[verdachte],
geboren op [geboortedatum] [geboortejaar] in [geboorteplaats],
wonende in [woonplaats],
thans gedetineerd in het huis van bewaring in Curaçao.
Het Gerecht heeft de verdachte bij voornoemd vonnis ter zake van het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde ontslagen van alle rechtsvervolging en de terbeschikkingstelling van de verdachte gelast, met verpleging van overheidswege. Voorts heeft het Gerecht beslissingen genomen ten aanzien van vorderingen tot schadevergoeding van de benadeelde partijen.
De officier van justitie heeft hoger beroep ingesteld.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting.
Het Hof heeft kennisgenomen van de vordering van de procureur-generaal,
mr. M.L.A. Angela, en van hetgeen door de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. M.A. Becher, naar voren is gebracht. Voorts heeft het Hof kennisgenomen van hetgeen de benadeelde partijen [benadeeldepartij 1] en [benadeeldepartij 2] (ouder [minderjarige1] en [minderjarige2]) in het kader van hun vordering tot schadevergoeding naar voren hebben gebracht.
De procureur-generaal heeft gevorderd dat het Hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde bewezen zal verklaren en de verdachte daarvoor zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van vijftien jaren. Daarnaast heeft de procureur-generaal oplegging van de tbs-maatregel, met dwangverpleging, uit te voeren in Nederland, gevorderd.
Zijn vordering behelst voorts:
- de toewijzing van de (in hoger beroep beperkte) vordering van de benadeelde partij [benadeeldepartij 1] tot een bedrag van NAf 20.698,96 en de oplegging van een bij de toewijsbare vordering behorende schadevergoedingsmaatregel.
- de toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeeldepartij 2] (ouder [minderjarige1] en [minderjarige2]) tot een bedrag van NAf 22.928,72 en de oplegging van een bij de toewijsbare vordering behorende schadevergoedingsmaatregel.
Het Hof kan zich op onderdelen niet met het vonnis waarvan beroep verenigen. Om redenen van efficiëntie zal het Hof het gehele vonnis vernietigen.
Aan de verdachte is, na wijziging van de tenlastelegging ter terechtzitting, ten laste gelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 3 juni 2017 tot en met 27 juli 2017 te Curaçao, opzettelijk en - al dan niet - met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en -al dan niet- na kalm beraad en rustig overleg, op 3 juni 2017 het lichaam van die [slachtoffer] overgoten met een brandbare vloeistof en/of vervolgens die vloeistof tot ontbranding gebracht/laten komen, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] op of omstreeks 27 juli 2017 is overleden;
2.
dat hij op of omstreeks 3 juni 2017 te Curaçao aan een of meer personen, te weten [minderjarige 1] (7 jaar) en/of [minderjarige 2] (5 jaar), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten 2e graads) brandverwondingen aan het hoofd en/of het (rechter)oor en/of de hals (van [minderjarige 1]) en/of (1e/2e graads) brandverwondingen aan het (linker)been/de (linker)voet (van [minderjarige 2]), althans letsel toe heeft gebracht,
immers heeft hij opzettelijk (en met voorbedachten raad) het lichaam van [slachtoffer] overgoten met een brandbare vloeistof en/of vervolgens die vloeistof aangestoken cq. tot ontbranding gebracht/laten komen,
terwijl die [minderjarige 1] en/of [minderjarige 2] zich vlakbij [slachtoffer] bevond(en), hetgeen voor hem,
verdachte, zichtbaar/kenbaar was,
waardoor die (lichaamsdelen van die) [minderjarige 1] en/of [minderjarige 2] eveneens in brand is/zijn geraakt cq. verbrand is/zijn, waardoor zij/hij voornoemd letsel heeft/hebben bekomen;
3.
dat hij op of omstreeks 3 juni 2017 te Curaçao, opzettelijk en wederrechtelijk meerdere levensmiddelen en/of flessen en/of pakken drank (in de bijlage bij de aangifte opgesomd) en/of het plafond van [naam bedrijf], in elk geval enig(e) goed(eren) geheel of ten dele toebehorende aan [benadeeldepartij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft hij in voornoemde minimarket het lichaam van [slachtoffer] overgoten met een brandbare vloeistof en/of vervolgens die vloeistof aangestoken cq. tot ontbranding gebracht/laten komen, waardoor brand op [slachtoffer] en overige personen ontstond, waardoor voornoemde goederen door die brand zijn geraakt.
Het Hof acht - op grond van de hierna weergegeven bewijsmiddelen en de nadere bewijsoverwegingen, in onderling verband en samenhang beschouwd - wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande:
1.
dathij in
of omstreeksde periode van 3 juni 2017 tot en met 27 juli 2017 te Curaçao, opzettelijk en
- al dan niet -met voorbedachten rade [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft verdachte met dat opzet en
-al dan niet-na kalm beraad en rustig overleg, op 3 juni 2017 het lichaam van die [slachtoffer] overgoten met een brandbare vloeistof en
/ofvervolgens die vloeistof tot ontbranding gebracht
/laten komen, ten gevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] op
of omstreeks27 juli 2017 is overleden
;.
2.
dat hij op
of omstreeks3 juni 2017 te Curaçao aan
een of meer personen, te weten[minderjarige 1] (7 jaar) en
/of[minderjarige 2] (5 jaar), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten 2e graads brandverwondingen aan
het hoofd en/ofhet (rechter)oor
en/of de hals (van [minderjarige 1]
)en
/of (1e/2e graads
)brandverwondingen aan
het (linker)been/de
(linker
)voet
(van [minderjarige 2]),
althans letseltoe heeft gebracht,
immers heeft hij opzettelijk
(en met voorbedachten raad
)het lichaam van [slachtoffer] overgoten met een brandbare vloeistof en
/ofvervolgens die vloeistof aangestoken
cq.c.q.tot ontbranding gebracht
/laten komen,
terwijl die [minderjarige 1] en
/of[minderjarige 2] zich vlakbij [slachtoffer] bevond
(en
),
hetgeen voor hem,
verdachte, zichtbaar/kenbaar was,
waardoor die (lichaamsdelen van die) [minderjarige 1] en
/of[minderjarige 2] eveneens in brand
is/zijn geraakt
cq.c.q.verbrand
is/zijn, waardoor zij
/hijvoornoemd letsel
heeft/hebben bekomen
;.
3.
dat hij op
of omstreeks3 juni 2017 te Curaçao, opzettelijk en wederrechtelijk
meerderelevensmiddelen en
/offlessen en
/ofpakken drank (in de bijlage bij de aangifte opgesomd) en
/ofhet plafond van [naam bedrijf]
, in elk geval enig(e) goed(eren) geheel of ten deletoebehorende aan [benadeeldepartij 2]
, in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem verdachte,heeft vernield
en/of beschadigd
en/of onbruikbaar gemaakt, immers heeft hij in voornoemde minimarket het lichaam van [slachtoffer] overgoten met een brandbare vloeistof en
/ofvervolgens die vloeistof aangestoken
cq.c.q.tot ontbranding gebracht
/laten komen, waardoor brand op [slachtoffer] en overige personen ontstond, waardoor voornoemde goederen door die brand zijn geraakt.
Het Hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd (
cursief). De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Het Hof grondt zijn overtuiging dat de verdachte het bewezen verklaarde heeft begaan, op de feiten en omstandigheden die in de hierna volgende bewijsmiddelen zijn vervat en redengevend zijn voor de bewezenverklaring.
Daarbij wordt opgemerkt dat ieder bewijsmiddel, ook in zijn onderdelen, slechts wordt gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Voorts wordt opgemerkt dat in de bewijsmiddelen geen (expliciete) landsaanduiding is opgenomen, maar dat algemeen bekend is dat de in die bewijsmiddelen wel opgenomen plaatsen zijn gelegen in Curaçao.
1. Het proces-verbaal van aangifte, p. 18-20, opgemaakt en op 3 juni 2017 gesloten en ondertekend door [hoofdagent], hoofdagent van politie bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van
de aangeefster [benadeeldepartij 2]:
Heden 3 juni 2017 bevond ik mij samen met mijn twee zonen genaamd [minderjarige 1] en [minderjarige 2] van respectievelijk 7 en 5 jaar oud in de minimarket
(Het Hof begrijpt: [naam bedrijf]). De voor mij bekende man, bijgenaamd [slachtoffer]
(Het Hof begrijpt: [slachtoffer]), kwam een fles Night Train kopen. [slachtoffer] stond naast [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. Op dat moment zag ik de voor mij bekende man, bijgenaamd [verdachte]
(Het Hof begrijpt: [verdachte], de verdachte),naar binnen lopen. Ik hoorde [verdachte] iets tegen [slachtoffer] zeggen. Direct hierna zag ik dat [verdachte] een vloeistof over het hele lichaam van [slachtoffer] gooide. Ik zag dat [slachtoffer] helemaal in brand stond en ik zag dat [minderjarige 1] en [minderjarige 2] ook in brand stonden. Ik zag dat [minderjarige 1] verbrandingen aan zijn hoofd, haren en oren had. [minderjarige 2] had een verbranding aan zijn linkerbeen. [slachtoffer], [minderjarige 1] en [minderjarige 2] zijn naar de polikliniek gebracht voor verdere behandeling.
2. Het proces-verbaal van aangifte, met bijlage, p. 23-26, opgemaakt en op 5 juni 2017 gesloten en ondertekend door [hoofdagent], hoofdagent van politie bij het Korps Politie Curaçao, voor zover inhoudende als verklaring van
de aangeefster [benadeeldepartij 2]:
Behalve dat ik zag dat [slachtoffer], [minderjarige 1] en [minderjarige 2] in brand stonden, zag ik dat er ook verschillende goederen in de minimarket verbrand en vernield werden. Ook het plafond werd door de brand beschadigd. Ik heb een lijst gemaakt van de beschadigde goederen.
Opmerking Hof: als bijlage is toegevoegd een lijst waarop onder meer de volgende goederen (door het Hof in het Nederlands vertaald) staan vermeld:
o 5 paletten met eieren;
o Een doos bananen;
o 5 pakken rijst;
o 15 flessen Coca Cola en 15 flessen Sprite;
o 20 broden;
o 10 dozen met juice.
3. De
verklaring van de verdachte, afgelegd tijdens het onderzoek ter terechtzitting bij het Gerecht op 13 april 2018, voor zover inhoudende:
Ik heb [slachtoffer] in de ochtend van 3 juni 2017 gezien. Toen ik hem zag, ben ik achter hem aan gegaan en vervolgens heb ik hem met benzine overgoten en met een aansteker in brand gestoken. De benzine zat in een flesje dat ik bij me had. Het flesje met benzine heb ik van huis meegenomen. Ik heb de fles thuis gevuld met benzine. Het flesje zat in eerste instantie in de koelkast. Het was gevuld met water. Ik heb het water weggegooid en het flesje met benzine gevuld. De benzine zat in een jerrycan. Zij hadden ’s nachts stenen naar het huis van mijn moeder gegooid. Die nacht heb ik niks gedaan.
Met betrekking tot feit 1
4. Een geschrift, te weten een geneeskundige verklaring, d.d. 1 augustus 2017, p. 90-92, voor zover inhoudende als
verklaring van de algemene chirurg Dr. J.E.C.J. van Leeuwen:
Geneeskundige hulp verleend aan [slachtoffer], geboren op [geboortedatum] [geboorteplaats] in Curaçao, wonende te [adres].
A. Omschrijving van het letsel:
Benzine over patiënt gegoten en in brand gestoken.
Uitwendig waargenomen letsel:
55% brandwond 2de/3de graads.
5. Een geschrift, te weten een lijkschouwing/Autopsie Deskundigen verslag nr. 2017010111001002387, Regionaal: Bogota Sectioneel: Bogota, Departement: Hoofdkantoor, d.d. 28 juli 2017, p. 136-140, voor zover inhoudende als
verklaring van de patholoog L. Hernandez Rojas:
Naam bij inschrijving: [slachtoffer].
Samenvatting van de feiten:
Op 4 juni 2017 wordt patiënt verplaatst van het St. Elizabeth Hospitaal van Curaçao, naar het Simon Bolivar Ziekenhuis te Bogotá, met 47% brandletsels van het totale lichaamsoppervlak graad II-III in het gelaat, nek, thorax en bovenste ledematen. Met datum van opname in het Simon Bolivar Ziekenhuis op 4 juni 2017 en datum van afrit op 27 juli 2017 bij overlijden.
Analyse en opinie:
1. Uit context van de feiten is tot dit moment bekend dat het een man betreft op wiens lichaam gasoline werd gegooid en vervolgens in brand werd gestoken.
2. Van de bevindingen van de lijkschouwing heeft men dat de 47% brandletsels door vuur, niettegenstaande de medische zorg, een sepsis ontwikkelden, resulterend in een systemische reactie en uiteindelijk het overlijden
(het Hof begrijpt deze tekst aldus dat door het brandletsel dat 47% van het lichaamsoppervlakte bedroeg zich, ondanks de medische zorg, een sepsis heeft ontwikkeld die heeft geresulteerd in een systemische reactie en uiteindelijk het overlijden).
Basis oorzaak van de dood: 47% brandletsels door vuur van het totale lichaamsoppervlak.
6. Het proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1], p.44-45, opgemaakt, gesloten en ondertekend door [hoofdagent 1], hoofdagent van politie bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 4 juni 2017, voor zover inhoudende als verklaring van
de getuige [benadeeldepartij 1]:
[slachtoffer]
(Het Hof begrijpt: [slachtoffer])bevond zich op 3 juni 2017 thuis. Wij waren aan het praten. Toen vroeg hij mij of ik mij de man van daar achteren
(Het Hof begrijpt: [verdachte])herinner. Toen ik ja zei, zei [slachtoffer] tegen mij dat die man tegen hem had gezegd dat hij ons allemaal gaat branden.
7. Het proces-verbaal van verhoor getuige, p.75-78, opgemaakt, gesloten en ondertekend door [hoofdagent 2], hoofdagent van politie bij het Korps Politie Curaçao, d.d. 7 oktober 2017, voor zover inhoudende als verklaring van
de getuige [getuige 2]:
Eén dag voor voormelde gebeurtenis was [slachtoffer]
(Het Hof begrijpt: [slachtoffer])op bezoek bij mij thuis. Hij zag heel erg bezorgd uit. [slachtoffer] vertelde mij dat [verdachte]
(Het Hof begrijpt: [verdachte])thuis bij hem was geweest en hem had bedreigd met hem in de fik te steken.
Met betrekking tot feit 2
8. Een geschrift, te weten een geneeskundige verklaring, d.d. 3 juni 2017, p. 21, voor zover inhoudende als
verklaring van de betrokken arts van de emergency afdeling dr. I. Poulina:
Heden was een andere meneer in brand gestoken. [minderjarige 1] (
Het Hof begrijpt [minderjarige 1])was/liep naast hem en toen heeft hij een 2e graads brandwond opgelopen ter hoogte van het rechteroor.
9. Een geschrift, te weten een geneeskundige verklaring, d.d. 3 juni 2017, p. 22, voor zover inhoudende als
verklaring van de betrokken arts van de emergency afdeling dr. I. Poulina:
Heden is een man bij hun winkel in brand gestoken. [minderjarige 2] (
Het Hof begrijpt [minderjarige 2])was dicht bij hem in de buurt en hij heeft een 1e/2e graads brandwond opgelopen aan zijn linkervoet.
Omtrent de verdachte zijn op 15 september 2017 en 17 januari 2018 rapportages opgemaakt door psychiater F.G.M. Heijtel. Ter terechtzitting van het Hof van 30 augustus 2018 heeft voornoemde deskundige daar een toelichting op gegeven. De conclusie van de deskundige houdt onder meer het volgende in:
Planmatig handelen kan binnen een psychose. Betrokkene was zeer psychotisch maar dat neemt niet weg dat je als je psychotisch bent toch volledig volkomen adequaat kan handelen.
Het Hof komt op grond hiervan tot de conclusie dat, hoewel de verdachte in een psychose verkeerde, hij desondanks in staat moet worden geacht met voorbedachte raad en opzet te hebben gehandeld.
Voor voorbedachte raad is noodzakelijk dat de verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling, zodat hij de gelegenheid heeft gehad na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Blijkens de verklaring van de verdachte zou een groep mensen, waaronder het slachtoffer, in de nacht voorafgaand aan het incident stenen naar het huis van zijn moeder hebben gegooid. Naar eigen zeggen heeft de verdachte die nacht niets gedaan. Toen de verdachte het slachtoffer in de ochtend van 3 juni 2017 voorbij zag lopen, is hij achter hem aan gegaan. Hij heeft hem vervolgens met benzine, die hij in een flesje bij zich had, overgoten en met een aansteker in brand gestoken. De verdachte had dat flesje vóór het plegen van zijn daad thuis geleegd en vervolgens met benzine gevuld. Aldus heeft hij met het oog op de uitvoering van zijn plan verschillende daarvoor noodzakelijke handelingen gepleegd alvorens tot zijn daad over te gaan. Hier komt nog bij dat verschillende getuigen hebben verklaard dat de verdachte al meerdere keren het slachtoffer had gedreigd hem in brand te zullen steken.
Uit bovengenoemde feiten en omstandigheden volgt dat de verdachte niet alleen met een vooropgezet plan achter het slachtoffer is aangegaan, maar tevens dat hij sinds het incident met zijn moeder in de nachtelijke uren voldoende gelegenheid heeft gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en dat hij zich daarvan rekenschap heeft kunnen geven. Gezien de eerder aangehaalde conclusie van de deskundige acht het Hof de omstandigheid dat de verdachte in een psychose verkeerde geen aanleiding om te veronderstellen dat hij vanuit een ogenblikkelijke gemoedsopwelling heeft gehandeld. Van andere contra-indicaties is niet gebleken. Het Hof is derhalve van oordeel dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld.
Opzet
Naar het oordeel van het Hof heeft de verdachte ook het opzet op de dood van het slachtoffer gehad. Gelet op de uiterlijke verschijningsvorm van de gedragingen van de verdachte, te weten het overgieten van iemand met benzine en deze daarna met een aansteker in brand te steken, kan het niet anders dan dat verdachte het opzet op de dood heeft gehad.
Gelet op het vorenstaande acht Hof derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte [slachtoffer] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd.
De verdachte heeft door het slachtoffer [slachtoffer] in brand te steken op een plek waar het gebruikelijk is dat mensen in- en uitlopen, bewust de aanmerkelijke kans aanvaard dat ook anderen daarbij (ernstig) gewond zouden raken. Door te handelen zoals hij heeft gehandeld, heeft de verdachte op zijn minst voorwaardelijk opzet gehad op het toebrengen van zwaar lichamelijk letsel aan de slachtoffers [minderjarige 1] en [minderjarige 2].
Strafbaarheid en kwalificatie van het bewezen verklaarde
Het onder 1 bewezen verklaarde is voorzien bij en strafbaar gesteld in artikel 2:262 van het Wetboek van Strafrecht. Het wordt als volgt gekwalificeerd: