ECLI:NL:OGHACMB:2011:BQ9010

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
1 juni 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
KG 8/2011 - HAR 36/11
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek tot spoedbehandeling van appel in kort geding

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, betreft het een afwijzing van een verzoek tot spoedbehandeling van een appel. De zaak is ontstaan na een vonnis in kort geding van het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten op 8 februari 2011. De besloten vennootschap Simpson Bay Resort Management Company B.V. (SBRMC) en de vennootschap naar vreemd recht RR Management Company Ltd (RR) zijn in hoger beroep gekomen van dit vonnis door op 25 februari 2011 een akte van appel in te dienen. Op 27 mei 2011 heeft de gemachtigde van SBRMC en RR, mede namens de vereniging Workers Institute for Organised Labour (Wifol), een verzoek tot spoedbehandeling ingediend, onder verwijzing naar artikel 235 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

De fungerend president van het Hof heeft het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat er geen grond is om het verzoek toe te wijzen. De president heeft daarbij de relevante artikelen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in overweging genomen, die bepalen dat de rechter in eerste aanleg de ingediende memories onverwijld moet betekenen en dat het dossier uiterlijk binnen twee weken aan het Hof moet worden gezonden. De president oordeelde dat het dossier tijdig bij het Hof kan zijn ingekomen om de zaak op de rol van 26 augustus 2011 te plaatsen.

De beschikking is uitgesproken op 1 juni 2011 door mr. J.P. de Haan, lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, in aanwezigheid van de griffier. De beslissing om het verzoek af te wijzen is daarmee definitief, en partijen moeten verder gaan met de reguliere procesgang.

Uitspraak

Registratienummer: KG 8/2011 - HAR 36/11
Uitspraak: 1 juni 2011
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Beschikking in de zaak van:
1. de besloten vennootschap SIMPSON BAY RESORT MANAGEMENT COMPANY B.V.,
gevestigd in Sint Maarten,
2. de vennootschap naar vreemd recht RR MANAGEMENT COMPANY LTD,
gevestigd in Belize,
oorspronkelijk gedaagden,
thans appellanten,
gemachtigde: mr. J.G. Bloem,
- tegen -
de vereniging WORKERS INSTITUTE FOR ORGANISED LABOUR,
gevestigd in Sint Maarten,
oorspronkelijk eiseres,
thans geïntimeerde,
gemachtigde: mr. M. Le Poole.
Partijen worden hierna "SBRMC", “RR” en "Wifol" genoemd.
1. Het verloop van de procedure
1.1 Op 8 februari 2011 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten tussen partijen vonnis in kort geding gewezen. Voor hetgeen in eerste aanleg is gesteld en gevorderd, de procesgang aldaar en de overwegingen en beslissingen van het GEA wordt verwezen naar dat vonnis.
1.2 SBRMC en RR zijn in hoger beroep gekomen van voormeld vonnis door op 25 februari 2011 een akte van appel in te dienen.
1.3 Op 27 mei 2011 is een e-mailbericht, met vier producties, ingekomen waarin de gemachtigde van SBRMC en RR mede namens Wifol een verzoek heeft gedaan tot spoedbehandeling van het appel ex artikel 235 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv).
1.4 Beschikking is bepaald op heden.
2. De beoordeling
2.1 Gelet op voormeld e-mailbericht, in samenhang bezien met de als productie 4 overgelegde e-mailcorrespondentie tussen de gemachtigde van SBRMC en RR en de gemachtigde van Wifol, verzoeken partijen het Hof SBRMC en RR toe te staan een memorie van antwoord in incidenteel appel in te dienen op de rol van het Hof van juni 2011 en de zaak voor pleidooi te plaatsen op de rol van augustus 2011.
2.2 Bij de beoordeling van dit verzoek wordt het volgende voorop gesteld. Op grond van de artikelen 273 en 275 Rv doet de rechter in eerste aanleg de in deze artikelen bedoelde memories onverwijld betekenen na indiening daarvan bij de griffier van het gerecht in eerste aanleg. Voorts zendt op grond van artikel 276 Rv de griffier uiterlijk binnen twee weken het dossier aan het Hof.
2.3 De fungerend president ziet geen grond om het onderhavige verzoek toe te wijzen reeds omdat met inachtneming van voormelde bepalingen het dossier ruimschoots op tijd bij het Hof kan zijn ingekomen om de zaak te plaatsen op de rol van het Hof van 26 augustus 2011.
2.4 Beslist wordt derhalve als volgt.
BESLISSING
De fungerend president:
wijst het verzoek af.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.P. de Haan, lid van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie, en in tegenwoordigheid van de griffier uitgesproken op 1 juni 2011.