ECLI:NL:OGHACMB:2017:114

Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba

Datum uitspraak
26 september 2017
Publicatiedatum
5 oktober 2017
Zaaknummer
AR 29/12 - ghis 68858 - H 156/14
Instantie
Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Civiele afrekening na strafvorderlijk ingrijpen met afwachten cassatie strafzaak

In deze zaak, die voor het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba werd behandeld, gaat het om een civiele afrekening na strafvorderlijk ingrijpen. De zaak betreft een hoger beroep van de rechtspersoon naar het recht van Colombia, Sociedad de Comercializacion Internacional Forero y Garzon Ltda, die oorspronkelijk eiser was en nu appellante is. De appellante heeft de zaak aangespannen tegen N.V. [geïntimeerde 1], gevestigd op Bonaire, die oorspronkelijk gedaagde was en nu geïntimeerde is. De gemachtigden van de partijen zijn mrs. S.C. van Lint en R.F. van den Heuvel voor de appellante, en mr. D.G. Kock voor de geïntimeerde.

De procedure is voortgekomen uit een vonnis van 10 januari 2017, waarbij het Hof de zaak naar de rol verwees voor aktewisseling. De appellante heeft een akte met een productie ingediend, waarop de geïntimeerden hebben gereageerd met een antwoordakte. De partijen hebben verzocht om een vonnis, dat nader is bepaald op de zitting.

De appellante heeft betoogd dat de strafrechtelijke veroordeling van de geïntimeerden en de verbeurdverklaring van goudstaven en banktegoeden niet in rechte vaststaan. De cassatieprocedure tegen het strafvonnis van 31 maart 2016 is nog aan de gang, en de appellante verzoekt het Hof om de uitkomst van deze procedure af te wachten voordat er verder wordt beslist in de civiele zaak. Het Hof heeft geoordeeld dat het in het belang van een goede rechtsbedeling wenselijk is om de uitkomst van de cassatieprocedure af te wachten. De zaak is verwezen naar de rol van 24 oktober 2017 voor akte aan de zijde van de appellante, waarbij verdere beslissingen zijn aangehouden.

Uitspraak

Burgerlijke zaken over 2017 Vonnis no.:
Registratienummer: AR 29/12 - ghis 68858 - H 156/14
Uitspraak: 26 september 2017
GEMEENSCHAPPELIJK HOF VAN JUSTITIE
van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en
van Bonaire, Sint Eustatius en Saba
V O N N I S
in de zaak van:
de rechtspersoon naar het recht van Colombia
SOCIEDAD DE COMERCIALIZACION INTERNACIONAL
FORERO Y GARZON LTDA,
gevestigd te Bogotá, Colombia,
oorspronkelijk eiseres,
thans appellante,
gemachtigden: mrs. S.C. van Lint en R.F. van den Heuvel,
tegen
1. de naamloze vennootschap
[GEÏNTIMEERDE 1] N.V,
gevestigd op Bonaire,
2.
[GEÏNTIMEERDE 2],
wonende op Bonaire,
oorspronkelijk gedaagden,
thans geïntimeerden,
gemachtigde: mr. D.G. Kock.
De partijen worden hierna F&G, [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] genoemd.

1.Het verdere verloop van de procedure

Bij vonnis van 10 januari 2017 (hierna: het tweede tussenvonnis) heeft het Hof de zaak naar de rol verwezen voor aktewisseling.
F&G heeft een akte met een productie ingediend.
[geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] hebben een antwoordakte ingediend.
Vonnis is gevraagd en nader bepaald op heden.

2.De verdere beoordeling

2.1
F&G hebben betoogd dat de strafrechtelijke veroordeling van [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] en de verbeurdverklaring van de goudstaven en banktegoeden niet in rechte vast zijn komen te staan, dat [geïntimeerde 2] cassatie heeft aangetekend tegen het strafvonnis van het Hof van 31 maart 2016, dat de cassatieprocedure nog loopt, en dat het strafvonnis in cassatie vernietigd zou moeten worden. Indien het Hof dat nodig acht, kan de uitkomst van de cassatieprocedure worden afgewacht, aldus F&G.
2.2
Het Hof acht het in het belang van een goede rechtsbedeling wenselijk dat de uitkomst wordt afgewacht van de cassatieprocedure in de strafzaak (of in de strafzaken, want kennelijk is zowel [geïntimeerde 1] als [geïntimeerde 2] veroordeeld en mogelijk zijn ze ook beide in cassatie gegeaan), voordat in deze civiele zaak verder wordt beslist. Het Hof zal de zaak naar de rol verwijzen om F&G in de gelegenheid te stellen de twee strafvonnissen van het Hof en (nadat die uitgesproken zijn) de twee arresten van de strafkamer van de Hoge Raad, met de conclusies van de advocaat-generaal, in het geding te brengen (ervan uitgaande dat beide verdachten in cassatie zijn gegaan), desgewenst voorzien van commentaar van F&G. [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] kunnen bij antwoordakte desgewenst ook commentaar geven op die stukken. Indien en voorzover F&G deze stukken niet in het geding wenst te brengen, kunnen [geïntimeerde 1] en [geïntimeerde 2] dat doen bij hun antwoordakte. Indien geen van beide partijen de stukken in het geding brengt, zal het Hof de beslissing nemen die hem geraden voorkomt.
B E S L I S S I N G
Het Hof:
verwijst de zaak naar de rol van 24 oktober 2017 voor akte aan de zijde van F&G;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mrs. G.C.C. Lewin, J. de Boer en F.W.J. Meijer, leden van het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao,
Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba en ter openbare terechtzitting van het Hof in Curaçao uitgesproken op 26 september 2017 in tegenwoordigheid van de griffier.