Uitspraak
GERECHT IN EERSTE AANLEG VAN SINT MAARTEN
;
1.De procedure tot nu toe:
- het tussenvonnis van 27 mei 2025
- het tussenvonnis van 19 augustus 2025
- een e-mail van [3 gedaagden]
- een e-mail van [eiseres 2] en [eiseres 1]
- een e-mail van [3 andere gedaagden]
- een e-mail van [2 andere gedaagden]
- een e-mail van [erfgenaam 1], mede namens [erfgenaam 2].
2.Het vervolg van de procedure
Het Gerecht had de erfgenamen nog eenmaal de gelegenheid gegeven om dit in onderling overleg te regelen.
Toedeling van het zuidelijkste en laagste deel van het perceel aan [eiseres 1] en [eiseres 2] levert geen eerlijke verdeling op; dat is het Gerecht met de overige erfgenamen eens. Zoals ter plaatse is gebleken en toegelicht door [erfgenaam 1] ter zitting en blijkend uit de geldende Hillside Policy zijn de hoger gelegen delen van het perceel aan steeds meer beperkingen onderhevig en daardoor dus minder waard.
De meest rechtvaardige verdeling is die, waarbij alle erfgenamen een even groot deel boven aan het perceel als onder aan het perceel toebedeeld krijgen.
Dat zou echter leiden tot een verdeling in verticale stroken, die feitelijk niet te verkopen zullen zijn, omdat de mogelijkheden tot exploitatie vanwege de omvang dan zullen ontbreken.
Verkoop van het gehele perceel is daarom een reële en eerlijke optie. De netto-opbrengst zal dan tussen de erfgenamen moeten worden verdeeld volgens de verdeelsleutel van het laatste tussenvonnis. In de beslissing zal het Gerecht dit verder praktisch uitwerken.
in reconventie
Het gaat hier om de uitvoering van het testament van [erflaatster], overleden in 2008. In het testament heeft [erflaatster] haar broer [broer] als executeur aangewezen en bij diens onmogelijkheid om als executeur op te treden, haar schoonzuster [eiseres 1]. Uit een notariële akte van 20 november 2023 volgt dat [eiseres 1] een schriftelijke volmacht heeft gegeven aan haar dochter [eiseres 2] om het testament van [erflaatster] in haar naam als executeur uit te voeren.
In beginsel was het [eiseres 2] dus toegestaan om perceel [5] van [erflaatster] te verkopen. Het Gerecht heeft de beslissing op de vordering aangehouden, onder meer omdat het nog een aantal vragen over de verkoop van dat perceel heeft gesteld aan [eiseres 2].
Hoe is de afwikkeling van dit perceel uit de nalatenschap van [erflaatster] precies verlopen na het vonnis van 22 juli 2022 van het Gerecht?Een soortgelijke vraag is in ieder geval bij e-mail van 6 november 2023 door [erfgenaam 1] ook aan [eiseres 2] gesteld, maar daar is toen nooit een antwoord op gekomen.
[eiseres 2] heeft in deze procedure geantwoord dat de andere erfgenamen alleen hebben aangeboden om het perceel in verschillende delen te verdelen en dan één of twee delen te willen kopen. [eiseres 2] stelt dat zij het perceel toen verkocht heeft aan kopers, die het perceel in zijn geheel wilden kopen.
[erfgenaam 1] heeft hierop als reactie gegeven dat het antwoord van [eiseres 2] niet juist is. [erfgenaam 1] heeft e-mails uit 2022 in het geding gebracht, waaruit blijkt dat haar zus [zus] en haar dochter samen met twee andere partijen klaar stonden om het perceel tegen de getaxeerde waarde te kopen. De bijbehorende kosten van onder andere de verdeling en inmeting zouden zij voor hun rekening nemen, zodat dat niet ten koste van de nalatenschap zou gaan.
Uit de inmiddels overgelegde koopakte blijkt dat [eiseres 2] het perceel aan zeven kopers heeft verkocht, die ten tijde van de verkoop van plan waren om het perceel na de koop te splitsen.
[eiseres 2] heeft niet kunnen uitleggen waarom deze kopers vóór gingen op de mogelijkheid om het perceel aan leden van de familie [familienaam] te verkopen. Het zal toch ook eerder de wens van [erflaatster] zijn geweest om de eigendom binnen de familie te houden.
[eiseres 2] heeft ook niet uitgelegd hoe zij al zo kort nadat het vonnis van juli 2022 onherroepelijk was geworden deze nieuwe kopers heeft gevonden.
Is dat perceel (openbaar) te koop aangeboden?Het antwoord van [eiseres 2] was uitsluitend dat het perceel niet via een openbare veiling is verkocht. Zij heeft hiermee geen antwoord gegeven op de vraag van het Gerecht hoe het perceel dan wel te koop is aangeboden.
Van “gewichtige redenen” kan sprake zijn wanneer de executeur ongeschikt blijkt tot het uitoefenen van haar taken of in die uitvoering tekortschiet. Dat is hier niet aan de orde. [eiseres 2] heeft de zaken aangepakt en er is niet gebleken dat de nalatenschap financieel nadeel heeft ondervonden van haar handelen.
Van “gewichtige redenen” kan ook sprake zijn, als er een diepgaand, niet aanstonds weg te nemen wantrouwen van de erfgenamen in de executeur bestaat. Dit wantrouwen dient gestoeld te zijn op concrete en objectieve feiten. [5]
3.Beslissing
vraagprijste bepalen;
verkoopprijsbinnen één week na een door de aspirant-koper uitgebracht bod, de makelaar de verkoopprijs bindend zal vaststellen;