In deze zaak heeft de eiseres, Georgiana Marine (C.I.) Limited, een kort geding aangespannen om het op 12 juni 2025 gelegde conservatoir beslag op haar schip op te heffen. Dit beslag was gelegd door de gedaagde, die werkzaamheden aan boord van het schip had verricht en zich beroept op een vordering van USD 17.680. De eiseres stelt dat het schip stil ligt in de hurricane belt en dat er een acuut belang is bij het opheffen van het beslag om de veiligheid van het schip en de bemanning te waarborgen. De eiseres heeft een aanvullende verzekering moeten afsluiten vanwege de risico's van het orkaanseizoen. De gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat het beslag moet blijven liggen totdat hij volledig is betaald. De rechter heeft geoordeeld dat de eiseres voldoende zekerheid moet stellen voor de opheffing van het beslag. De rechter heeft het beslag opgeheven onder de voorwaarde dat de gedaagde een bedrag van USD 8.881,28 in consignatie moet storten. De rechter heeft ook bepaald dat de gedaagde voor 12 juli 2025 een procedure moet aanhangig maken en dat bij het uitblijven van bewijs van deze procedure, het bedrag in de consignatiekas zal worden vrijgegeven aan de eiseres. De gedaagde is veroordeeld in de proceskosten van de eiseres.