.d. 6 december 2024
inzake
de naamloze vennootschap DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP MADURO & CURIEL’S BANK N.V. H.O.D.N. WINDWARD ISLAND BANK,
gevestigd in Sint Maarten,
eiseres,
gemachtigde: mr. J. VEEN,
tegen
de naamloze vennootschap DE NAAMLOZE VENNOOTSCHAP A.Q.G. GASSTATION N.V. H.O.D.N. DELTA ROBERTOS GAS STATION,
gevestigd in Sint Maarten,
gedaagde,
gemachtigde: mr. R.J. VRIEZEN.

1.HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1.1.
Op 26 november 2024 is in de bovengemelde zaak vonnis gewezen SXM202400074.
1.2.
Gemachtigde van gedaagde heeft bij e-mailbericht van 26 november 2024 aan het Gerecht verzocht om herstel van het in deze zaak gewezen vonnis van 26 november 2024.

2.DE OVERWEGING VAN DE VERBETERING VAN HET VONNIS

2.1.
Gemachtigde heeft haar verzoek aan het Gerecht van 26 november 2024 als volgt verwoord:
‘Volgens mij bevat het salaris gemachtigde een onjuistheid c.q. een kennelijke verschrijving. Het salaris gemachtigde is vastgesteld op NAf 16.000. De wederpartij heeft echter alleen een verzoekschrift ingediend en een conclusie van repliek genomen. Het salaris gemachtigde zou mijns inziens NAf 5.000 per punt moeten bedragen, derhalve in totaal NAf 10.000. NAf 8.000 is het tarief in hoger beroep.’
2.2.
Het Gerecht is van oordeel dat het hier om een onmiskenbare misslag van het Gerecht gaat, die moet worden verbeterd. Deze kennelijke misslag zal dan ook als hierna te bepalen worden hersteld.
3.
DE BESLISSING
Het Gerecht:
3.1.
bepaalt dat waar in het vonnis van 26 november 2024 staat:
‘explootkosten NAf 240,50
griffierecht NAf 7.500,00
salaris gemachtigde
NAf 16.000,00 +
totaal: NAf 23.740,50
moet worden gelezen:
‘explootkosten NAf 240,50
griffierecht NAf 7.500,00
salaris gemachtigde
NAf 10.000,00 +
totaal: NAf 17.740,50
3.2.
bepaalt dat het dictum van het vonnis van 26 november 2024 onder r.o. 5.2. van dit dictum als volgt verbeterd moet worden gelezen:
veroordeelt AQG in de proceskosten, aan de zijde van WIB tot op heden begroot op NAF 17.740,50 alsmede in de nakosten, forfaitair begroot op een bedrag van NAf 250,00 zonder betekening en NAf 400,00 met betekening, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf vijftiende dag na datum vonnis;
3.3.
bepaalt dat dit herstelvonnis deel uitmaakt van het vonnis van 26 november 2024 en aan dit vonnis zal worden gehecht.
Dit herstelvonnis is gewezen door mr. Th.G. Lautenbach, rechter in het Gerecht in eerste aanleg te Sint Maarten, en uitgesproken in het openbaar in tegenwoordigheid van de griffier op 6 december 2024.